M
modeleeklo
Guest
De McLaren MP4/12 op 1/24e van Revell heb ik "straight out the box" gebouwd. Wie denkt dat het 3-sterren niveau zoals op de doos aangeduid is relatief gemakkelijk is gaat op sommige gebieden op een verkeerd been gezet worden. Al met al een mooie bouwdoos maar verwacht zeker niet de kwaliteit van bv. een Tamiya !!!
De eerste race van 1997 in Melbourne, Australië werd onverwacht gewonnen door de Schot David Coulthard. Samen met Mika Hakkinen werd hij dat jaar 3e en Mika 6e bij de piloten en in het constructeurs-kampioenschap haalden ze een 4e plaats met hun team McLaren-Mercedes.
De bouwdoos bevat 53 onderdelen, een massa decals en de auto zelf is zo’n 19,5 cm groot. Er wordt ons een gedetaillerde wielophanging beloofd, gedeeltelijke besturing, een gedetailleerde cockpit en geïntegreerde slicks. De uitrusting en transfers zijn overeenkomstig aan die van de versie van Magny-Cours. De bouwbeschrijving beslaat 12 bladzijden waarvan je eigenlijk maar 4 nodig hebt. Allereerst zijn er de kleuren die je nodig hebt, 8 in totaal + 2 mengelingen die je moet maken. Die heb ik direct omgezet naar de Tamiya-kleuren daar ik in principe een Tamiya-bouwer ben. Verder een blad waarop alle onderdelen zijn afgebeeld. De bouwbeschrijving zelf bestaat uit 2 bladzijden en 13 bouwstappen, volgens mij niet echt duidelijk (ja, Tamiya gewoon zijnde) want bij sommige punten heb ik toch moeten zoeken voordat alles op zijn plooi viel. Tenslotte nog 2 bladzijden met de aanduidingen waar welke decal moet komen, 1 blz voor de versie van Hakkinen en 1 blz voor die van Coulthard. Ik heb gekozen voor de versie van David Coulthard, misschien een beetje omdat hij dit jaar (200 met pensioen is gegaan.
Het bouwen zelf begint bij mij altijd met het goed bestuderen van het bouwplan. Ik heb de gewoonte om bij iedere stap nog eens apart de kleuren bij te schrijven die er hier moeten gebruikt worden. Als dit gedaan is neem ik een blad papier, schrijf hierop welke kleuren er gebruikt worden en dan per kleur apart de onderdelen die per stap voor het betreffende kleur gebruikt worden (beetje ingewikkeld misschien maar voor mij werkt het prima). Als dit gebeurt is duid ik met een paar fluostiften aan wat gespoten en wat geschilderd wordt. De voorbereiding is het halve werk zeggen ze en dat is niet meer dan de waarheid. Normaal gezien zet ik mij dan nog aan het werk om alle gietrandjes en naadjes weg te werken of oneffenheden op te vullen maar voor deze bouwdoos (een tussendoortje als het ware) heb ik mij daar niet mee beziggehouden.De slicks zouden eigenlijk ook onder handen genomen moeten worden maar dat is er ook niet van gekomen zodat aan de bovenkant nog wel een lijntje te zien is en ze in feite teveel blinken om goed te zijn. P.S.: ondertussen is dit op algemene aanvraag toch gebeurt (zie verder).
Het spuiten van het bodywerk is een redelijk lastig karwei omdat je moet rekening houden met de vorm van de decals. Gemakkelijkst is om een kopietje te nemen van deze decals (doe ik trouwens altijd voor het beginnen van een bouwdoos) zodat je al eens kan meten en kijken waar ze precies gaan komen. Bij sommige bouwdozen gaat bij zo’n speciale vorm van decals een gietlijntje aangeven hoe en waar je moet spuiten maar bij deze bouwdoos ontbrak dat blijkbaar dus wel een karwei om de goede vorm te vinden. Nog zo’n leukerd is de decal aan de neus van het voertuig. Hiervoor moeten eerst de voorgaande stappen afgewerkt worden en dan de body op de grondplaat bevestigd worden. Dit omdat de decal gebruik maakt van beide onderdelen. Dit lukt dus niet en zit je met een paar open plekken. Gelukkig heb ik het perfect overeenkomende kleur met de decal gevonden namelijk orange semi briljant n°1595 van Model Master. Eerst met wit over de open plekken en dan dit oranje voorzichtjes aanbrengen en je ziet het verschil niet.
Nadat alles dus gespoten en geverfd is kun je in principe aan het echte bouwen beginnen. Ik heb totaal niet de gewoonte om mooi de verschillende stappen af te lopen dus heb ik dat bij deze bouwdoos ook niet gedaan. Eerst de banden afgewerkt, de body, de voor- en achtervleugel, tussendoor de motor enzoverder. Vooral de achtervleugel heb ik op gevloekt. Nadat ik toch met veel moeite dit ineengestoken had probeerde ik dit te bevestigen om tot de conclusie te komen dat alles schots en scheef stond. Tenslotte niet beter op gevonden om deze terug te demonteren en de vleugel stukje per stukje vanuit het midden terug opgebouwd rechtstreeks op het achtereind van de bodemplaat vertrekkend vanuit het midden en mits nog wat aanpassingen dan toch tot een goed eind gekomen. De motor dan. Waarom wordt er überhaupt een motor bij deze kit bijgevoegd als je toch enkel maar de uitlaten ziet eens alles opgebouwd is want de body wordt toch vastgelijmd. Stupid.
Al met al heb ik het meeste plezier beleefd aan het airbrushen van de diverse onderdelen en het aanbrengen van de decals welke zonder meer toch van uitstekende kwaliteit zijn. Een mooi bouwwerkje is het dan toch geworden maar mits de nodige valkuilen onderweg.
Tot bouws !!! Joris.
De eerste race van 1997 in Melbourne, Australië werd onverwacht gewonnen door de Schot David Coulthard. Samen met Mika Hakkinen werd hij dat jaar 3e en Mika 6e bij de piloten en in het constructeurs-kampioenschap haalden ze een 4e plaats met hun team McLaren-Mercedes.
De bouwdoos bevat 53 onderdelen, een massa decals en de auto zelf is zo’n 19,5 cm groot. Er wordt ons een gedetaillerde wielophanging beloofd, gedeeltelijke besturing, een gedetailleerde cockpit en geïntegreerde slicks. De uitrusting en transfers zijn overeenkomstig aan die van de versie van Magny-Cours. De bouwbeschrijving beslaat 12 bladzijden waarvan je eigenlijk maar 4 nodig hebt. Allereerst zijn er de kleuren die je nodig hebt, 8 in totaal + 2 mengelingen die je moet maken. Die heb ik direct omgezet naar de Tamiya-kleuren daar ik in principe een Tamiya-bouwer ben. Verder een blad waarop alle onderdelen zijn afgebeeld. De bouwbeschrijving zelf bestaat uit 2 bladzijden en 13 bouwstappen, volgens mij niet echt duidelijk (ja, Tamiya gewoon zijnde) want bij sommige punten heb ik toch moeten zoeken voordat alles op zijn plooi viel. Tenslotte nog 2 bladzijden met de aanduidingen waar welke decal moet komen, 1 blz voor de versie van Hakkinen en 1 blz voor die van Coulthard. Ik heb gekozen voor de versie van David Coulthard, misschien een beetje omdat hij dit jaar (200 met pensioen is gegaan.
Het bouwen zelf begint bij mij altijd met het goed bestuderen van het bouwplan. Ik heb de gewoonte om bij iedere stap nog eens apart de kleuren bij te schrijven die er hier moeten gebruikt worden. Als dit gedaan is neem ik een blad papier, schrijf hierop welke kleuren er gebruikt worden en dan per kleur apart de onderdelen die per stap voor het betreffende kleur gebruikt worden (beetje ingewikkeld misschien maar voor mij werkt het prima). Als dit gebeurt is duid ik met een paar fluostiften aan wat gespoten en wat geschilderd wordt. De voorbereiding is het halve werk zeggen ze en dat is niet meer dan de waarheid. Normaal gezien zet ik mij dan nog aan het werk om alle gietrandjes en naadjes weg te werken of oneffenheden op te vullen maar voor deze bouwdoos (een tussendoortje als het ware) heb ik mij daar niet mee beziggehouden.De slicks zouden eigenlijk ook onder handen genomen moeten worden maar dat is er ook niet van gekomen zodat aan de bovenkant nog wel een lijntje te zien is en ze in feite teveel blinken om goed te zijn. P.S.: ondertussen is dit op algemene aanvraag toch gebeurt (zie verder).
Het spuiten van het bodywerk is een redelijk lastig karwei omdat je moet rekening houden met de vorm van de decals. Gemakkelijkst is om een kopietje te nemen van deze decals (doe ik trouwens altijd voor het beginnen van een bouwdoos) zodat je al eens kan meten en kijken waar ze precies gaan komen. Bij sommige bouwdozen gaat bij zo’n speciale vorm van decals een gietlijntje aangeven hoe en waar je moet spuiten maar bij deze bouwdoos ontbrak dat blijkbaar dus wel een karwei om de goede vorm te vinden. Nog zo’n leukerd is de decal aan de neus van het voertuig. Hiervoor moeten eerst de voorgaande stappen afgewerkt worden en dan de body op de grondplaat bevestigd worden. Dit omdat de decal gebruik maakt van beide onderdelen. Dit lukt dus niet en zit je met een paar open plekken. Gelukkig heb ik het perfect overeenkomende kleur met de decal gevonden namelijk orange semi briljant n°1595 van Model Master. Eerst met wit over de open plekken en dan dit oranje voorzichtjes aanbrengen en je ziet het verschil niet.
Nadat alles dus gespoten en geverfd is kun je in principe aan het echte bouwen beginnen. Ik heb totaal niet de gewoonte om mooi de verschillende stappen af te lopen dus heb ik dat bij deze bouwdoos ook niet gedaan. Eerst de banden afgewerkt, de body, de voor- en achtervleugel, tussendoor de motor enzoverder. Vooral de achtervleugel heb ik op gevloekt. Nadat ik toch met veel moeite dit ineengestoken had probeerde ik dit te bevestigen om tot de conclusie te komen dat alles schots en scheef stond. Tenslotte niet beter op gevonden om deze terug te demonteren en de vleugel stukje per stukje vanuit het midden terug opgebouwd rechtstreeks op het achtereind van de bodemplaat vertrekkend vanuit het midden en mits nog wat aanpassingen dan toch tot een goed eind gekomen. De motor dan. Waarom wordt er überhaupt een motor bij deze kit bijgevoegd als je toch enkel maar de uitlaten ziet eens alles opgebouwd is want de body wordt toch vastgelijmd. Stupid.
Al met al heb ik het meeste plezier beleefd aan het airbrushen van de diverse onderdelen en het aanbrengen van de decals welke zonder meer toch van uitstekende kwaliteit zijn. Een mooi bouwwerkje is het dan toch geworden maar mits de nodige valkuilen onderweg.
Tot bouws !!! Joris.
Laatst bewerkt: