Hoofdsponsor

1/144 Space Shuttle ATLANTIS STS-45 (vlucht met Dirk Frimout).[wip]

Wow dat blijft toch altijd enorm indrukwekkend he , ziet er al prachtig uit
mijn interesse blijft nog altijd groots
Marc
 
Aibuske,

In uw handen komt dat meer of goed. Het is een lust om te zien hoe je van een eenvoudige kit zo'n supergedetailleerd model gaat maken.
Ik volg man... ;)
 
De werkwijze is geweldig en spreekt me zeer aan.
Technisch sta ik niet zo sterk betreft uitrekenen van schalen maar de praktijk volg ik op de voet en leer weer bij.
Sterk wat je daar weer neerzet.
 
Weer een update om U tegen te zeggen.
Doet er mij aan denken dat ik die draak van een kit van de Revell Space Shuttle Atlantis op 1/72 hier ook nog liggen heb.
 
Weer een update om U tegen te zeggen.
Doet er mij aan denken dat ik die draak van een kit van de Revell Space Shuttle Atlantis op 1/72 hier ook nog liggen heb.

Die draak valt eigenlijk nogal mee hoor :dry: . Wat juistheid van afmetingen en concept betreft heb ik al slechter kwaliteit gezien. Uiteraard dient een en ander te worden aangepast en met vervanging van motoren (door aftermarket) en decals (opschriften, hittetegels…) kom je ook al een heel eind verder.
Het is uiteraard geen kit voor beginners.
 
Dat is wel een mooi staaltje van aanpak! Ga dit verder volgen :)
 
Foto op #29 zichtbaar voor mij maar verder niets.
 
Foto op #29 zichtbaar voor mij maar verder niets.

Aan gonsken en Pascal.
Ik ben momenteel de mogelijkheden met Flickr aan het uittesten voor wat het opladen van foto's betreft.
Laatste test (rubriek "opladen foto's") is OK. Voor mij lijkt het probleem van de foto's opgelost :)
 
top ! leuk dat het gelukt is .. in het begin was foto op 29 niet zichtbaar .. maar na een tijdje wel .. mss had het tijd nodig (trage machine) ??
 
Hallo, alles is inderdaad mooi zichtbaar.
Waarvoor dienen die witte en grijze staafjes bij het verlijmen van de space shuttle ?
 
Hallo, alles is inderdaad mooi zichtbaar.
Waarvoor dienen die witte en grijze staafjes bij het verlijmen van de space shuttle ?

Deze staaf maakt deel uit van de volgende update aan het verslag en ik kom daar in detail op terug. De foto dient hier enkel als test. Nu het probleem met de foto's is opgelost mag je de update aan het topic Space Shuttle snel verwachten :dry:
 
Beste modelbouwers,
Het is al een tijdje geleden dat we nog een update hebben gegeven aan de bouw van onze Space Shuttle ATLANTIS.
Na de constructie van de Boosters en de Externe Tank gaan we vandaag over tot de bouw van de Orbiter (Space Shuttle).

Fase 2. Bouw van de Space Shuttle.

Een woordje uitleg over de Space Shuttle.

De Space Shuttle was 37,23 m lang en 23,79 m breed (vleugeltip tot vleugeltip).
Inclusief externe brandstoftank en boosters had de combinatie een hoogte van 56, 14 m.
Het startgewicht bedroeg ongeveer 2 miljoen kg (landingsgewicht ongeveer 104.000 kg) en de Space Shuttle haalde een snelheid van meer dan 27.000 km/u (eenmaal in de ruimte bijna 29.000 km/u). Het maximum laadgewicht bedroeg ongeveer 28.000 kg.

De Space Shuttle werd bij de lancering aangedreven door vijf grote motoren namelijk de motoren van de twee boosters en de drie motoren die zich achteraan het ruimteveer bevonden (de zogenaamde SSME’s of Space Shuttle Main Engines). Deze SSME’s werden gevoed door de externe tank.
Naast de vijf grote motoren had het ruimteveer nog tal van andere motoren die tijdens de ruimtevlucht werden gebruikt. Zo vinden we achteraan twee motorgondels terug waarop een aantal motoren (thrusters) waren bevestigd namelijk ;
- De OMS (Orbital Maneuvering System). Dit waren de twee grotere motoren die naar achteren gericht stonden en werden gebruikt om versnellingen te maken tijdens de missie in de ruimte.
- De RCS (Reaction Control System.) Deze kleinere motoren ( stuurmotoren) moesten dienen voor het uitvoeren van specifieke maneuvers (afremmen, koerscorrecties, rolmaneuvers….). Zij bevonden zich achteraan op de motorgondels (28 RCS) en in de neussectie (16 RCS, zichtbaar als ovale gaten links, rechts en boven op de neus). De brandstof voor de OMS en RCS bevond zich in de motorgondels (voor de achterste motoren) en in de neussectie (voor de voorste motoren).


Voor de bouw van de Space Shuttle voegen we de twee helften van de romp samen (onderdeel Nr 1 en Nr 14) en plaatsen hierin de ligplaats van de voorste wielen (onderdeel Nr 5) en de payload (onderdeel Nr 7).
De payload is in principe niet zichtbaar en het is dus niet echt nodig om deze in te bouwen. Ik heb deze enkel in de shuttle gelijmd omdat dit de stevigheid van de constructie ten goede komt.
Hierna worden de basis van de SSME’s (onderdeel Nr 6), de voorste RCS thrusters (Reaction Control System - onderdeel Nr 36, en de cockpitramen geplaatst. Hier stelde zich een klein probleempje. De cockpitramen werden aangebracht nadat de twee romphelften aan mekaar waren gekleefd (conform het bouwplan). Dit bleek echter niet de juiste manier. De cockpitramen waren immers achteraf onder geen enkel beding op een normale manier in het model te krijgen. Een slaafse opvolging van het bouwplan was blijkbaar niet de juiste aanpak voor dit onderdeel (de meeste zaken heb ik in de voorbereiding nagekeken en uitgetest doch dit probleempje was me ontgaan…).
Dan maar een beetje improviseren. Door enkele stukjes sprue op de cockpitramen te kleven kon ik deze gemakkelijk vastnemen en op een vlotte manier van binnen uit in hun ligplaats manoeuvreren (zie foto Nr 34). Een redelijke hoeveelheid secondelijm volstond om alles muurvast te zetten. Later zullen de randen verder worden opgevuld met secondelijm en grondig worden opgeschuurd zodat de ramen naadloos overgaan in de romp. De vensters zelf zullen op het einde van de bouw worden voorgesteld met decals.

50869774233_20d37c3f50_k.jpg
Foto Nr 34
Een beetje improvisatie voor het aanbrengen van de cockpit ramen. De randen zullen achteraf worden opgevuld met secondelijm waardoor zij naadloos zullen overgaan in de romp. De cockpit vensters zullen later worden voorgesteld door decals.

Nu kunnen de luiken van de cargoruimte worden aangebracht (onderdeel Nr 34 en 35) en kunnen we overgaan tot het vastzetten van de vleugels. De luiken van de cargoruimte welke gegraveerd zijn dienen na het lijmen hier en daar hersteld te worden. Eigenlijk zijn de gravures iets te zwaar en ik heb de keuze tussen het opvullen van de groeven of deze zo te laten. Ik besluit voor de laatste optie te kiezen en de groeven te behouden. Door deze later te accentueren met een hele fijne zwarte of grijze decal kan ik de zware accenten van een te zware groef een beetje opvangen.

In deze fase van de bouw wordt de aansluiting van de Space Shuttle met de Externe Tank nog eens grondig nagekeken waarbij vooral de nodige aandacht gaat naar de slede en de aansluitingen van de brandstofleidingen (onderdelen 57 en 68 + zie ook plaatsing slede bij de bouw van de Externe Tank in het vorig deel van het verslag foto Nr 24 en foto Nr 25).
Pas nadat ik zeker ben dat alle onderdelen perfect in mekaar passen ga ik over tot het aanbrengen van de onderste vleugelhelft (onderdeel Nr 31). Hiervoor dient eerst nog een kleine aanpassing te worden uitgevoerd.

Uit ervaring weet ik dat de aansluitingen van draagbalken (zoals hier bij de slede) soms niet sterk genoeg zijn. De stevigheid van de taps waarmee de draagbalken aan de onderkant van de Space Shuttle worden bevestigd laten ook hier te wensen over. Meestal plaats ik in zo’n geval kleine stukjes staaldraad of koperdraad (stiften) in de taps zodat alles goed kan worden vastgezet. Om dit te kunnen uitvoeren moeten eerst gaatjes worden geboord waarin dan later deze stiftjes kunnen worden geplaatst.
Om de stiften goed te kunnen vastzetten in de Space Shuttle heb ik eerst het plastiek van het model versterkt (d.w.z. dat ik een stevige basis voorzag waarin later deze asjes komen te zitten).
Juist onder de vleugel, op de plaats waar de stiftjes zullen worden aangebracht heb ik in de constructie van de Space Shuttle twee balkjes in plastiek van 4,8 mm x 4,8 mm (evergreen Nr 196) geplaatst. Foto Nr 28 (vorig deel van het verslag) toont de plaats waar deze versteviging werd aangebracht en foto Nr 27 (eveneens vorig deel van het verslag) toont de stiftjes zoals zij werden bevestigd in de taps van de slede..
Op foto Nr 29 kan je zien waar de taps zich situeren onderaan de romp van de Space Shuttle (puntje aangeduid met pijl).

Pas nu kunnen de bovenste vleugelhelften (onderdeel Nr 32 en 33) worden gemonteerd.
Rest dan nog het aanbrengen van de motorgondels achteraan (OMS of Orbital Maneuvering System – onderdelen 15 t.e.m. 19 en 20 t.e.m. 24) en het monteren van de wielluiken (onderdeel Nr 49, 50, 51 en 52). Nu kunnen randen en kiertjes worden opgevuld en kan het schuurwerk beginnen.
De opliggende lijnen op de zijkant van de romp worden bij het lijmen en opschuren beschermd met tape (foto Nr 35). Deze lijnen blijven niet allemaal behouden doch worden ook niet volledig weggeschuurd omdat zij bij het verven zullen dienen als leidraad voor het afplakken van de verschillende delen (witte romp, isolerende dekens op de zijkant van de romp en de bovenkant van de vleugels, zwarte oppervlakken met hittetegels enz…).

50870487396_87acc571f0_k.jpg
Foto Nr 35
Ruwe montage van de Space Shuttle na een eerste schuurbeurt. De tape moet de opliggende lijnen op de zijkant beschermen zodat deze later nog kunnen dienen als leidraad voor het afbakenen van de verschillende zones op romp en vleugels.

Nu kunnen de laatste aanpassingen en toevoegingen gebeuren.
Eerst worden kleinere nog resterende oneffenheden weggewerkt met Tamiya white putty en secondelijm.
Vervolgens worden een tweetal stuwmotoren van het RCS bovenaan de neussectie aangebracht (deze ontbreken op het model).
De motoren zelf maken als resin onderdeel deel uit van de update set maar zij zijn niet echt correct. De resin onderdelen liggen bij montage gedeeltelijk op de buitenwand van de Space Shuttle terwijl zij in werkelijkheid verzonken liggen in de buitenwand. Er zit dus niets anders op dan de motoren zelf te maken. Eerst wordt de positie bepaald van de motoren. Hiervoor maak ik gebruik van een sjabloontje dat bij de update set is gevoegd (foto Nr 36). Vervolgens wordt een stuk van een gietboom afgerond en verkleind tot zo’n 5 mm diameter (foto Nr 37). Nu worden de gaten geboord (ligplaats van de motoren) en worden twee stukjes van de gietboom in deze gaten gelijmd
(foto Nr 37 ). Vervolgens worden de stukjes gietboom afgesneden en gladgeschuurd waarna de gaatjes die de motoren voorstellen worden geboord (foto Nr 39). Als laatste bewerking worden in de diepst gelegen gaatjes enkele ronde stukjes plasticard (gemaakt met Punch & Die set 0.7 en 1.2 mm) gelijmd en verkrijgen we het eindresultaat, namelijk twee motoren die mooi verzonken liggen in de buitenwand van de Space Shuttle (foto Nr 40).

50870489666_9b1264c59f_k.jpg
Foto Nr 36
Plaatsbepaling motoren RCS vooraan.

50868985853_374a29aa9b_k.jpg
Foto Nr 37
Aanpassen stukje gietboom.


50869011903_607c0fd895_k.jpg
Foto Nr 38
Een tweetal stukjes gietboom en flink wat secondelijm als basis voor de ontbrekende stuwmotoren.

50873410198_bc419e4dcc_k.jpg
Foto Nr 39
Boren van gaatjes die de stuwmotoren voorstellen.

50873411223_a67372fd48_k.jpg
Foto Nr 40
Afgewerkte stuwmotoren.

Na de correctie van het voorste RCS worden achteraan de RCS thrusters geplaatst (onderdelen Nr 16-18-19-21-23-24) en wordt met een stukje plasticard van 0,5 mm dikte een kleine wijziging toegevoegd aan de motorgondels (onderdeeltjes ter vervanging van de resin onderdeeltjes uit de update set).
Normaal moeten nu de contactpunten van de umbilical (contactpunten waarmee de Space Shuttle ter hoogte van de motorgondels verbonden is met het lanceerplatform) en het toegangsluik worden aangebracht. Hiervoor zijn PE onderdelen voorzien in de update set. Ik heb de indruk dat deze PE onderdelen echter iets te groot zijn in verhouding tot het model (het reliëf is iets te nadrukkelijk aanwezig voor deze schaal) waarbij ik besluit om deze details in een latere fase weer te geven door middel van decals. Ook de scharnieren van de cargodeuren zullen later worden voorgesteld met decals omdat ook deze details in PE iets te groot zijn.
Foto Nr 41 toont de laatste aanpassingen aan de Space Shuttle.

50874120406_9ec5ba66d8_k.jpg
Foto Nr 41
Aanbrengen laatste details aan de Space Shuttle alvorens een nieuwe schuurbeurt kan worden ingelast. Kleinere resterende oneffenheden werden weggewerkt met Tamiya white putty en secondelijm, de voorste stuwmotoren werden toegevoegd, het achterste RCS systeem werd geplaatst en de motorgondel s werden licht aangepast met een stukje plasticard.

Rest nog het aanbrengen van de hoofdmotoren. Hiervoor zullen de resin motoren uit de update set worden gebruikt. De motoren (SSME’s en OMS) worden in deze fase van de bouw zuiver gemaakt en even op het model geplaatst doch zij zullen pas bij het einde van de bouw (bij de eindassemblage) definitief worden gemonteerd.
Foto Nr 42 toont de originele motoren uit de bouwdoos en de motoren in resin uit de update set.
Foto Nr 43 toont de afgewerkte Space Shuttle. Klaar om te verven.

50873413718_24502cdf6d_k.jpg
Foto Nr 42
Originele motoren uit de bouwdoos en resin motoren uit de update set.

50874122366_f657ccb5c0_k.jpg
Foto Nr 43
Afgewerkte Space Shuttle, klaar om te verven. De motoren werden reeds zuiver gemaakt en aangepast. Zij zullen pas bij de eindmontage worden aangebracht.

Tot de volgende…
 
Laatst bewerkt:
Toch redelijk wat verbeteringen en aanpassingen moeten aanbrengen zie ik maar het resultaat mag er zijn.
 
Dit is een toestel waar ik toen van dacht dat de menselijk vernuft niet te stoppen is vandaar mijn grote interesse van deze bouw.
 
En zeggen dat ik deze ( copy ) van de echte heb zien voorbij vliegen bovenop een vliegtuig , ik weet zelfs nog waar , op de brug over de grote ring rond Antwerpen in Berchem , heb er een dia van getrokken maar die vind ik niet meer terug
Prachtige werkzaamheden ik volg in stilte
Suc6 verder
Marc
 
Beste vrienden,

Tijd om ons project Space Shuttle ATLANTIS terug een beetje leven in te blazen. De bouw van de Space Shuttle, lanceerplatform en toebehoren is de afgelopen jaren wel verder gegaan en ook aan het verslag werd verder gewerkt. Door omstandigheden is er van publicatie echter weinig in huis gekomen.

Aangezien ik de gewoonte heb om in mijn bouwprojecten regelmatig eens af te wisselen is de bouw en publicatie van dit topic een beetje op de achtergrond geraakt. Bij deze gaan we dus verder met het verslag daar waar we de vorige keer gestopt zijn. Het project is nog niet klaar maar de bouw is wel in zoverre gevorderd dat het grootste deel van de installaties klaar zijn om te worden geverfd. Ik zal proberen om op regelmatige basis het verslag verder te documenteren en uit te schrijven maar zoals jullie weten besteed ik ook veel aandacht aan de inhoud van mijn topics en daar kruipt dus ook de nodige tijd in.

Hierbij het eerste vervolg (sinds drie jaar) aan de bouw van onze Space Shuttle.

In dit deel van ons bouwverslag Space Shuttle gaan we over tot de bouw van het lanceerplatform (MLP).

Fase 3. Bouw van het lanceerplatform.

Een woordje uitleg over het lanceerplatform.

Het lanceerplatform of Mobile Launcher Platform (MLP) was een constructie waarop de Space Shuttle werd klaargemaakt voor lancering (zie foto Nr 44 = foto MLP). Dit lanceerplatform bevond zich oorspronkelijk in de montagehal (VAB of Vehicle Assembly Building), dit is de gigantische hangar die op het Kennedy Space Center staat en die in de jaren 60 en 70 ook gediend heeft bij de lanceringen van het Apollo programma.

In deze montagehal werd de Space Shuttle voorbereid en werd de combinatie samengevoegd, nagekeken en getest (Space Shuttle, Externe Tank, Boosters). Eens de shuttle klaar was voor lancering werd het lanceerplatform met daarop de Space Shuttle (inclusief ET en boosters) op de “Crawler-Transporter” geplaatst (zie foto Nr 45 = foto Crawler). Deze “Crawler-Transporter” was eigenlijk een tweede platform dat was uitgerust met rupswielen en een besturingssysteem en dat onder het Mobile Launcher Platform werd geschoven. Het is deze combinatie (crawler + MLP) die naar het lanceerplatform 39A of 39B werd gereden waar de eigenlijke lancering plaatsvond (zie foto Nr 46 van de combinatie crawler en MLP) . NASA beschikt over drie MLP’s en twee Crawler-transporters. Alle installaties (montagehal, MLP, Crawler en lanceerplatformen) werden afgelopen jaren aangepast om te kunnen gebruiken bij de opvolger van de Space Shuttle. MLP1, het oudste van de drie platformen werd daarbij uit de dienst genomen.

Foto Nr 44 bis.jpg

Foto Nr 44
Foto van het MLP


Foto Nr 45 bis.jpg
Foto Nr 45
Foto van Crawler-Transporter

Foto Nr 46.jpg
Foto Nr 46
Combinatie Crawler-MLP

Sound Suppression Water System.

De eerste lancering van de Space Shuttle ging gepaard met enorm veel lawaai afkomstig van de vijf superkrachtige motoren (drie motoren achteraan op de Space Shuttle en de twee motoren van de Boosters).
Op zich vormde dat geen probleem ware het niet dat het geluid werd weerkaatst door het metalen lanceerplatform en daardoor nog werd versterkt. Dit resulteerde in onvoorziene resonantietrillingen op de Space Shuttle.
Deze trillingen waren zo krachtig dat zij zware druk zetten op de constructie van de Space Shuttle (vooral op de vleugels) en dat zelfs ettelijke hittetegels door de schokgolven werden beschadigd (gelukkig niet op een cruciale plaats).

Het was duidelijk dat in die omstandigheden na enkele lanceringen zware problemen zouden opduiken aan het ruimteveer (scheuren en barsten in de constructie) en dat er een reëel gevaar bestond voor de veiligheid van het ruimteveer en de bemanning.
De Space Shuttle was kleiner en compacter en had een payload (nuttige lading) die zich lager situeerde dan die van de Saturnus V raket van het Apollo programma. Het ruimteveer was bij de lancering dus veel kwetsbaarder dan zijn voorganger. De meest kwetsbare delen van de Apollo raket (Payload bestaande uit LM, CSM en CM met bemanning ) situeerden zich immers op een hoogte van 111 m, dus veel hoger dan bij de Space Shuttle. Vandaar dat de trillingen veel minder impact hadden op de Saturnus V raket dan op de Space Shuttle.

De oplossing van het probleem school in het lozen van grote hoeveelheden water op het lanceerplatform waardoor het geluid en de ermee gepaarde trillingen met de helft werden gereduceerd (men creëerde dus een schokdemper met water).
Tot dit doel werd het lanceerplatform uitgerust met het zogenaamde “ Sound Suppression System”.

Ongeveer 7 seconden voor de ontsteking van de motoren werd via een buizensysteem vanuit een 88 m hoge toren die in de onmiddellijke nabijheid van het lanceerplatform stond 1,1 miljoen liter water naar het lanceerplatform en de blast chambers gevoerd.
Hierop werd dit water via zes zogenaamde “rainbirds” over het platform gesproeid.
Het water absorbeerde de schadelijke schokgolven (geluidsgolven) en beschermde het lanceerplatform tevens tegen de enorme hitte die werd veroorzaakt door de motoren.
Het leegmaken van de watertank duurde ongeveer 41 seconden. De gigantische “rookwolken” die je dus zag bij de lanceringen van de Space Shuttle waren dus niet zozeer verbrandingsgassen van de uitstoot van de motoren maar stoom afkomstig van het Sound Suppression system.



Volgende belangrijke onderdelen maakten deel uit van het Sound Suppression System.

1. grote tank met 1,135 miljoen l water die stond opgesteld in de onmiddellijke omgeving van het lanceerplatform
2. leidingen die vanuit de tank naar en over het lanceerplatform liepen
3. water barriers in de SRB blast chambers
4. rainbirds

Op foto Nr 47 zie je de voornaamste installaties op het lanceerplatform.
De verschillende installaties (met uitzondering van de watertank) zullen in ons project stuk voor stuk worden geconstrueerd.
Op foto Nr 48 zie je een test van het Sound Suppression System.

Foto Nr 47 - kopie.jpg
Foto Nr 47
Voornaamste installaties MLP. Leidingen, Rainbirds, Water Barriers.

Foto Nr 48.jpg
Foto Nr 48
Test Sound Suppression System.

Tot de volgende voor de constructie van het MLP...
 

Bijlagen

  • Foto Nr 47 - kopie.jpg
    Foto Nr 47 - kopie.jpg
    253,7 KB · Weergaven: 2
Dat gooi er een beste bak water uit :unsuree:
 

Users who are viewing this thread

Terug
Bovenaan