Hoofdsponsor

Een niet krom trekkende romp maken.

Hier hebben veel houtbouw modelbouwers iets aan hoor, is zeer interessant om lezen en bij te leren :)
Dank u alvast om dit te willen doen.
Mvg
 
Hier hebben veel houtbouw modelbouwers iets aan hoor, is zeer interessant om lezen en bij te leren :)
Dank u alvast om dit te willen doen.
Mvg

Wel, vroeger was het ieder voor zich. Heb daar nog een voorbeeld van enkel jaren geleden, hoe het niet zou mogen. Daar later iets over.
Het gegeven start bij wat onze vroeger collegas ooit hebben doorgegeven. Mondjes maat en vaak nooit op papier.
We spreken dan van de jaren (stillekes) 1986.
Daar kwam bij aanvang van het internet, stilaan kentering in (gelukkig) Maar, lezen word moeilijker en moeilijker met de tijd, want de hoop lulkoek die er tussengeplaatst werd, is zeer frustreerend voor een lezen die er graag iets van wilde opsteken.
Zelf weet ik uit de toevloed van informatiebronnen, hoeveel schiftplegingen over het onderwerp modelbouw zijn verschenen. En daarin nooit voldoening of voltalligheid gevonden als het ging om een varende romp van bij aanvang waterdicht genoeg te maken. En er tevens voor te zorgen dat er zo weinig mogelijk opvullen en bijschuren (afschuren zou beter zijn) zou kunnen geschieden.
Een kleine zes jaar terug zijn we zelf terug begingen bouwen, (er is mij toen een uitdaging voorgevallen) aan iets vanuit twee verschillende mini lijn plan en een zichtplannetjes. Waarbij de bouw een combinatie, MDF-Green-Eik (alles recup en nog liggend oud hout) werd gebruikt.
Om anders gevormd lijnplan met een weer anders zichtplan met elkaar te combineren, is geen job voor iemand die niets van scheepsbouw afweet.
Je zou je kop eens moeten breken :-)
De uitdaging, "ach man jij kan dat niet". Wel bewezen, bootje staat nog steeds in zijn blootje :-)

Daar zullen we ook nog wel eens een tekstje voor aanmaken met BEELD.

Maar nu verder gaan tekenen. Tot de volgende !
Swake
 
We hebben hier verschillende mensen die elkaar willen helpen, dat is het mooie aan het forum, dat er niet gezwegen word, maar dat alle info gegeven word om iemand verder te helpen, dit is ook de bedoeling van een forum.
En ik weet ook dat er zeer veel tijd ingestoken word om dit te doen, zoals jij nu bezig bent, en ook al vele anderen, maar ook nog verder aan uw eigen hobby he Swake, dat is ook modelbouwen he ;)
 
je mag zeker zijn swake er zijn er al veel die het gelezen hebben wat jij hier neer pent het is niet iedereen in de mand gelegd om het zo mooi neer te pennen ook een gave apart de meeste zijn nog in leer proces maar die mensen kommen ook nog los hoor alvast bedank om het te willen doen .
gr dirk d
 
Goede avond ,

Gelukkig ligt de hobby hier na het veredelen van de Hulder zo goed als stil. :-) Niet iedereen beschikt over een verwarmde werkplek , :(
Daarom kan er tijdens de bouwrustperiode ook eens wat anders dan alleen lezen.
Zoals,hier wat af lullen over iets waarvan je het nodige weet, ingetikt geraakt op men klaviertje in een warm kamertje.
Intussen zit deel 4 tekstueel in elkaar, alleen nog wat plaatjes aanmaken.

Tot morgen,
Swake
 
Even een tekst intermezzo. Later indien er vraag is , beelden.

Deel 3 Geduld is een mooie deugd !

Vooral als het gaat over een romp maken, dient men dingen elk ‘s voor zich te weten.
Zoals eerder aangehaald ! Weet je nu echt welke kan je uit wil.
- Mal, eenmalig gebruik en weg met die handel. Nutteloos geld investeren in meer vulmiddelen +meer schuurwerk !
- Een enkelvoudige houten romp die dienst moet gaan doen.
- Of, een enkele malen te gebruiken mal om een negatieve mal van te kunnen maken. Welke na jaren nog steeds recht staat ! Heel belangrijk.

Overdenken voor je start, geld ook voor het volgende.

Soms is het voor bouwers ook niet simpel om een keuze te maken. Te weinig plaats, werken in de keuken of living.
Net daar waar het vrouwtje stof haat. Het zijn die mensen die kiezen voor modelbouwdozen.
Wel, vermijden van onnodig schuurwerk, kan enkel als de bekleding van de romp mooi aansluit.
Je ziet het meestal wel aan de hand van een gul gebruiken van vulmiddelen, ook bij houtbouwers.
Dat kost u ook een centje. Stel dat je die kosten tot een uiterst minimum kan reduceren.
Hoef je ook geen berg schuurpapier aan te schaffen. En heb je minder rondvliegend stof.
Dus, een en al positief.

Hoe sommigen ook denken, blijft de bouwplaat een bijzonder aandachtspunt.

De bouwplaat maten heb je ook reeds ergens gelezen, dus slaan we die NIET over. Maar herhalen.
Te bouwen romp lengte , plus vooraan 10cm en achteraan 10cm
Te bouwenromp breedte, plus rechts 10cm en links 10cm

Het waarom van een onder kader welke aan alle kanten 10cm onder de bouwplaat word bevestigd.

Later zal je ondervinden dat de bouwplaat daardoor in 45° en 90° te plaatsen valt. Ze hoeft niet alleen maar vlak te staan.
Indien je de laatste latjes en de dekzeeg gaat aanbrengen zal je tevreden zijn indien je de bouwplaat onder een hoek kan plaatsen.
Ook tijdens het aanbrengen van zijkant latjes is het al een iets wat je beter voor je werk laat staan.
Let even op het volgende. Indien je problemen hebt met de andere zijde van een romp in zowel voor als achterschip.
Is het hebben van een richel aan de bouwplaat wel heel aangenaam. Indien je dan nog eens iets op de bouwplaat kan vastzetten omdat er een 10 cm brede onderrand vrij is, dik voor mekaar ! We gaan even dat hoe twee zijden gelijk krijgen achterwege laten.

Besluit je gekopieerde spanten aan te wenden. Laat dan eens eenmalig dat gebruik achterweg.
- Je zal er uit leren hoe zelf een spant te tekenen.
- De begrippen, benamingen van lijnstukken beter opnemen.
- En op het einde trots zijn dat je iets hebt bijgeleerd.

Starten aan een eigen Spantenbord.

Je hebt nu alle maten van de spanten, Hoogte breedte. Om af te stappen van kopieerspanten, ga je nu eerst alle 8mm plaatjes van maat zagen.
Denk aan de 90° stand aub.
Zijn ze allen gezaagd. Dan heb je enkele gereedschappen van doen.
Een winkelhaak, liefts een met geen 45° stand aan de korte zijde (handvat).
Zacht potlood.
En indien je niet beschikt over een verstelbare puntpasser, kan het met strookjes papier ook vlot.
Hou in de gaten dat alle spantplaatjes met de juiste kant naar onder liggen. Die met de extra + 5cm.
Teken de midden van de plaatjes af en richt de aslijn/middenlijn op. Vervolg met de waterlijnen er op aan te brengen.
Waterlijn punten. Van bovenzicht lijnplan > elke corresponderende waterlijn op het spantenbord.
Doe dat tegelijk aan beide zijden van de aslijn/middenschip.
Je hebt nu alle referentiepunten waarin de kromme van de spantlijn normaal door dient te gaan.
Vergeet daarbij niet eerst uw dikte van het bekledingsmateriaal naar binnen af te trekken.
Als je een verstelbare steekpasser hebt, prima. Doe dan eerst verder alle spanten, ga daarna de dikte instellen.
Het punt waar je nu bent aangekomen, spantlijn –dikte materiaal -1mm, vormt de zaaglijn waar je de buitenzijde van de spant uitzaagt.
Om die spantlijn te stroken (voorzien van een kromme lijn) heb je twee mogelijkheden.
Het eerst en door mij aangewende, is door gebruik van de steekpasser, de binnenste even in het materiaal te drukken.
In dat punt sla ik een stiftnagel, voor de leek (dat is een nagel die gebruikt word in de kadermakerij , bij de overlengte geef je die een tik van het hamertje en die breekt binnen het materiaal af) . Ik zet er zo een op alle punten die zijn aan gepint.
Voorzichtig, niet te hard inslagen. Ding breekt snel.
Om de strooklijn aan te brengen kan je alles wat flexibel genoeg is aanwenden.
Je moet dat maar even uitproberen welke bij jouw de beste strooklijn geeft (denk er om geen knikken, een vloeiende lijn).
Die strooklat duw je tot tegen alle stiftnageltjes, en tekent langst de kant van de nagel de lijn af.
Zo, de eerste spant kromme is aangebracht.

Van volle en holle spanten


Bij volle heb je niets om de latere latjes er degelijk te kunnen op klemmen. Denk aan de te maken lijmverbinding.
We gaan ook niet meer de latjes nagelen, schieten, of wat ook. Lijmen op zich, indien correct uitgevoerd heeft sterkte genoeg om de boel aan elkaar te houden. Mijn keuze van lijm is waarschijnlijk ook niet de uwe. Ik hou het op watervaste witte houtlijm en het hoeft van mij geen sneldrogende te zijn.
Holle spant. Alleen hoe dik aan de buiten en bovenzijde. Zijde = buitenkant spant, bovenzijde = dekrondte.
Ter hoogte van de dekrondte laat je alle spanten doorlopen, niet inzagen.
De dikte van die buitenzijde, daarvan kan je enkel door te kijken van wat je aan spantangen in huis hebt een beslissing nemen.
Alleen , zorg ervoor dat je ze niet dunnen neemt dan 1,5cm .
Opspan gereedschap voor latjes. Meestal gebruikt men daarvoor van die rotte pvc klemmetjes, die bij de minste aanraking niet op hun plek blijven.
Ik heb hier U klemmetjes welke door een goedzetter ooit zijn aangemaakt, die werden in metaal vervaardigd en hebben een M6 draadstang.
Om die in te zetten liggen hier kleine reststukjes Propyleen plaat. Die gaan tussen de aan draaier en het houten latje.
Zo heb je geen deuk in het latje.
Zo laten we het deel latjes tot een volgende keer en richten ons eerst op de wijze van verlijmen.
Ongeacht de verwijzingen op de bussen lijm, vegen sommige er hun . . . . aan. Ze lijmen een zijde !
Let op, verzaagde zijden tegen elkaar kleven = geen goede verbinding veroorzaken.
Ga je dan maar een zijde inlijmen, zal de verbinding pover uitgevoerd zijn.

Even een onderbreking inlassen.

Je weet dat je ooit bij de rand van een romp zal aanbelanden. Velen denken dat die zeeglijn geen extra aandacht moet krijgen.
Wel, die zeeglijn is de verbinding tussen romp en dek, en vormt zo een latere breuklijn indien ze niet degelijk word uitgevoerd.
Zeg nu niet, ja maar. Er zijn jammer genoeg vele voorgangers die na enkele jaren met een gelost dek hun scheepje aan de kant dienden te zetten.
Extra aandacht gaat uit naar de zeeglijn. En het waarom de dek rondte iets naar binnen eerst afwerken.
Zeeglijn = De lijn van voor naar achterschip welke het dek weergeeft in de zij van het schip.
Let op, net daarboven lig bij sommige schepen nog een lijn. Dat is de zeeglijn op de as van het schip.
En daarboven ?
Zie je van voor naar achterschip, is de kromme of geknikte lijn de dek zeeg of dek ronte.
Bij oude schepen is het een rond staande lijn (welke in ronte meestal nog eens boller staat, opletten dus), bij nieuwere schepen een geknikte lijn.
Recht in het midden tot aan de zijkant van het luikhoofd, om van daar schuin naar de zijkant te lopen.
Als die deklijn overal identiek is, maak daar gewoon een sjabloon van, zo moet je die lijn al niet meer zelf op alle spantje aanbrengen (meten, tekenen, vermijd je daarmee)
Goed, de verbinding dekzeeg – romp . Kan je op twee manieren. Een complete lat van voor tot achter, dan moet je wel elke spant inzagen. Of, je brengt ze na het zetten van de spanten tussen elke spantafstand aan (zie daarbij dat de tussenlatjes goed passen).
Had je de dek rondte van iedere spant afgewerkt tot op +/- 5cm naar de aslijn toe.
Je zit daar nog met een deel spant materiaal aan het +5cm deel dat vol is. Die een brug vormen naar je bouwplaat.
Om er voor te zorgen dat de romp snel van de bouwplaat kan gehaald worden als die is afgewerkt, dien je die steunen smaller en vooral niet op de volle overschot breedte van de spant te laten. De keuze van hoe breed ze maken, zie je zelf wel.
Smallere spanten, war de brug geen 4cm breed is, laat je zo. Alle bredere spanten ga je langst de beide zijden een brug maken.

Mooi je hebt weer bijgeleerd en zit in spanning voor een ver gaand vraagstuk.
Waar blijft die nu met dat romp maken ?
 
Deel 4

Je gaat aan het spanten zetten begingen.

Je bent niet vergeten de spantsteunen al of niet uit te zagen, mooi.
We het over een eenmalige houten romp vervaardigen.
Je zet een romp in elkaar door een kruisverbinding van spant en huidbekleding te verlijmen.
Dan luid de vraag hoe dik moet je de latjes van de huidbeplating nemen.
Scheepslengtes tot 1.1m , 3mm. Tot 1.65m; 4mm, langer, iets dikker.
Om De spantvorm te schuren. Daar is een schuurschijf nuttig voor, of een schuurband machine.
Zorg ervoor dat je overal net de lijn nog ziet.
De spanten zij klaar om op het spantenbord gezet te worden. Daarbij de aandacht niet laten verslappen.
Maak het je gemakkelijk.

En bereid nu eerst de bouwplaat voor.

Daarop dienen de aslijn/middelschip en de spantafstanden aangebracht.
Zet de bouwplaat met de kader vast in een workmate (als je er een hebt.
Heb je er geen, zet twee latten onder de kader en span die op een tafel vast.
Aslijn , voornaamste richtlijn. Als je een winkelhaak gaat gebruiken om de spanten in lijn te krijgen, ga gewoon verder.
Indien je een vliegende aslijn wenst aan te wenden, even opletten.
Het nut van een boven de romp die je gaat maken vliegende aslijn heeft zijn nut.
Indien je bij het aanmaken en gereed maken van de spanten ,zeker in het geval een gekopieerde spant gebruikt word, toch ergens een foutje hebt gemaakt.
Kan je dat via de vliegende aslijn oplossen.
Hoe ziet die er dan uit. Voor en achteraan de bouwplaat richt je aan dezelfde kant van de aslijn op de bouwplaat, twee op 90° staanders op.
Zorg ervoor dat die zo weinig mogelijk kunnen bewegen.
Voor de lijn zelf, heb je van doen voldoende gevlochten elektriciteitsdraad. Ontmantel, draai er een streng uit.
Ga nu eerst en veertje met twee oog of haakjes zoeken. Heb je er geen en nog een uitgedroogde bik liggen, haal daar het veertje uit.
Aan een zijde de draad met een oog over de steun vastmaken, stukje verder een oog aan het veertje en afknippen.
Langst de ander zijde van de bouwplaat ook de draad met een oogje aan de steun vastmaken, aanspannen en die draad vastmaken aan het andere eind van het veertje. Zorg ervoor dat de draad goed staat aangespannen.
Zo, je hebt een vliegende aslijn, van waaruit je zonder winkelhaak ook verder kan.
Nu nog een loodlijn aanmaken, zodat je tevens kan kijken of je bouwplaat horizontaal vlak ligt (grapje )

Mooi, spanten zetten.

Je had 8mm dikke spantjes waar nu steunstukjes aan staan.
Om het gemakelijk te houden zorg je ervoor dat je een hoeveelheid vierkant geschaafde balkjes van minimaal 2.5 x 2.5 hebt liggen.
Die zaag je eerst op alle spant steun lengtes (deel wat op de bouwlaat komt te staan) af. Leg ze gelijk op de bouwplaat waar de maatspant dient te komen.
Er zijn twee wijzen van spant zetten mogelijk. De een gaat uit van, de romp word volledig losgeschroefd .
De ander, we zagen gewoon de spantsteunen door. Aan u de keuze.
Kies je voor romp. Ga je de balkjes langst de onderzijde vastschroeven. Neen niet nagelen.
Bij de steunkeuze, ga je dat langst boven doen. Inderdaad gemakkelijker.
Ik neem de laatste. En start met het zetten van de eerst voorspant (al of niet met blok aan).
Met in het achterhoofd, voorspanten dienen vooraan nog afgeschuind.
En Worden voor de spantlijn op de bouwplaat aangebracht en bij het achterschip , achter de spantlijn gewerkt.
Middenschip heeft geen belang indien de spanten niet verlopen. (smaller worden).
Vooraan zet je het vierkante balkje een spantdikte voor de spantlijn op de bouwplaat.
Doe je dom en zet je die achter de spantlijn, kan je aan de volgende spant begingen vloeken.
Eerste balkje staat vast, nu zet je de sant ervoor. Uitlijnen via de aslijn op de spant en via de aslijn op de bouwplaat.
Vliegende aslijn gebruiken als controle. Spant vastvijzen, neen niet nagelen. Klaar staat de eerste spant.
Ga zo door met de anderen.

Nu staan alle spanten.
Heb je een scheepstype met kiel, dan zitte er als het goed is reeds inkepingen in alle spanten waardoor de kiel dient te lopen.
Zo niet benne we dat even vergeten. Geeft niet, dat is op te lossen. Gebruik daarvoor een invallende kiel.
Aan die kiel dient dan ook nog een latje aan beide kanten aangebracht, waarop de kiel gang (eerste lat tegen de kiel) steun genoeg krijgt .
Voor de schepen zonder kiel. Neem een lat die minimaal 3mm breed is en schuin die aan een smalle zijde af op de halve graden stand die je meet op de middenspant. Verlijm en Leg die schuine kanten tegen elkaar . span zo goed mogelijk op en laat drogen.
Neem voor het drogen van hout lijm ruim wat meer tijd dan op de verpakkingen staat.
Van dit aangemaakte deel maak je binnen kiel stukken tussen de spanten. Mooi zuigend werken , zodat de spanten niet overhellen.
Lijm die allemaal vast over de hele lengte van het scheepje. Ja maar, hoor ik u roepen, wat met het voor en achter schip.
U heeft gelijk, ook ik werk daar met een dikker hout. 5mm dik , mijn keuze van breedte is ook 5mm.
Zo kan je die delen iets hoger vastlijmen en ze later wat bijschuren naar de benodigde ronding.
Het uitstroken van spantjes.
Het uitstroken van spanten word vaak achterwege gelaten, wegens te lastig.
Het is echter van belang om tijdens het aanbrengen van de buitenlatjes te beschikken over een zo groot mogelijk lijmvlak.
Ik hoor hier ook al een paar roepen, ik gebruik pu lijm. Dat is vulling en heeft zo goed als geen waarde indien het lijm vlak meer dan een 1 mm openstaat.
Dat stroken doe je met een strooklat. Het hoe is moeilijk via schrijven alleen uit te leggen. Je moet er wel zicht op hebben, geduld (dat ook weer) en een iets of wat vaste hand om met de elektrische vijl er deel per deel af te ritsen.

Nu komt iets waar menig modelbouwer kop nog staart aan krijgt. Zwaardere kost !

Hout soort. Voor modellen die op de kast staan, daarvoor heb je planken met een fijne houtnerf structuur van doen.
In ons geval is dat verwaarloosbaar. Een houten varend schip word later toch bekleed en geschilderd.
En er zijn nog zoveel soorten hout. Waaronder rode noorse green, eik, olm, merantie (maar daarmee moet je uitkijken welke soort merantie)
HOUT , latjes die na ze te hebben gezaagd nog steeds recht blijven. Neen ik loop niet naar de modelbouw winkel en niet naar de houthandel.
Ik recycleer ! Alle hout wat hier ligt, ligt minimaal 5 jaar op een zelfde temperatuur en luchtvochtigheid.
Waar halen, oude meubels , volle deuren, die anderen gewoon wegkieperen.
En ja af en toe een partijtje eiken boomplanken inslaan. Het is dan ook meestal Gratis materiaal.
En toch. Om die latjes te gaan maken heb je niet alleen kennis van hout nodig. Maar ook een vlak en van dikte bankje.
Een zaagtafeltje, niet te duur. En liefst een degelijke afzuiging, voor alles onder het houtstof hangt.
Heb ik niet, maar zeg het toch 
Nu Hout op zich heeft een aantal jaar de tijd van doen om van het leven af te geraken.
Dat leven blijft er ook al is het oven gedroogd vrij dikwijls nog inzitten. Dat merk je aan de slag die er in komt bij het verzagen.
Zie je een vlucht, is het hout nog in leven. Hout van 10 jaar heeft dat veel en veel minder.
Alleen, het moet dan wel uit een kwartier gezaagde boom komen. Door die zaagwijze verkrijgt men de kortste nerven (jaarringen).
Die zie je op de kopse kanten van het hout. Hoe langer de nerf, heb je op de zijkanten een grotere spiegel. Dus, zie je eerst naar de zijkant en zie je geen spiegel, dan is bij het kijken naar de kopskant en vast een korte nerf merkbaar.
Hoe dik of hoe dun ook een plank mag zijn of worden. Zelfs een dunnen plank met een lange nerf in de kop kan gaan trekken.
Een aandachtspunt dien ook aangegeven, zorg ervoor dat noesten (de weeren, of daar waar takken hebben gestaan) zo weinig mogelijk in het hout voorkomen.
Bij die noesten gaan de nerven verlopen en krijgt men bij verzagen in dunnere plankjes breukvlakken.
En daarom vind je bij de modelbouwwinkel lindenhouten latjes (soms ook in een ander soort hout). Met rechte draadnerf op de vlakke kanten.
Dat materiaal is mij al jaren te duur koop en vaak ook aan de korte maat kant. En aangezien we de latje dan zelf aanmaken, niets voor mij.
Laat de niet varenden die maar benutten.

Goed, kies je een bredere plank uit, die ongeveer de lengte heeft van de latjes die je van doen acht.
Verkeerd gedacht jongens, want hoe breed moeten latjes zijn om goed aan de spanten te stroken.
Daarvoor is de vorm van de spant iets om aandacht voor te hebben. Je legt nooit een te brede lat op een te kleine ronding.
Dan heb je slecht een mm lijmvlak en dat is veel te weinig. Hoe vlakker de spantvorm, des te breder de plankje.
Hoe ronder de vorm, hoe smaller de plankjes. Maar hoe smal.
Voor korte rondingen kan je de zelfde maat van breedte nemen als de dikte van het latje.
Later zie je wel of je er dan nog komt. Voor vlakke stukken kan je gaan tot 20mm.
Let echter op de normen en waarden zoals ze bij de scheepstimmerwerken in acht worden genomen.
Een plank lengte mag nooit korter zijn dan drie spant afstanden.
Ga je een plank vernieuwen, zorg er dan voor dat kopse kanten onder een hoek in elkaar gepast worden en vooral op een spant uitkomen.
Zijn deze gegevens in de modelbouw toe te passen? Ja ! Zo kan je met minimale lengtes hout ook nog wat stevigs in elkaar timmeren.
Stel je hebt een scheepstype met kiel waaraan de kielbalk een sleuf is ingewerkt waarin de huidplankjes vertrekken.
Ga niet zitten klooien met een volledige lengte latje. Maak er twee van en schuin de koppen van de twee af op 45°, zie wel dat ze op een spant uitkomen.
Echt, dit toepassen verkleint de stapel verloren hout. Alle hout wat niet langer meer is dan drie spantafstanden, brandhout !
Vorm eerst de breedte van een te benutten latje. Kijk eerst naar de kop nerf om van daaruit te bepalen hoe je de eerst zaag snee gaat nemen om te komen tot kort nerf latjes.
Schaaf die plank(je) eerst recht, van dikte. Waarna je de een derde zijde vlakschaafd.
Je bekomt een vlakke zijde geschaafd, twee smalle zijden geschaafd . De vierde zijde zaag je op dikte.
De gezaagde kant komt tegen de spanten aan.
Ga nooit bussels latjes in een keer aanmaken, anders bestaat nog altijd de kan dat er een deel kunnen weg gegooid worden.
Onder latjes aanbrengen bestaan ook heel veel blunders die je best vermijd.
Eentje wat het meest in het oog springt zijn de gaten tussen plankjes.
Ik weet het die kan je opvullen, maar, je vraagt je nooit af wat er geschied indien een verlijming en opvulling niet naar behoren zijn uitgevoerd.
Je raad het al, breuken. Als je latjes aanbrengt en die zijn niet allemaal overal even breed, zit je na er enkel te hebben aangebracht al met ongewenste openingen. Daarom zijn kant geschaafde latjes aan te maken. Als men het heeft over, dat smeer ik wel even bij.
Dan zeg ik en wat als het gaat lossen. Hoe dikker de smeer laag hoe hoger de kans op lossen blijft bestaan.
Nog maar te zwijgen over het extra schuurwerk.
Heeft de huidlaag aan de buitenzijde een geschaafd stukje houtwerk dan is die keuze een meer dan halvering van het schuurwerk.
Heeft het dan nut ? Voor mij wel.
Heel vaak meegemaakt en mogen op staan zien, zijn de latjes klemmers. Hard aanspannen mannen, anders krijgen we dat niet dicht.
Wel, smeer de twee tegen elkaar staande kanten in, doe ze even tegen elkaar heen en weer (je voelt ze aanzuigen, wel dan heeft de lijm houvast), zet met de klemmen vast (vooral niet overdrijven) en je zal zien dat de lijm de rest oplost.
De meesten hebben al een probleem bij het aanstroken van een losse plank tegen een verlijmde.
Blijf oefenen en lees het volgende. Een schip heeft een voor en achterschip waar latjes vaak bijeen komen, je hebt daarvoor twee mogelijke oplossingen.
Na het aanbrengen van de eerste lat bemerk je bij de tweede dat die over de eerst heen wenst te gaan.
Ga dit tegen door de tweede lat aan te passen tot dat niet meer geschied.
Tegenovergesteld is ook mogelijk. De aanleglat staat open. Is die opening te groot, zet er dan een spie tussen voor je verder gaat.
Het is allemaal niet lastig, het vraagt enkel aandacht en geduld.
Weerbarstige latjes. Je weet wel, je hebt ze gelijmd en na drogen lossen ze nog.
Oplossing, doorboren, tandenstoker punt erin en het lost nooit meer, of je hebt het gat te groot geboord.

Te ondhouden zijn :
- Ga nooit klakkeloos een plan benutten. Onderzoek eerst of het beantwoord aan het zijn van een behoorlijk plan !
- En, Meten is Weten !

Weet dat andere materialen ook kunnen om een romp uit te bouwen. Die hebben hun specifieke eisen, verwaarloos die niet en je hebt een varende romp.

Zo, tot zover de uitleg.
Groeten van Swake
 
Deel 5 is een kort stukje.


DEEL 5

Zoals men het vroeger deed.
Spanten met langslatten. Het was toen een soort van noodzaak. En ja ze hebben nut maar voor korter dan 1.2m scheepjes niet zo zeer.
Daarbij worden ze hier weggelaten. Enkel een kim lat heeft nut bij V vorm scheepjes.
Daar benut men plaatmateriaal als buiten bekleding en is het nuttig om een kim latje te benutten om zo de plaatjes meer lijm vlak te geven.
Schepen langer dan 1.2m en zonder kiel. Daar heeft het dan wel weer zin om twee langslatten in te werken, enkel, opletten bij twee schroevige schepen dat deze latten niet in de weg komen zitten van de schroefassen.


Het bekomen van een goed sluitende romp.


Daarvoor is het gebruik van geschaafde zijkanten van plankjes belangrijk te achten.
Neem je toch gezaagde, dan zit de kans erin dat je iets of wat gaat mislopen bij de volgende plankjes.
Denk maar aan een slag, veroorzaakt door het te wild doorzagen.
Een plots tegenkomen van een iets harder stuk waardoor het zaagje een wip krijgt.
Bij het verjongen van een latje, als je niet waakt over het stroken van de te maken verjonging, zit je te hard te wringen.
Met de latere gevolgen.

Mooi, maar. Wat zijn de merkelijke verschillen tussen statische en varende bouw van een romp.

- Statisch, daar hoeft de beplanking niet waterdicht uitgevoerd.
- Daar zie je in veel gevalle het gebruik van volle spanten.

Bij varende modellen, dient binnen in de romp het een en het ander aangebracht.
Bekijk sommige bouwpakketten, waarbij een lay-out plan jouw richtlijn is.
Heb je begrip van hoe een schip zonder lay-out in te gaan delen. Of zeg je, dat is voor later.
Een romp zonder lay-out, word hier fictief voor er een spant op de bouwplaat staat, ingedeeld .
Hoe zou jij het vinden indien de romp in elkaar staat en er binnenin stukken in de weg zitten.
Dat is foefelen. Verzin eer je begint, zeg het spreekwoord.

Indelen.

Had je alle onderdelen die in de romp komen bij elkaar. Zet ze dan even uit op grondplan en vervolgens je zij zicht.
De verdeling is eenvoudig, alleen, stroombedrading aan de andere zijde aanleggen, weg van alle kabels die van de ontvanger komen, plus de antenne.
Varende rompen worden altijd tot na het uitzetten van het uiteindelijke binnen werk, zonder dek gelaten.
Waarom, wel, na het afschuren, plamuren en aanbrengen van een grondlaag aan de buitenzijde.
Dient na het lossen van de romp eerst de binnenzijde van de romp goed behandelt.
Moest je toch eerst het dek erop hebben gelegd, kan je sommige plaatsen niet meer bereiken. Gevolgen komen dan later wel.

Beplanken van een varende romp.

Hoe de latjes van de romp bijdragen aan de stabiliteit van de romp zelf.
We hebben al gezegd, hoe langer de kopse nerf hoe meer kans dat ook een dun latje trekt. Meestal word daar door velen geen rekening mee gehouden. Gaat men dan een beplanking uitvoeren met teveel hier onder omschreven kopse tegen elkaar staande plankje. Dan veroorzaak je een zwakke plek.
Heel vaak en nog steeds gaan rompbouwers ervan uit dat latjes ook wel kop tegen kop aangebracht kunnen worden als ze een rechte zaag snee hebben. Dat is kiezen voor de minst goede oplossing. Net als bij de smalle rechte zijde een zaag snee toepassen.
Beplanking heeft bij de echte varende schepen regels. Waarom die dan ook niet in het klein gaan toepassen.
Kops koppelen van planken onder een hoek. Hoe dichter dat die bij 45° komt, des te groter word het lijmvlak.
Latlengtes, nooit korter dan 3 spantafstanden.
Let op de eind hoek van latten bij de verjong (smaller maken) delen.

attachment.jpg

Van lijmen, wel, watervaste houtlijm welke op een degelijke wijze word benut. Is voldoende om de romp deftig bij elkaar te houden. Velen zeggen, bij mij toch niet. Wel, als je witte hout lijm aanlengt, of het loopt bij aankoop al te snel uit de pot. Dan heb je later een slechtere verbinding.
De keuze van bouwen is altijd al iets geweest wat ieder voor zich moet beslissen. En gaat men toch iets meer aandacht voor de eerste stappen onderhouden, zal je later zeggen, had ik dat eerder geweten. Als je te zacht met te hard combineert en je brengt geen stabilisatie aan op het zachte gedeelte , zit je bij het schuren snel door het zachte heen. Tip, ga nooit met haast te werk. Overdenk eer je van start gaat. Weet je iets niet. Stel dan eerst de vragen ! En ga pas later met het bouwen aan de slag.

Hier houd het betoog op, uitgelult .
Moet er iemand met andere vragen in zijn maag zitten, horen wij dat graag.
Mvg,
Swake
 
Voor wie het onderwerp houten schepen maken interessant vind.

Een boek wat betreft de vroegere Houtscheepsbouw.

Degelijk met heel wat tekeningen & scheepsbegrippen.
Handboek voor de houtscheepmaker van Cornelis Brinkman en Jan Lienos. Uitgave Apa Fontes Pers
ISBN 90 302 9652 6 . Het laatste uitgegeven in 1980.

Daarbij een (voor mij te klein) woordje over kalfaten (het waterdichten). Gezien wat we in de loop der jaren gezien hebben met eigen ogen, zijn er nog twee verschillende kalfaat toepassingen die in dit boek niet aan de order zijn. Maar ja, toen was toen en werd het vermoedelijk nog niet toegepast de nieuwe wijze van . . . .
Wie dieper in het onderwerp wenst te graven heeft er een perfect referentie boek aan.

Mvg,
Swake
 
Zeer interessant maar vind hem nergens te koop staan :(
Kalfaten in modelbouw heb ik gedaan met zwarte stift aan zijkant van de plankjes, en ook met zwart papier er tussen te lijmen, eerst zwart papier in lijmen en dan je beplanking er op vast zetten, dan kun je met een scalpel het overtollige wegsnijden, lukte redelijk hoor.
Ook heb ik bij de H.M.S. Bounty een stukje met zwarte haren gedaan, en ook dat viel mee, kun je hier zien, http://www.modelbouwen.be/showthread.php?t=23&page=6
 
Hoi Dirk,



De SMA leden gebruiken ook zwart garen. Als je iets dikker breeuwsel wil bekomen, zelf draaien. teste een draad, maak aan een nagel een haakje, zet in je boormachine en draai een streng op (vergeet niet tegengestelde draairichting ten overstaan van de draairichting van het garen aan te houden) , vouw die daarna dubbel. = dubbel dik breeuwel.
Of het aan SMA leden vragen, die draaien hun koordekes ook zelf. zijn daar voor gesteld.
Ik doe het anders, om dwars te doen.
Ik frees een groefje in een zij van de latjes. Daarna zien we wel wat erin kan. (moet dat ook nog uitproberen)

Mvg,
Swake
 
Laatst bewerkt:
Ward hier op het forum, kent ook zeer veel van scheepsbouw en modelbouw, heeft ook les in school daarover, en hij maakt ook zijn touwen zelf, slaat ze ook zelf, zo noem je dat toch he, touw slaan.
 
Correct Dirk, men slaat een touw. Komt van garen in elkaar slaan door draaing.

Voor leering en vermaak.
 
sma heeft tog een draadslager in de club .
als je lid bent kan je het zelf slaan met hun machien.

ben al eens een paar keer naar hun opendeurdag gaan kijken en zelfs al van plan geweest om er bij te gaan maar ik ken er niemand en dan is de stap nogal groot om er bij te gaan.

en ik die vooral geintreseert ben in NL 17eeuwse scheepsbouw ( vlakbouw ) vond er ook niet direckt een aanknopings punt of iemand die het ook doet.
maar ze maken prachtige schepen hoor en er zit waarschijnlijk heel veel informatie in de club.
 
Een van de Verenigingen die al jaren hun eigen werkplaats hebben.


http://www.smamodelbouw.be/

Voor touwwerk zal je bij hen terecht kunnen, maar, men vraagt er wel om het eigen garen mee te brengen.
En het hangt af of het links of recht dient geslagen.
En dat kun je best aan hen vragen welk garen je moet voorzien, links of recht geslagen garen.

Mvg,
Swake
 
Het laatste Deel van mijn betoog , aan de hand van menig schrijfsel en vormwijze gehanteerd door bouwers van scheepsmodellen.
Lijkt herhalen steeds een noodzaak. Hoe of vanuit welke hoek men ook kijkt. Er is door soms het niet weten, aanleiding genoeg om nog even een bijvullende tekst hier onder te plaatsen.


Iemand een andere stellingsaanpak voorhouden wat betreft plooien van houten latjes.
Is en blijft al schrijvende een moeilijke opdracht.
Het is en blijft een vorm brandend vast zetten, zoals het in de houtscheepsbouw gebruikt werd.

De aandachtspunten zijn.

Ieder latje heeft zijn eigen kraakgrens.
Schuine nerf in de langs richting = kraakgrens word snel overschreden.
Zonder ondervinden hoever men ieder latje mag doorplooien is op papier niet uit te leggen.
Als je omschrijft hoever een latje van de vlam te houden, daar moet men ook van zeggen dat green sneller opbrand dan eik.
Waardoor daarover kennis opdoen, het ook zelf naar opzoek gaan is.
Geweten is dat goed plooibaar hout al brandende in een maximale in een bocht welke 5 x de dikte van het latje , te trekken is.
En ja er kunnen er veel breken voor je de vorm bereikt.

Je kijkt naar een andermans instelling. Bv. Dat verwarmen met een strijkbout.

Men gaat daar de zijkant van een latje opwarmen. En bekijkt het latere eindresultaat.
Van een korte bocht kan je niet spreken, het is er een zeer lang gerekte.
Gaat ook moeilijk vermits men niet de achterkant van het latje opwarmde.
Dan de terechte opmerking. Welke vanuit de houten scheepsbouw te vinden is.
Het plooien door middel van mal gebruik.
Daarvan enkel, zie je die timmermannen al telkens er een kromming aan een plank aangebracht is of werd, met die plank onder de arm, de plank voor de kromming houden. Ik niet. Die plooi-mal werd en word aan de hand van spant en lijn plan aangemaakt.
In modelbouw hoeft men zo een mal niet toe te passen.
Je hebt de te plooien ronding, indien je een lijn plan voor je hebt liggen, reeds voor je neus liggen.
Men moet het enkel weten te gebruiken. En we kunnen dat omschrijven, maar gaat een lezer het ook snappen ?

Vb: latjes in de ronding plooien bij een voor of achterschip via de dichts bijliggende waterlijn met de kortste ronding.
Copy voor en achterstuk van het waterlijn plan kleef je op een bruikbaar mdf plaatje. Zie je wat ik bedoel.

En dan de vraag, hoe zit het met dat verloop in de hoogte. Of een verdraaiing.
Ook die maten heb je voor je neus liggen. Spantenbord !

Je keuze blijft wateren. Men denkt dat men het beste bezig is en vergeet de gulden hout regel. Droog hout maak je nooit meer nat.
Men houd het zo droog mogelijk. Van mij mogen die denkers blijven verder doen zoals ze bezig zijn.
Maar mij zie je dat niet doen. Ik kan hier ook nog een toevoeging over gaan plegen, waarom. Maar doe ik niet, of je moest het me vragen.





Aandacht hebben voor het aanwerken van latjes, in het bijzonder voor varende modelbouw.
Daarover is ook nog wat te zeggen. Hoe meer ik kijk, hoe meer ik mij de vraag stel, hoe en op welke werkwijze heeft de bouwer een latje aangebracht.
Neen, het is geen verwijzing aan de hand van wat ik zie. Het is een attentie punt.
Een statische model is geen varend model !
Statische heeft het geen belang om latjes kops op 45° te gaan zagen.
Alhoewel het aangenamer is om vanuit het midden van het schip naar de rondingen toe een extra klem hoek te hebben.
Daarvoor dient men de latjes naar het voorschip met de 45°punt naar de buitenkant aan te brengen.
En naar het achterschip idem. Je hebt nu een klem punt waarachter de 45° hoek van het te buigen latje achter steekt en daardoor niet weg kan springen.
Maar, en daar zie ik dan een foutje dat nog gemaakt word. Het is eerst zaak om de kop aan voor en achter kiel eerst aan te maken en te vervolgen met het eerst buigen van het latje, voor je de 45° lengte van het latje gaat afschijven.
Wat bekomt men (indien je het degelijk uitvoert), een degelijke aansluitende lat aan de kiel zijde.
Door latjes op 45° te gaan zagen bekomt men een groter kopse verlijm oppervlakte.
Heeft men het latje een halve tot een hele millimeter langer gezaagd, zorgt de 45 kopse kant voor een nog betere dichting.
Tevens is het in lijn brengen van de latjes vergemakkelijkt .

Ongetwijfeld gaat men vragen, hoe zit het met het aanmaken van een (positieve)mal .
Indien iemand van een mal welke aan de hand van bovenstaande is uitgevoerd gaat gebruik maken.
Dan moet de mallen aan maker nog oog hebben voor uitstekende en haperende delen.
Zelfs de wijze van vlakke delen behandelen is daarbij genoodzaakt.
Hoeveel het scheelt weten de negatieve mallenmakers u wel te vertellen.
Bij de mal aanmaak er geen zorg aan besteden, heeft gevolgen.
Indien een positieve mal kapot getrokken word bij het lossen van de negatieve mal.
Is en blijft het de vraag of de positieve al dan niet nog bij te werken is.
Zorgen en zorg besteden door aandacht te schenken aan hoe een mal aan maken.
Zorgt er mee voor dat de positieve mal in de toekomst zonder al te veel schade nogmaals kan gebruikt worden.

Mvg,
Swake
 

Users who are viewing this thread

Terug
Bovenaan