- Lid geworden
- 12 jul 2012
- Berichten
- 4.315
USS Artisan, ex-ABSD-1, ex-AFDB-1
Soms is de postbode in Sint-Katelijne-Waver te beklagen. Dan is er weer een bestelling gebeurd op scheepsbouwgebied.
Ik wist dat dit pakket een van deze dagen zou aankomen en meteen het startschot zou geven voor het volgende project.
Takom koos ervoor om de technische omschrijving te gebruiken als titel voor deze bouwdoos van een drijvend droogdok. Een meer prozaïsche benaming ervan was USS Artisan. Eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat ik hiervan tot een half jaar geleden ook nog nooit gehoord had, terwijl er toch een aantal van deze dokken gebouwd zijn en sommige nog in dienst gebleven zijn tot in het nieuwe millennium.
Dit dok is in modules gebouwd (1 is op bovenstaande foto te zien) aan de westkust van de VS in 1942/43 die dan naar Espiritu Santo gesleept werden in de New Hebrides. Bij de positionering daar is een van de modules gezonken waarbij 13 matrozen omkwamen. Na de assemblage woog het dok 38.000 ton en was het 283 meter lang en 78 meter breed. Het hefvermogen is 90.000 ton. in 1945 is het dok verscheept naar de golf van Leyte waar het tot 1946 dienst deed. Er is een film gemaakt van het aanmeren van het slagschip Idaho, waarbij je het dok eerst in verzonken toestand ziet. na het binnenvaren van het schip tussen de twee kademuren zie je dat het dok vol lucht gepompt wordt en het schip op het droge komt te liggen.
Na de oorlog is het dok opgeborgen in Pearl Harbour maar de helft ervan is naar Guam gesleept, waar het zijn naam kreeg en van 1970 tot 1986 dienst gedaan heeft. Daarna is het in stukken verdeeld die een verschillend lot gekend hebben, verschillende zijn nog niet zo lang geleden verkocht. Het dok kwam eerst uit in kleinere schalen zoals 1/700. De volgende zaken vind je in de bouwdoos:
10 scheepsrompen voor de pontons.
Telkens 10 dezelfde sprues met een dek en met alle opbouwonderdelen.
2 sprues met de uiteinden en de havenkranen die op de muren konden rijden als de modules gekoppeld waren.
Een enorme hoeveelheid PE aangezien veel stukken 10 keer nodig zijn.
Decals zijn er niet zoveel.
De handleiding telt maar 13 stappen aangezien er veel bandwerk bij is. Er is een kleurenblad bij.
USS Columbia
Toen ik de aankondiging zag dat er een dergelijke kit uitkwam, was ik in het bezit van een bouwdoos van een lichte kruiser van het type waarvan foto's in dit droogdok bestaan. Ik had die doos eigenlijk gekocht om USS Birmingham mee te maken, die de naam aan deze kit gaf. Het is de tweede uitgave van een Cleveland-type kruiser van het merk Very Fire. Het lot van de Birmingham is verbonden met dat van de USS Princeton die ik eerder bouwde, zoals je kon lezen in mijn topic: https://modelbrouwers.nl/phpBB3/viewtopic.php?f=4&t=50414. Maar de mogelijkheid om zo'n schip te kunnen presenteren op een nieuwe manier, namelijk als full-hull op een droogdok dat zelf als waterline gebouwd wordt, kon ik niet laten liggen. Daarom heb ik de volgende set-up bijeen gebracht.
Ik heb de romp vergeleken met die van de Princeton, dat is namelijk een ex-Cleveland romp. Het komt er gelukkig mee overeen qua lengte.
Gelukkig had ook de USS Columbia een interessante levensloop. Het schip had de volgende technische gegevens:
Waterverplaatsing 11,744 (long) Tons, bemating 180 (oa) x 20,22m)
Wapens 12 x 6"/47, 12 x 5"/38AA, 28 x 40mm, 10 x 20mm, 4 vliegtuigen op een hanger achteraan
Pantser 5" gordel, 6" koepels, 2" Dek, 5" commandotoren.
Machines 100.000 pk , snelheid 32.5 knopen, bemanning 1255.
Het was gebouwd in Camden in 1940 en ik heb de volgende foto's van Navsource gehaald.
Tewaterlating.
1942, Measure 12 vlekkencamo.
1944, gestreepte camo.
De foto's die ik het meest ga gebruiken uit 1944, de Columbia vaart binnen in het droogdok in Espiritu Santo.
1945, een kamikaze richt grote schade aan op het achterdek.
De kruiser wordt naar zijn laatste rustplaats gesleept door dezelfde sleepboot die haar bij de tewaterlating geassisteerd heeft.
Nu nog eens zien wat er nog in de doos zit.
De romp is toch even lang als acht van de tien stukken droogdok.
Bij de kit zit ook een vel PE van degelijke kwaliteit.
Er zijn wat decals zoals de vlag op de mast. Dan is er de zeer ordelijk opgestelde handleiding met kleureninstructie voor de Birmingham, die ook voor Columbia 1944 gebruikt kan worden.
Bij deze kit heb ik ook de upgrade voor de eerste doos van Very Fire, de Cleveland gekocht. Ik heb namelijk de indruk dat het bedrijf, zelfs al zou het nog bestaan met een inactief geworden website, niet snel de upgrade voor de Birmingham zal uitbrengen. De verschillen lijken me ook miniem, met een andere topradar en een paar AA-installaties die vervangen zijn. Gelukkig lijkt de Columbia het meest op de Birmingham. De set is een multimediakit die haast tweemaal zoveel kost als de bouwdoos en het bevat vijf vellen extra PE, gedraaide loopjes en masten, een houten dek, een ketting en een aantal sprues en resinblokken. De handleiding bevat grote indrukwekkende kleurenfoto's.
Ik heb een complement van drie sets bemanning van Ion Models gekocht, ook een merk waar ik nog niet eerder van gehoord had. Deze figuren zijn luxueus verpakt en zitten met het hoofd op de printplaat waardoor de voeten vast minder schade oplopen bij het verwijderen.
Als referentie vond ik niet zoveel over dit schip, er is een boekje uit de reeks In Action over lichte kruisers en dan heb ik nog een mooi opleidingsboek liggen over scheepsartillerie waar de secundaire en luchtafweerbewapening in geïllustreerd zijn. De 6 inch-kanons staan er niet in, er wordt in die klasse meer verteld over 16-inchers. Ik heb dit boek wel nauwelijks gelezen, alleen al de inleiding over de gebruikte springstof is een tiental bladzijden lang. Er staan in dit boek wel veel mooie afbeeldingen van de inwendige onderdelen van de kanonnen.
Het zal eerst wat heen en weer gaan tussen het topic van de LST en dit, gelukkig maakte die ook vorderingen de vorige week.
Soms is de postbode in Sint-Katelijne-Waver te beklagen. Dan is er weer een bestelling gebeurd op scheepsbouwgebied.
Ik wist dat dit pakket een van deze dagen zou aankomen en meteen het startschot zou geven voor het volgende project.
Takom koos ervoor om de technische omschrijving te gebruiken als titel voor deze bouwdoos van een drijvend droogdok. Een meer prozaïsche benaming ervan was USS Artisan. Eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat ik hiervan tot een half jaar geleden ook nog nooit gehoord had, terwijl er toch een aantal van deze dokken gebouwd zijn en sommige nog in dienst gebleven zijn tot in het nieuwe millennium.
Dit dok is in modules gebouwd (1 is op bovenstaande foto te zien) aan de westkust van de VS in 1942/43 die dan naar Espiritu Santo gesleept werden in de New Hebrides. Bij de positionering daar is een van de modules gezonken waarbij 13 matrozen omkwamen. Na de assemblage woog het dok 38.000 ton en was het 283 meter lang en 78 meter breed. Het hefvermogen is 90.000 ton. in 1945 is het dok verscheept naar de golf van Leyte waar het tot 1946 dienst deed. Er is een film gemaakt van het aanmeren van het slagschip Idaho, waarbij je het dok eerst in verzonken toestand ziet. na het binnenvaren van het schip tussen de twee kademuren zie je dat het dok vol lucht gepompt wordt en het schip op het droge komt te liggen.
Na de oorlog is het dok opgeborgen in Pearl Harbour maar de helft ervan is naar Guam gesleept, waar het zijn naam kreeg en van 1970 tot 1986 dienst gedaan heeft. Daarna is het in stukken verdeeld die een verschillend lot gekend hebben, verschillende zijn nog niet zo lang geleden verkocht. Het dok kwam eerst uit in kleinere schalen zoals 1/700. De volgende zaken vind je in de bouwdoos:
10 scheepsrompen voor de pontons.
Telkens 10 dezelfde sprues met een dek en met alle opbouwonderdelen.
2 sprues met de uiteinden en de havenkranen die op de muren konden rijden als de modules gekoppeld waren.
Een enorme hoeveelheid PE aangezien veel stukken 10 keer nodig zijn.
Decals zijn er niet zoveel.
De handleiding telt maar 13 stappen aangezien er veel bandwerk bij is. Er is een kleurenblad bij.
USS Columbia
Toen ik de aankondiging zag dat er een dergelijke kit uitkwam, was ik in het bezit van een bouwdoos van een lichte kruiser van het type waarvan foto's in dit droogdok bestaan. Ik had die doos eigenlijk gekocht om USS Birmingham mee te maken, die de naam aan deze kit gaf. Het is de tweede uitgave van een Cleveland-type kruiser van het merk Very Fire. Het lot van de Birmingham is verbonden met dat van de USS Princeton die ik eerder bouwde, zoals je kon lezen in mijn topic: https://modelbrouwers.nl/phpBB3/viewtopic.php?f=4&t=50414. Maar de mogelijkheid om zo'n schip te kunnen presenteren op een nieuwe manier, namelijk als full-hull op een droogdok dat zelf als waterline gebouwd wordt, kon ik niet laten liggen. Daarom heb ik de volgende set-up bijeen gebracht.
Ik heb de romp vergeleken met die van de Princeton, dat is namelijk een ex-Cleveland romp. Het komt er gelukkig mee overeen qua lengte.
Gelukkig had ook de USS Columbia een interessante levensloop. Het schip had de volgende technische gegevens:
Waterverplaatsing 11,744 (long) Tons, bemating 180 (oa) x 20,22m)
Wapens 12 x 6"/47, 12 x 5"/38AA, 28 x 40mm, 10 x 20mm, 4 vliegtuigen op een hanger achteraan
Pantser 5" gordel, 6" koepels, 2" Dek, 5" commandotoren.
Machines 100.000 pk , snelheid 32.5 knopen, bemanning 1255.
Het was gebouwd in Camden in 1940 en ik heb de volgende foto's van Navsource gehaald.
Tewaterlating.
1942, Measure 12 vlekkencamo.
1944, gestreepte camo.
De foto's die ik het meest ga gebruiken uit 1944, de Columbia vaart binnen in het droogdok in Espiritu Santo.
1945, een kamikaze richt grote schade aan op het achterdek.
De kruiser wordt naar zijn laatste rustplaats gesleept door dezelfde sleepboot die haar bij de tewaterlating geassisteerd heeft.
Nu nog eens zien wat er nog in de doos zit.
De romp is toch even lang als acht van de tien stukken droogdok.
Bij de kit zit ook een vel PE van degelijke kwaliteit.
Er zijn wat decals zoals de vlag op de mast. Dan is er de zeer ordelijk opgestelde handleiding met kleureninstructie voor de Birmingham, die ook voor Columbia 1944 gebruikt kan worden.
Bij deze kit heb ik ook de upgrade voor de eerste doos van Very Fire, de Cleveland gekocht. Ik heb namelijk de indruk dat het bedrijf, zelfs al zou het nog bestaan met een inactief geworden website, niet snel de upgrade voor de Birmingham zal uitbrengen. De verschillen lijken me ook miniem, met een andere topradar en een paar AA-installaties die vervangen zijn. Gelukkig lijkt de Columbia het meest op de Birmingham. De set is een multimediakit die haast tweemaal zoveel kost als de bouwdoos en het bevat vijf vellen extra PE, gedraaide loopjes en masten, een houten dek, een ketting en een aantal sprues en resinblokken. De handleiding bevat grote indrukwekkende kleurenfoto's.
Ik heb een complement van drie sets bemanning van Ion Models gekocht, ook een merk waar ik nog niet eerder van gehoord had. Deze figuren zijn luxueus verpakt en zitten met het hoofd op de printplaat waardoor de voeten vast minder schade oplopen bij het verwijderen.
Als referentie vond ik niet zoveel over dit schip, er is een boekje uit de reeks In Action over lichte kruisers en dan heb ik nog een mooi opleidingsboek liggen over scheepsartillerie waar de secundaire en luchtafweerbewapening in geïllustreerd zijn. De 6 inch-kanons staan er niet in, er wordt in die klasse meer verteld over 16-inchers. Ik heb dit boek wel nauwelijks gelezen, alleen al de inleiding over de gebruikte springstof is een tiental bladzijden lang. Er staan in dit boek wel veel mooie afbeeldingen van de inwendige onderdelen van de kanonnen.
Het zal eerst wat heen en weer gaan tussen het topic van de LST en dit, gelukkig maakte die ook vorderingen de vorige week.
Laatst bewerkt door een moderator: