T
TomPattyn
Guest
Owk Folks!! We gaan verder in de schaal 1/72, echter deze keer met een kleine mastodont: de dragon wagon M25-26.
De M26 Pacific Tank Trekker is tijdens de Tweede Wereldoorlog ontwikkeld als trekker voor het vervoer en bergen van zware tanks. Het Amerikaanse leger gaf het voertuig de aanduiding: Truck, 12 ton, 6x6, Tractor M26
Het Amerikaanse leger gaf in oktober 1941 opdracht voor het ontwikkelen van een bergingsvoertuig en een oplegger voor het vervoer van middelzware tanks. In de opdracht stond verder vermeld dat het voertuig goed door moeilijk terrein kon doorkomen en een gepantserde cabine. De oplegger werd ontwikkeld door de Amerikaanse fabrikant Fruehauf.
De M26 trekker werd ontwikkeld door de Knuckey Truck Company uit California. Deze onderneming was gespecialiseerd in zware terreinwagens. Op basis van het ontwerp bestelde het leger medio 1942 een eerste voertuig die in September 1942 werd geleverd. Uit de test bleek de combinatie van trekker en oplegger succesvol en het leger wilde de combinatie gaan bestellen. De productie capaciteit van Knuckey was echter niet groot genoeg en de Pacific Car & Foundry van Seattle, Washington, kreeg de bouwopdracht.
De productie van de M26 startte in mei 1934 en er zijn in totaal 753 exemplaren gebouwd. In 1944 werd ook een ongepantserde versie, de M26A1, ontwikkeld waarvan er nog eens 619 zijn gemaakt. Na de oorlog werd deze laatste aangepast en kreeg de aanduiding M26A1. De belangrijkste verbetering was een elektrisch systeem van 24 volt
De pantsercabine van de M26 was groot genoeg om de chauffeur en de zes personeelsleden te beschermen tegen kogels en granaatscherven. De ramen en radiator konden ook met stalen platen worden afgeschermd. Op dak was er ruimte voor de installatie van een .50 machinegeweer ter zelfverdediging.
Er waren drie lieren, waarvan één aan de voorzijde. Deze konden worden gebruikt voor het bergen van tanks en het laden van de oplegger. De capaciteit van de lieren was groot genoeg om zelf zwaar beschadigde tanks te laden. De lieren, met uitzondering van de lier aan de voorzijde, werden buiten achter de cabine, bediend en maakte de bemanning kwetsbaar.
De motor was van de Amerikaanse motorfabrikant Hall Scott, van het type 440. Deze 6-cilinder benzinemotor was in staat om 240 pk te leveren. Het voertuig had naast een normale versnellingsbak met vier versnellingen, twee hulpversnellingsbakken om het voertuig voldoende tractie te geven.
Van de zes wielen werden allen aangedreven (6x6), de achterwielen van met zware kettingen wat het voertuig zeer apart maakte.
De M26 Pacific Tank Trekker is tijdens de Tweede Wereldoorlog ontwikkeld als trekker voor het vervoer en bergen van zware tanks. Het Amerikaanse leger gaf het voertuig de aanduiding: Truck, 12 ton, 6x6, Tractor M26
Het Amerikaanse leger gaf in oktober 1941 opdracht voor het ontwikkelen van een bergingsvoertuig en een oplegger voor het vervoer van middelzware tanks. In de opdracht stond verder vermeld dat het voertuig goed door moeilijk terrein kon doorkomen en een gepantserde cabine. De oplegger werd ontwikkeld door de Amerikaanse fabrikant Fruehauf.
De M26 trekker werd ontwikkeld door de Knuckey Truck Company uit California. Deze onderneming was gespecialiseerd in zware terreinwagens. Op basis van het ontwerp bestelde het leger medio 1942 een eerste voertuig die in September 1942 werd geleverd. Uit de test bleek de combinatie van trekker en oplegger succesvol en het leger wilde de combinatie gaan bestellen. De productie capaciteit van Knuckey was echter niet groot genoeg en de Pacific Car & Foundry van Seattle, Washington, kreeg de bouwopdracht.
De productie van de M26 startte in mei 1934 en er zijn in totaal 753 exemplaren gebouwd. In 1944 werd ook een ongepantserde versie, de M26A1, ontwikkeld waarvan er nog eens 619 zijn gemaakt. Na de oorlog werd deze laatste aangepast en kreeg de aanduiding M26A1. De belangrijkste verbetering was een elektrisch systeem van 24 volt
De pantsercabine van de M26 was groot genoeg om de chauffeur en de zes personeelsleden te beschermen tegen kogels en granaatscherven. De ramen en radiator konden ook met stalen platen worden afgeschermd. Op dak was er ruimte voor de installatie van een .50 machinegeweer ter zelfverdediging.
Er waren drie lieren, waarvan één aan de voorzijde. Deze konden worden gebruikt voor het bergen van tanks en het laden van de oplegger. De capaciteit van de lieren was groot genoeg om zelf zwaar beschadigde tanks te laden. De lieren, met uitzondering van de lier aan de voorzijde, werden buiten achter de cabine, bediend en maakte de bemanning kwetsbaar.
De motor was van de Amerikaanse motorfabrikant Hall Scott, van het type 440. Deze 6-cilinder benzinemotor was in staat om 240 pk te leveren. Het voertuig had naast een normale versnellingsbak met vier versnellingen, twee hulpversnellingsbakken om het voertuig voldoende tractie te geven.
Van de zes wielen werden allen aangedreven (6x6), de achterwielen van met zware kettingen wat het voertuig zeer apart maakte.