Beste modelbouwers.
Na het afwerken van de bovenkant van de daaltrap gaan we over tot de constructie van het landingsgestel, het afwerken van de motor en de landingsradar (= vervolledigen onderkant daaltrap).
4.
Verdere detaillering van de daaltrap (onderkant – landingsgestel, motor + landingsradar).
Afwerken landingsgestel.
Voor het landingsgestel (bouwplan
stap 30 t.e.m.
33) gaan we op dezelfde manier te werk als voor de aankleding van de daaltrap. Vooreerst worden de verschillende onderdelen (82 t.e.m. 89) van de gietboom verwijderd en even in mekaar gepast. Dan worden de scharnierpunten en aansluitstukken van de steunbalken reeds in hun definitieve kleur gezet (goud en/of zilver; hiervoor werd Revell verf goud metallic Nr 94 en zilver metallic Nr 90 gebruikt). Hierna wordt dan de (gekleurde) folie aangebracht. Voor de folie werden drie kleuren weerhouden namelijk zilver, goud en amber (oranje). Aangezien de stukjes folie hier soms zeer klein zijn worden zij aangebracht met een fijn pincet en aangedrukt met een pincet of tandenstoker. Voor de kleefbanden waarmee de isolatiestukken op de benen van het landingsgestel zijn vastgemaakt (kapton tape) werden zeer dunne strookjes huishoudfolie gebruikt die op maat werden gesneden en oranje werden geverfd. Deze stukjes werden vastgezet met Revell vernis (aangezien hierop geen belasting wordt uitgeoefend volstaat een beetje vernis om deze minuscule riempjes te fixeren).
Ik gebruikte voor dit werkje wel een huishoudfolie die iets dunner was dan deze die ik had gebruikt voor het aankleden van de daaltrap.
Als leidraad voor het aanbrengen van de isolatie volgde ik het kleurschema van Paul Fjeld (foto/schema Nr 30), de schema’s uit het boek “Virtual LM” en mijn fotodocumentatie.
Foto/schets
Nr 30
Schema Paul FJELD voor aankleding landingsbenen daaltrap.
Na het aanbrengen van de folie dienden bepaalde delen (onderste steunbalken) nog te worden voorzien van een zwarte isolatieband.
In de detail set van New Ware bestaat deze isolatie uit rechthoekige stukjes photo etch die eerst dienen te worden opgerold (rond gezet) en dan zwart geverfd, alvorens zij over de steunbalken van het landingsgestel worden geschoven.
Om een meer realistisch beeld te krijgen van deze isolatie heb ik een beetje geëxperimenteerd met andere materialen. Een eerste test met isolatiemateriaal afkomstig van elektriciteitsdraden gaf niet het gewenste resultaat (de isolatiemantel was te dik en oogde te zwaar). Een latere test met krimpkous gaf wel het gewenste resultaat.
Een klein woordje uitleg over het begrip “krimpkous”
Krimpkous is een materiaal dat gebruikt wordt om elektrische draden en schakelingen te isoleren of om beschadigde isolatie te herstellen. Gesoldeerde en blootliggende elektriciteitsdraden worden in dit geval voorzien van een krimpkous, dit is een mantel in zwarte rubber die over de elektriciteitsdraad wordt geschoven en dan wordt verwarmd (dichtgeschroeid) met een soldeerbout of een verfbrander. Hierbij gaat dit materiaal krimpen en zich gaan vastzetten rond de elektriciteitsdraad en zodoende een nauwsluitende isolatiemantel gaan vormen rond de geleider.
In de praktijk ging ik dus als volgt te werk. Eerst schoof ik een eind krimpkous over een stukje elektriciteitsdraad van dezelfde dikte als het aan te kleden onderdeel van het landingsgestel. Dan werd de krimpkous verwarmd met een soldeerbout zodat zij zich strak rond de elektriciteitsdraad zette. Na afkoeling werden de stukjes krimpkous losgesneden, op maat gesneden en over de steunbalken van het landingsgestel van ons model geschoven waarna ik de stukjes vastlijmde met een beetje secondelijm. Het resultaat was meer dan bevredigend.
Foto Nr 31, Nr 32 en Nr 33 tonen de werkwijze voor het aanbrengen van de isolatie met krimpkous op de steunbalken.
Foto Nr 31
Verwarmen krimpkous rond stukje elektriciteitsdraad.
Foto Nr 32
Lossnijden afgekoelde krimpkous.
Foto Nr 33
Op maat gesneden stukjes krimpkous die werden aangebracht op de steunbalken van het landingsgestel
Nu dienen enkel nog de basissen van het landingsgestel (ronde draagvlakken) te worden bekleed. Aangezien ik hiervoor een zeer dunne goudfolie nodig had heb ik een beetje geëxperimenteerd met verschillende soorten folie. Het beste resultaat bekwam ik met folie die ik recupereerde van pralines van “Ferrero Rocher”. Rond de ronde pralines van dit merk zit een dunne goudfolie gewikkeld die een uitstekend alternatief vormt voor de folie uit de bouwkit. De folie van “Ferrero Rocher” is dun, redelijk sterk en bovendien zeer gemakkelijk te verwerken op de specifieke vorm van de draagvlakken (
-opgelet!! nieuwe wetmatigheid in onze hobby; bij bepaalde disciplines in de modelbouw ga je verdikken

).
Rest nog de onderkant van de draagvlakken voor de helft in een matzwarte verf te zetten en de benen van het landingsgestel zijn klaar. Er moet in elk draagvlak nog wel een gaatje worden geboord waarin later de voelsprieten komen. Deze voelsprieten (bestaande uit dunne koperdraad) zullen pas bij de eindassemblage worden aangebracht.
Nu het landingsgestel klaar is kan op het voorste landingsbeen (het been dat zich situeert nabij de loopbrug) de ladder worden geplaatst.
Ik had hiervoor eerst de ladder van Monogram weerhouden doch aangezien er een probleem rees met de bevestigingspunten van de ladder op het landingsbeen (dat uit de originele kit van Revell kwam) diende ik de ladder van Revell te gebruiken.
De ladder van Revell dient wel enkele mm te worden ingekort. Aan de linkerkant van de ladder komt nu de houder van de vlaggenmast (resin onderdeel afkomstig uit de update set van New Ware).
Noot : Amerikaanse vlag.
Bij elke maanlanding werd een Amerikaanse vlag in de bodem van de maan geplant. Deze vlag (met statief) was opgeborgen in een koker welke aan de linkerkant van de ladder van de maanlander was bevestigd.
Nadat de ladder werd geplaatst kan een dry-fit worden uitgevoerd van het voorste landingsbeen en kan worden nagegaan of ook de loopbrug zich in de correcte positie bevindt.
Doordat het landingsgestel in deze fase van de vlucht van Apollo 11 nog niet was ontplooid (en ons model in deze configuratie wordt voorgesteld) is het een beetje afwachten of alle onderdelen wel mooi op mekaar aansluiten. Door de talrijke wijzigingen en aanpassingen die onze combinatie CSM/LM in de loop van de bouw onderging is het bij elke dry-fit een beetje afwachten of het geheel aan de verwachtingen voldoet (en tot hiertoe hoef ik nog niet te veel te stressen

).
Foto Nr 34 toont het voorste landingsbeen en de positie van de ladder en de loopbrug. Bij de eindassemblage van deze onderdelen dienen bepaalde delen nog te worden gelijmd zodat de positie van deze delen nog een beetje kan worden aangepast. Tevens dienen nog de vergrendelingen van het landingsgestel te worden geplaatst. Deze vergrendelingen (bestaande uit fijne onderdeeltjes in PE) kunnen wegens hun delicate structuur en de plaats waar zij zich bevinden pas bij de eindassemblage worden aangebracht.
Foto Nr 34
Detail van het voorste landingsbeen met loopbrug, ladder en koker vlaggenmast. Bij de eindassemblage van deze onderdelen dienen bepaalde delen nog te worden gelijmd zodat de positie van deze delen nog een beetje kan worden aangepast.
De vergrendelingen van het landingsgestel (onderdeeltjes in PE) zullen pas bij de eindassemblage worden aangebracht.
Foto’s Nr 35 tot en met Nr 38 tonen de afwerking van het landingsgestel
Foto Nr 35
Been van het landingsgestel. De voorkant werd bekleed met aluminiumfolie (bovenste deel) en goudfolie (onderste deel). De achterkant werd bekleed met oranje geverfde aluminiumfolie. Het geheel werd voorzien van kleefbandjes van oranje folie.
Foto Nr 36
Detail draagvlakken landingsgestel. De voelsprieten zullen pas bij de eindassemblage worden gemonteerd.
Foto Nr 37
Onderdelen van het landingsgestel voor de montage.
Foto Nr 38
Onderdelen landingsgestel waarbij één landingsbeen werd gemonteerd.
Nu dienen enkel nog de landingsradar en de motor te worden geverfd en hiermee is de daaltrap klaar.
De landingsradar werd in een laagje Vallejo Model Air Nr 71.064 (chrome metallic) gezet waarop later een laagje Revell glansvernis zal worden aangebracht.
De motor werd aan de basis dicht gemaakt met een stukje plasticard van 0,5 mm dikte (de motor had geen bodem), waarna hij een laagje Vallejo primer (73.600) kreeg.
Aan de binnenkant kwam dan een laagje “Gun Metal metallic” (71.072) en de buitenkant kreeg bovenaan een laagje “Steel metallic” (71.065) en onderaan een laagje “Black metallic” (71.073).
Het is de eerste keer dat ik de acryl metallic verven van Vallejo gebruik en de keuze voor deze verf werd vooral ingegeven door het gebruiksgemak. Ik zag op tegen het aanbrengen van vier verschillende Revell verven en het kuisen van het pistool en mengpotjes met white spirit (wat toch een heel gedoe is) voor het verven van een oppervlak van enkele cm².
De acryl metallic verf van Vallejo biedt hier een oplossing. De verf valt zeer goed mee. Ze verwerkt zeer gemakkelijk. Zij kan worden verdund met 25 à 30 % thinner en wordt (net zoals andere Vallejo acryl verven) aangebracht onder een lage werkdruk (0,8 bar).
De verf vormt een mooie strakke laag op het oppervlak en is zeer snel droog waardoor na korte tijd een tweede en derde kleur kan worden gezet. Uiteraard zijn er meer realistische metallic verven in de handel doch deze zijn meer gecompliceerd in het gebruik. Voor het verven van kleinere oppervlakken (zoals in ons geval de daalmotor van de LM) is het gebruik van deze Vallejo verf zeker een goed alternatief. Het enige minpuntje schuilt in de kwetsbaarheid van de verflaag. Acryl verven worden best zo snel mogelijk beschermd met een laagje vernis. In ons geval wordt de motor nog afgewerkt met een laagje zijdematte vernis van Revell (50 % glanzend Nr 01 + 50 % mat Nr 02). Dit zal pas binnen een tweetal dagen gebeuren. Bij het gebruik van verschillende soorten verven op mekaar (acryl en enamel) laat ik de verf altijd eerst een tweetal dagen uitharden alvorens er een andere soort verf op te zetten.
Foto Nr 39 toont de landingsradar en de afgewerkte daalmotor. Deze onderdelen zullen pas bij de eindassemblage worden gemonteerd. Op de foto zijn beide voorwerpen sterk uitvergroot. De diameter van de motor is in werkelijkheid nauwelijks drie cm.
Foto Nr 39
Landingsradar en afgewerkte motor. Beide onderdelen moeten nog worden beschermd met een laagje vernis. Zij zullen pas bij de eindassemblage worden gemonteerd.
Tot de volgende voor de constructie van de stijgtrap van onze maanlander.