Beste modelbouwers,
Het is al een tijdje geleden dat we nog een update hebben gegeven aan de bouw van onze Space Shuttle ATLANTIS.
Na de constructie van de Boosters en de Externe Tank gaan we vandaag over tot de bouw van de Orbiter (Space Shuttle).
Fase 2. Bouw van de Space Shuttle.
Een woordje uitleg over de Space Shuttle.
De Space Shuttle was 37,23 m lang en 23,79 m breed (vleugeltip tot vleugeltip).
Inclusief externe brandstoftank en boosters had de combinatie een hoogte van 56, 14 m.
Het startgewicht bedroeg ongeveer 2 miljoen kg (landingsgewicht ongeveer 104.000 kg) en de Space Shuttle haalde een snelheid van meer dan 27.000 km/u (eenmaal in de ruimte bijna 29.000 km/u). Het maximum laadgewicht bedroeg ongeveer 28.000 kg.
De Space Shuttle werd bij de lancering aangedreven door vijf grote motoren namelijk de motoren van de twee boosters en de drie motoren die zich achteraan het ruimteveer bevonden (de zogenaamde SSME’s of Space Shuttle Main Engines). Deze SSME’s werden gevoed door de externe tank.
Naast de vijf grote motoren had het ruimteveer nog tal van andere motoren die tijdens de ruimtevlucht werden gebruikt. Zo vinden we achteraan twee motorgondels terug waarop een aantal motoren (thrusters) waren bevestigd namelijk ;
- De OMS (Orbital Maneuvering System). Dit waren de twee grotere motoren die naar achteren gericht stonden en werden gebruikt om versnellingen te maken tijdens de missie in de ruimte.
- De RCS (Reaction Control System.) Deze kleinere motoren ( stuurmotoren) moesten dienen voor het uitvoeren van specifieke maneuvers (afremmen, koerscorrecties, rolmaneuvers….). Zij bevonden zich achteraan op de motorgondels (28 RCS) en in de neussectie (16 RCS, zichtbaar als ovale gaten links, rechts en boven op de neus). De brandstof voor de OMS en RCS bevond zich in de motorgondels (voor de achterste motoren) en in de neussectie (voor de voorste motoren).
Voor de bouw van de Space Shuttle voegen we de twee helften van de romp samen (onderdeel Nr 1 en Nr 14) en plaatsen hierin de ligplaats van de voorste wielen (onderdeel Nr 5) en de payload (onderdeel Nr 7).
De payload is in principe niet zichtbaar en het is dus niet echt nodig om deze in te bouwen. Ik heb deze enkel in de shuttle gelijmd omdat dit de stevigheid van de constructie ten goede komt.
Hierna worden de basis van de SSME’s (onderdeel Nr 6), de voorste RCS thrusters (Reaction Control System - onderdeel Nr 36, en de cockpitramen geplaatst. Hier stelde zich een klein probleempje. De cockpitramen werden aangebracht nadat de twee romphelften aan mekaar waren gekleefd (conform het bouwplan). Dit bleek echter niet de juiste manier. De cockpitramen waren immers achteraf onder geen enkel beding op een normale manier in het model te krijgen. Een slaafse opvolging van het bouwplan was blijkbaar niet de juiste aanpak voor dit onderdeel (de meeste zaken heb ik in de voorbereiding nagekeken en uitgetest doch dit probleempje was me ontgaan…).
Dan maar een beetje improviseren. Door enkele stukjes sprue op de cockpitramen te kleven kon ik deze gemakkelijk vastnemen en op een vlotte manier van binnen uit in hun ligplaats manoeuvreren (zie
foto Nr 34). Een redelijke hoeveelheid secondelijm volstond om alles muurvast te zetten. Later zullen de randen verder worden opgevuld met secondelijm en grondig worden opgeschuurd zodat de ramen naadloos overgaan in de romp. De vensters zelf zullen op het einde van de bouw worden voorgesteld met decals.
Foto Nr 34
Een beetje improvisatie voor het aanbrengen van de cockpit ramen. De randen zullen achteraf worden opgevuld met secondelijm waardoor zij naadloos zullen overgaan in de romp. De cockpit vensters zullen later worden voorgesteld door decals.
Nu kunnen de luiken van de cargoruimte worden aangebracht (onderdeel Nr 34 en 35) en kunnen we overgaan tot het vastzetten van de vleugels. De luiken van de cargoruimte welke gegraveerd zijn dienen na het lijmen hier en daar hersteld te worden. Eigenlijk zijn de gravures iets te zwaar en ik heb de keuze tussen het opvullen van de groeven of deze zo te laten. Ik besluit voor de laatste optie te kiezen en de groeven te behouden. Door deze later te accentueren met een hele fijne zwarte of grijze decal kan ik de zware accenten van een te zware groef een beetje opvangen.
In deze fase van de bouw wordt de aansluiting van de Space Shuttle met de Externe Tank nog eens grondig nagekeken waarbij vooral de nodige aandacht gaat naar de slede en de aansluitingen van de brandstofleidingen (onderdelen 57 en 68 + zie ook plaatsing slede bij de bouw van de Externe Tank in het vorig deel van het verslag
foto Nr 24 en
foto Nr 25).
Pas nadat ik zeker ben dat alle onderdelen perfect in mekaar passen ga ik over tot het aanbrengen van de onderste vleugelhelft (onderdeel Nr 31). Hiervoor dient eerst nog een kleine aanpassing te worden uitgevoerd.
Uit ervaring weet ik dat de aansluitingen van draagbalken (zoals hier bij de slede) soms niet sterk genoeg zijn. De stevigheid van de taps waarmee de draagbalken aan de onderkant van de Space Shuttle worden bevestigd laten ook hier te wensen over. Meestal plaats ik in zo’n geval kleine stukjes staaldraad of koperdraad (stiften) in de taps zodat alles goed kan worden vastgezet. Om dit te kunnen uitvoeren moeten eerst gaatjes worden geboord waarin dan later deze stiftjes kunnen worden geplaatst.
Om de stiften goed te kunnen vastzetten in de Space Shuttle heb ik eerst het plastiek van het model versterkt (d.w.z. dat ik een stevige basis voorzag waarin later deze asjes komen te zitten).
Juist onder de vleugel, op de plaats waar de stiftjes zullen worden aangebracht heb ik in de constructie van de Space Shuttle twee balkjes in plastiek van 4,8 mm x 4,8 mm (evergreen Nr 196) geplaatst.
Foto Nr 28 (vorig deel van het verslag) toont de plaats waar deze versteviging werd aangebracht en
foto Nr 27 (eveneens vorig deel van het verslag) toont de stiftjes zoals zij werden bevestigd in de taps van de slede..
Op
foto Nr 29 kan je zien waar de taps zich situeren onderaan de romp van de Space Shuttle (puntje aangeduid met pijl).
Pas nu kunnen de bovenste vleugelhelften (onderdeel Nr 32 en 33) worden gemonteerd.
Rest dan nog het aanbrengen van de motorgondels achteraan (OMS of Orbital Maneuvering System – onderdelen 15 t.e.m. 19 en 20 t.e.m. 24) en het monteren van de wielluiken (onderdeel Nr 49, 50, 51 en 52). Nu kunnen randen en kiertjes worden opgevuld en kan het schuurwerk beginnen.
De opliggende lijnen op de zijkant van de romp worden bij het lijmen en opschuren beschermd met tape (
foto Nr 35). Deze lijnen blijven niet allemaal behouden doch worden ook niet volledig weggeschuurd omdat zij bij het verven zullen dienen als leidraad voor het afplakken van de verschillende delen (witte romp, isolerende dekens op de zijkant van de romp en de bovenkant van de vleugels, zwarte oppervlakken met hittetegels enz…).
Foto Nr 35
Ruwe montage van de Space Shuttle na een eerste schuurbeurt. De tape moet de opliggende lijnen op de zijkant beschermen zodat deze later nog kunnen dienen als leidraad voor het afbakenen van de verschillende zones op romp en vleugels.
Nu kunnen de laatste aanpassingen en toevoegingen gebeuren.
Eerst worden kleinere nog resterende oneffenheden weggewerkt met Tamiya white putty en secondelijm.
Vervolgens worden een tweetal stuwmotoren van het RCS bovenaan de neussectie aangebracht (deze ontbreken op het model).
De motoren zelf maken als resin onderdeel deel uit van de update set maar zij zijn niet echt correct. De resin onderdelen liggen bij montage gedeeltelijk op de buitenwand van de Space Shuttle terwijl zij in werkelijkheid verzonken liggen in de buitenwand. Er zit dus niets anders op dan de motoren zelf te maken. Eerst wordt de positie bepaald van de motoren. Hiervoor maak ik gebruik van een sjabloontje dat bij de update set is gevoegd (
foto Nr 36). Vervolgens wordt een stuk van een gietboom afgerond en verkleind tot zo’n 5 mm diameter (foto Nr 37). Nu worden de gaten geboord (ligplaats van de motoren) en worden twee stukjes van de gietboom in deze gaten gelijmd
(
foto Nr 37 ). Vervolgens worden de stukjes gietboom afgesneden en gladgeschuurd waarna de gaatjes die de motoren voorstellen worden geboord (foto Nr 39). Als laatste bewerking worden in de diepst gelegen gaatjes enkele ronde stukjes plasticard (gemaakt met Punch & Die set 0.7 en 1.2 mm) gelijmd en verkrijgen we het eindresultaat, namelijk twee motoren die mooi verzonken liggen in de buitenwand van de Space Shuttle (foto Nr 40).
Foto Nr 36
Plaatsbepaling motoren RCS vooraan.
Foto Nr 37
Aanpassen stukje gietboom.
Foto Nr 38
Een tweetal stukjes gietboom en flink wat secondelijm als basis voor de ontbrekende stuwmotoren.
Foto Nr 39
Boren van gaatjes die de stuwmotoren voorstellen.
Foto Nr 40
Afgewerkte stuwmotoren.
Na de correctie van het voorste RCS worden achteraan de RCS thrusters geplaatst (onderdelen Nr 16-18-19-21-23-24) en wordt met een stukje plasticard van 0,5 mm dikte een kleine wijziging toegevoegd aan de motorgondels (onderdeeltjes ter vervanging van de resin onderdeeltjes uit de update set).
Normaal moeten nu de contactpunten van de umbilical (contactpunten waarmee de Space Shuttle ter hoogte van de motorgondels verbonden is met het lanceerplatform) en het toegangsluik worden aangebracht. Hiervoor zijn PE onderdelen voorzien in de update set. Ik heb de indruk dat deze PE onderdelen echter iets te groot zijn in verhouding tot het model (het reliëf is iets te nadrukkelijk aanwezig voor deze schaal) waarbij ik besluit om deze details in een latere fase weer te geven door middel van decals. Ook de scharnieren van de cargodeuren zullen later worden voorgesteld met decals omdat ook deze details in PE iets te groot zijn.
Foto Nr 41 toont de laatste aanpassingen aan de Space Shuttle.
Foto Nr 41
Aanbrengen laatste details aan de Space Shuttle alvorens een nieuwe schuurbeurt kan worden ingelast. Kleinere resterende oneffenheden werden weggewerkt met Tamiya white putty en secondelijm, de voorste stuwmotoren werden toegevoegd, het achterste RCS systeem werd geplaatst en de motorgondel s werden licht aangepast met een stukje plasticard.
Rest nog het aanbrengen van de hoofdmotoren. Hiervoor zullen de resin motoren uit de update set worden gebruikt. De motoren (SSME’s en OMS) worden in deze fase van de bouw zuiver gemaakt en even op het model geplaatst doch zij zullen pas bij het einde van de bouw (bij de eindassemblage) definitief worden gemonteerd.
Foto Nr 42 toont de originele motoren uit de bouwdoos en de motoren in resin uit de update set.
Foto Nr 43 toont de afgewerkte Space Shuttle. Klaar om te verven.
Foto Nr 42
Originele motoren uit de bouwdoos en resin motoren uit de update set.
Foto Nr 43
Afgewerkte Space Shuttle, klaar om te verven. De motoren werden reeds zuiver gemaakt en aangepast. Zij zullen pas bij de eindmontage worden aangebracht.
Tot de volgende…