hoi,
Mijn deelname aan deze wedstrijd:
1 van de laatste Duitse onderzeeërs die ingezet werden voor het einde van de oorlog. Dit type was in al zijn facetten vooruitstrevend voor zijn tijd, en de echte voorloper te noemen van de huidige duikboten:
4 boten waren klaar voor actieve dienst op het einde van de oorlog, waarvan er twee op patrouille waren. Na het horen van het capitulatiebericht heeft 1 van de kapiteins een schijnaanval uitgevoerd op een Britse kruiser, en is daarna weggevaren zonder getecteerd te worden om de boot tot zinken te brengen. 1 van deze boten werd in 1957 weer opgevist en omgebouwd tot een onderzoeksboot bij de duitse marine tot 1982. In 1984 werd ze zo goed als mogelijk omgebouwd naar haar oorspronkelijke staat en vanaf 1984 doet ze dienst als museumschip in Bremershaven, waar ze nog steeds kan bezocht worden.
Een paar statistieken over deze boot:
Verplaating: 1,621 tonnes standard
2,100 tonnes full load
Lengte: 76.7 m (251 ft 8 in)
Voortstuwing: Diesel/Electric
2× MAN M6V40/46KBB met turbo 6-cilinder diesel motoren, 4,000 PS (2.9 MW)
2× SSW GU365/30 double acting electric motors, 5,000 PS (3.7 MW)
2× SSW GV232/28 silent running electric motors, 226 PS (0.166 MW)
Snelheid: aan de oppervlakte:
15.6 kn (28.9 km/h) (diesel)
17.9 kn (33.2 km/h) (electrisch)
Onderwater:
17.2 kn (31.9 km/h) (electrisch)
6.1 kn (11.3 km/h) (sluipvaart)
Bereik: aan de oppervlakte:
15,500 nmi (28,700 km) bij 10 kn (19 km/h)
onderwater:
340 nmi (630 km) bij 5 kn (9.3 km/h)
Bemanning: 57 officieren en mannen
Bewapening: 6 × 21 in (53 cm) torpedobuizen(boeg), 23 torpedo's (of 17 torpedo's en 12 mijnen)
4 x 20 mm cannon
en nu een paar foto's:
de doos:
en de onderdelen:
Mijn deelname aan deze wedstrijd:
1 van de laatste Duitse onderzeeërs die ingezet werden voor het einde van de oorlog. Dit type was in al zijn facetten vooruitstrevend voor zijn tijd, en de echte voorloper te noemen van de huidige duikboten:
- Het was de eerste onderzeeër die ontworpen was om compleet onder water te functioneren. Duikboten werden tot die tijd eerder gebruikt als oppervlakteschepen, die konden duiken om aan te vallen of om te ontsnappen. Op deze manier werden de batterijen gespaard. Bij deze duikboot werd een 3x zo grote capaciteit aan batterijen aangebracht als bij de types VIIC. Hiermee konden ze 2-3 dagen onderwater varen bij een snelheid van 5 knopen, waarna de batterijen dienden opgeladen te worden. Dit kon ook onderwater gebeuren door middel van een snorkel.
- De gestroomlijnde romp gaf het een hydrodynamisch gezien ideale vorm waardoor het grote snelheden kon halen onder water (het was 1 van de eerste duikboten die sneller onder water kon varen dan boven water). Door de gestroomlijnde vorm en de elektrische motoren was hij ook bijna ondetecteerbaar onder water voor de toenmalige opspoorapparatuur.
- Er was een automatisch torpedolaadsysteem aanwezig, waarbij de 6 buizen vooraan sneller konden geladen worden dan bij enig ander type. Het kon 18 torpedo's afvuren in iets minder dan 20 minuten, en de zes buizen werden sneller geladen dan 1 buis bij het type VII.
- Ook de accommodatie voor de bemanning was vooruitstrevend, in die zin dat er bijna genoeg bedden waren voor alle bemanningsleden op een paar na (51 bedden voor 57 bemanningsleden). Bij de voorzieningen hoorde ook een frigo.
- Tijdens de bouw van deze duikboten werd deze samengesteld uit 8 verschillende secties, die op het laatst aan elkaar gepast werden. Ditwerd tevoren niet toegepast, waar werd achteraf overal overgenomen. De bouwtijd voor 1 toestel kwam op iets minder dan 9 maanden. Intotaal werden er in 1 jaar tijd zo'n 119 boten afgebouwd
- De duikboot was uitgerust met een passief en actief sonarsysteem Nibelung (Gruppenhorchgerät and Unterwasser-Ortungsgerät), waarmee het schepen kon aanvallen zonder optisch contact. De passieve sonar op de boeg kon theoretisch een doelwit detecteren, zodat de boot dicht genoeg in positie kon gebracht worden voor de actieve sonar. Met een paar pulsen zou deze genoeg gegevens hebben om de snelheid, richting en afstand te berekenen zodat de geleide torpedo's konden afgevuurd worden.
4 boten waren klaar voor actieve dienst op het einde van de oorlog, waarvan er twee op patrouille waren. Na het horen van het capitulatiebericht heeft 1 van de kapiteins een schijnaanval uitgevoerd op een Britse kruiser, en is daarna weggevaren zonder getecteerd te worden om de boot tot zinken te brengen. 1 van deze boten werd in 1957 weer opgevist en omgebouwd tot een onderzoeksboot bij de duitse marine tot 1982. In 1984 werd ze zo goed als mogelijk omgebouwd naar haar oorspronkelijke staat en vanaf 1984 doet ze dienst als museumschip in Bremershaven, waar ze nog steeds kan bezocht worden.
Een paar statistieken over deze boot:
Verplaating: 1,621 tonnes standard
2,100 tonnes full load
Lengte: 76.7 m (251 ft 8 in)
Voortstuwing: Diesel/Electric
2× MAN M6V40/46KBB met turbo 6-cilinder diesel motoren, 4,000 PS (2.9 MW)
2× SSW GU365/30 double acting electric motors, 5,000 PS (3.7 MW)
2× SSW GV232/28 silent running electric motors, 226 PS (0.166 MW)
Snelheid: aan de oppervlakte:
15.6 kn (28.9 km/h) (diesel)
17.9 kn (33.2 km/h) (electrisch)
Onderwater:
17.2 kn (31.9 km/h) (electrisch)
6.1 kn (11.3 km/h) (sluipvaart)
Bereik: aan de oppervlakte:
15,500 nmi (28,700 km) bij 10 kn (19 km/h)
onderwater:
340 nmi (630 km) bij 5 kn (9.3 km/h)
Bemanning: 57 officieren en mannen
Bewapening: 6 × 21 in (53 cm) torpedobuizen(boeg), 23 torpedo's (of 17 torpedo's en 12 mijnen)
4 x 20 mm cannon
en nu een paar foto's:
de doos:
en de onderdelen:
Laatst bewerkt: