Hoofdsponsor

1/48 APOLLO 11 : Translunar Injection (Schaal 1/48)[WIP]

Beste Modelbouwers.

Hierna volgt het tweede deel van de constructie van de stijgtrap van de LM namelijk de bouw van de achterkant (onderdeel Nr 65).
Op onderdeel Nr 65 monteren we eerst onderdelen Nr 66 en Nr 67. Deze vormen de basis waarop achteraf de achterste stuurraketten worden geplaatst .

Vervolgens stellen we de consoles voor de stuurraketten samen (stap 26 van het bouwplan – onderdeel Nr 70/71 en stap 27 – onderdeel Nr 70/71) en bevestigen deze op de voorziene plaats.

Nadat aan de binnenkant van de stijgtrap een laag matte zwarte verf werd aangebracht en de rand aan één helft werd voorzien van kleine stukjes plasticard (om de lijmnaad te verstevigen), kunnen beide delen aan mekaar worden gekleefd (Foto Nr 44 en Nr 45).

attachment.jpg
Foto Nr 44
Beide delen van de stijgtrap van de LM werden aan de binnenkant voorzien van een matte zwarte verflaag.

attachment.jpg
Foto Nr 45
Alvorens beide delen aan mekaar te kleven werden kleine stukjes plasticard aangebracht welke de lijmnaad steviger moeten maken.


Nu kunnen de voorkant en de achterkant van de stijgtrap aan mekaar worden gekleefd waarna het geheel kan worden opgeschuurd. Eens te meer blijkt de matige kwaliteit van het model. Beide helften passen vrij slecht (was reeds bij de dry-fit gebleken) waardoor er in de naad een redelijke hoeveelheid secondelijm (en achteraf redelijk wat schuurwerk) nodig is om de romp mooi glad te krijgen (Foto Nr 46).

attachment.jpg
Foto Nr 46
Beide romphelften passen vrij slecht op mekaar. De naad werd opgevuld met secondelijm. De lijmnaad is hier reeds gedeeltelijk opgeschuurd.


Het is bij het schuurwerk van dergelijke oppervlakken (veelhoekig patroon met talrijke vlakken) een beetje opletten dat de verschillende vlakken mooi egaal worden opgeschuurd en dat de vorm van het model niet verloren gaat. Voor dergelijke schuurwerkjes maak ik steeds een schuurblokje op maat. Gewoon een beetje schuurpapier op een houten blokje kleven en we kunnen aan de slag. De grootte van het houtblokje en de korrel van het schuurpapier (grof, minder grof…) worden gekozen al naargelang de behoefte --foto nr 47 en 48

attachment.jpg
Foto Nr 47

attachment.jpg
Foto Nr 48
Schuurblokje op maat. Gewoon een beetje schuurpapier (korrel grof of fijn al naargelang de behoefte) op een houtblokje kleven.


Na een eerste schuurbeurt worden de kleinere putjes en oneffenheden nog even opgevuld met secondelijm (foto Nr 49).
Het resultaat van de tweede schuurbeurt zie je op foto Nr 50.

attachment.jpg
Foto Nr 49
Na een eerste schuurbeurt worden de kleinere putjes en oneffenheden nog even opgevuld met secondelijm en gaan we over tot de tweede schuursessie van onze LM.

attachment.jpg
Foto Nr 50
Resultaat na enkele uurtjes intensief schuurwerk.


Nu de stijgtrap in zijn definitieve vorm zit gaan we eerst een kleine herstelling uitvoeren.
Aan de bovenkant van de stijgtrap zit de aansluiting waarmee de LM bij de eindassemblage zal worden vastgeschroefd op de CSM (Commando en Service Module).
Tijdens de bouw is één van de taps waarmee de LM op de CSM wordt geschroefd afgebroken. Deze zal dus moeten worden vervangen. Omdat de aansluiting van de LM/CSM in een latere fase nog moet worden gewijzigd (hier kom ik later in detail op terug bij de bouw van de CSM) worden de originele taps vervangen door iets grotere exemplaren (Foto Nr 51) zodat het geheel iets steviger wordt en het samenvoegen van de onderdelen (LM/CSM) later vlotter zal verlopen.

attachment.jpg
Foto Nr 51
Een van de originele taps op de LM (bovenkant op foto) is afgebroken. Beide taps worden vervangen door iets grotere exemplaren zodat de aansluiting met de CSM bij de eindassemblage iets steviger wordt.

Tot de volgende voor de verdere detaillering van de stijgtrap van de LM (constructie van de Rendez-vous radar en de antennes).
 
Ik weet dat ik hier nog niet veel gereageerd heb maar ik volg de bouw op de voet.
Heb ooit de maanlander van Airfix gebouwd op 1/72 en dat toestel is uiteindelijk geëindigd als educatief materiaal op de school van mijn kinderen (en daarna vermoedelijk in de vuilbak).

Heel interessante en goed uitgelegde bouw, doe zo verder zou ik zeggen.
 
Hey,

Inderdaad, dat is hier een zeer kundige uitleg die we krijgen. Ik bouw normaal niet in deze afdeling maar volg dit wel op omdat daar knappe zaken tussen zitten waaronder deze hier uiteraard... ;)
 
Beste modelbouwers,

Na de algemene bouw van de stijgtrap van onze maanlander kunnen we deze verder gaan detailleren. Meer bepaald gaan we de “Rendez-vous” radar en de antennes gaan plaatsen.

Woordje uitleg over de antennes.
De verschillende antennes op de LM lieten de rechtstreekse communicatie toe tussen de LM en de CSM (die terwijl de LM op het maanoppervlak stond, ondertussen een aantal omwentelingen maakte rond de maan), tussen de LM en de vluchtleiding op aarde (Mission Control) en tussen de astronauten onderling.
Wanneer de astronauten zich buiten de LM bevonden (tijdens de maanwandeling) werd alle communicatie doorgestuurd via de apparatuur van de LM (via de EVA antenne).


1. Vooreerst beginnen we met de “Rendez-vous radar” (Stap 23 van het bouwplan – onderdeel Nr 68 en 69). De rendez-vous radar bevindt zich bovenaan de LM (boven het toegangsluik).

Rendez-vous radar.
Deze radar staat in verbinding met een transponder op de CSM, waarbij de signalen tussen de Rendez-vous radar en de transponder beide ruimtetuigen (LM en CSM) geleiden tijdens hun maneuvers (nadering en koppeling).


Vooreerst worden beide delen van de radar (onderdeel Nr 68 en Nr 69) grondig opgekuist (verwijderen bramen en pin marks) en wordt de voet van de radar op de voorziene plaats gekleefd. Een beetje secondelijm in de naad en een beetje schuurwerk zorgen er voor dat de voet van de radar mooi aansluit met de bovenbouw van de LM.
Het verticale onderdeel van de rendez-vous radar (met de parabool reflector) wordt apart gehouden en zal pas bij de eindassemblage worden gemonteerd.
De basis van de Rendez-vous radar wordt in zilver/aluminium gezet. De buitenkant van de parabool reflector en de motor worden zwart geverfd. De binnenkant van de parabool reflector krijgt een laagje witte verf evenals de gyroscoop (onderste deel van de radar).

2. Vervolgens construeren we de “S-band Steerable Antenna” (onderdeel Nr 76). Deze antenne bevindt zich (van vooraf gezien) links van de Rendez-vous radar.
De basis van de Steerable antenne wordt bekleed met aluminiumfolie. De antenne zelf (parabool en toebehoren) wordt aan de voorkant in het wit geverfd terwijl de achterkant een zwarte matte verflaag krijgt.

3. Als derde komt dan de EVA Antenne aan de beurt (onderdeel Nr 77) die achteraan op de LM wordt geplaatst. Deze antenne wordt wit geverfd.

Begrip EVA in de ruimtevaart.
EVA staat voor “ Extravehicular activity”. Dit wil zeggen alle activiteit in de ruimte (ruimtewandeling, maanwandeling…), uitgevoerd buiten een ruimtevaarttuig (Apollo capsule, Space Shuttle, International Space Station…
).

4. Vervolgens construeren we beide VHF-Antennes. Deze antennes zijn niet voorzien in de Revell kit. De steunen hiervoor werden gerecupereerd uit de kit van Monogram.
De basis van de VHF-antennes wordt voorzien van een laagje aluminiumfolie. De uiteinden worden in zilververf gezet (Revell Nr 90). Vervolgens wordt een koperdraadje omheen het uiteinde gewikkeld waarna nog een stukje PE uit de set van New Ware het geheel vervolledigt.

5. Als laatste onderdeel wordt dan de “Docking Target” geconstrueerd.

De “Docking Target” is een richtorgaan dat de bemanning van de LM en CSM moest in staat stellen om na de maanlanding op een vlotte en veilige manier de koppeling tussen LM en CSM uit te voeren.

Dit laatste onderdeel wordt samengesteld uit een resin onderdeel en enkele PE plaatjes afkomstig uit de set van New Ware en wordt vervolledigd met een voet uit plasticard en een buisje van Evergreen.
De basis van de Docking Target wordt in het wit geverfd waarna de richtorganen (PE plaatjes) in het zwart worden gezet (de kleurverschillen zorgden voor een duidelijk contrast bij de uitvoering van de maneuvers in de ruimte).

Op Foto Nr 52 en Nr 53 zien we een dry-fit van de antennes terwijl de LM is vastgekoppeld aan de CM.
Eens we zeker zijn dat alle antennes zich op de correcte plaats en in de correcte positie bevinden kunnen zij worden afgewerkt.

attachment.jpg
Foto Nr 52
Voorkant van de LM. Links zie je de S-band Steerable Antenne, in het midden (boven het toegangsluik) zie je de Rendez-vous radar met parabool reflector en rechts zie je de voorste VHF-antenne.
Rechts boven de docking lights en Flood light zie je de voorste S-band In Flight antenne.


attachment.jpg
Foto Nr 53
Achterkant van de LM. Links zie je de basis voor de “Docking Target”, in het midden de EVA antenne en vooraan rechts de achterste VHF-antenne.
Rechts onderaan (op de achterwand van de LM) zie je de achterste S-band In Flight antenne.


Op foto Nr 54 zie je de afgewerkte antennes.

attachment.jpg
Foto Nr 54
Afgewerkte antennes. Van links naar rechts zie je de S-band Steerable Antenna, de parabool reflector van de rendez-vous radar, de basis voor de docking target, de EVA antenne en rechts één van de twee VHF antennes.


Rest nog de EVA handrail te voorzien van een laagje verf (PE onderdeel uit de set van New Ware) en de kleinere onderdelen van de stijgtrap zijn klaar. De antennes en de EVA handrail zullen pas bij de eindassemblage worden gemonteerd.

Tot de volgende voor het verven van de stijgtrap.
 
Laatst bewerkt:
Machtig en dat te denken dat zoiets echt vliegt 1/1 he ?
Knap werk
Marc
 
Mooi strak werk lever je af, ik hou er wel van dat je alles ‘recht’ krijgt en blijkbaar net zolang doorgaat tot het klopt.
 
Mooie vorderingen en interessant met de uitleg betreffende de functionaliteit van dit stuk menselijk vernuft.
Het blijft toch ietwat wonderlijk dergelijke machines :8
 
Beste modelbouwers,

Hierbij het vervolg aan de bouw van onze Apollo 11 combinatie. Het heeft enkele weken geduurd om dit deel van het verslag af te werken omdat de effectieve bouw van het model algehele prioriteit kreeg. Ik wou dit project absoluut op de wedstrijdtafel van “Plastic & Steel” te Affligem zetten en nagenoeg alle vrije momenten van afgelopen weken gingen dus naar de bouw ervan.
De wedstrijd te Affligem ging door op 12 en 13 oktober en ik kan jullie zeggen dat ik tot de late avond van 11 oktober nodig had om onze “Translunar Injection” af te krijgen (met de nodige stress die daarmee gepaard gaat :O). Maar de maquette is dus ondertussen afgewerkt en de bouw zal de volgende weken verder worden toegelicht zodat op termijn ook het verslag volledig is.

Nu de stijgtrap van onze maanlander zo goed als klaar is kunnen we deze gaan verven.
Hier staan we echter voor een klein dilemma. De constructie van de echte LM bestaat uit een aluminiumlegering die elektrolytisch werd behandeld tegen corrosie (geanodiseerd).
Het grootste deel van de buitenwand is vaalgroen gekleurd terwijl andere zones zwart of lichtgrijs (aluminium) van kleur zijn. De onderkant is bekleed met een oranje folie (thermische deken bestaande uit kapton).
Op foto’s in de ruimte heeft de LM echter nagenoeg steeds een zilver/aluminium kleur. Soms is er een zeer lichte groene schijn merkbaar op bepaalde panelen maar meestal zijn er enkel grijstonen merkbaar. Dit is te verklaren doordat de foto’s in het luchtledige werden genomen. Door het ontbreken van de aardse atmosfeer krijgen we immers een andere lichtbreking. Kleuren die in de atmosfeer worden waargenomen worden bepaald door de samenstelling van de atmosfeer (gasmoleculen zoals stikstof en zuurstof, stofdeeltjes, verontreiniging…). Ook de wijze waarop het zonlicht wordt gefilterd in de bovenste luchtlagen (en gedeeltelijk wordt weerkaatst) speelt een rol in de manier waarop wij kleuren gaan waarnemen. Wanneer dus de atmosfeer ontbreekt krijgen voorwerpen een andere kleur door het verschil in lichtbreking en verstrooiing van het zonlicht.

Omdat ik mijn model zo correct mogelijk wil weergeven moet ik dus voor een compromis gaan. Er moet hoe dan ook een verschil te zien zijn tussen de kleuren op de verschillende panelen. Anderzijds zullen de kleuren minder uitgesproken worden weergegeven dan de kleurtonen zoals zij hier op aarde te zien zijn (bij de productie van de LM, in musea enz.).

Voor het uitwerken van het kleurenschema heb ik er mijn documentatie bijgehaald. De plannetjes van de modelbouwkits (Revell, Monogram…) zijn absoluut onvoldoende, zelfs compleet af te raden om dergelijk werkje uit te voeren (de verschillende zones en de opgegeven kleuren zijn meestal totaal verkeerd). De basis voor het verfwerk vormden de schema’s in het boek “Virtual LM” (Apogee books), schema’s van John Ortmann (site “Afbeeldingen LM 5 - John Ortmann”) en de beschikbare foto’s op het internet.

Na een grondlaag bestaande uit zijdematte enamel verf van Revell (wit Nr SM 301) worden enkele zones in het aluminium gezet. Het gaat hier om de basis van de Rendez-vous radar, de voorkant van de LM (gedeelte dat zich situeert boven het toegangsluik) en nog een aantal panelen verspreid over de romp (zowel aan de voorkant, de zijkant als aan de achterkant). Voor deze zones gebruikte ik de Model Air acryl metallic verf van Vallejo (Aluminium Nr 71.062).
Achteraf bekeken heb ik mezelf daarmee dik in de problemen gebracht. De verf zelf verwerkt zeer goed en het resultaat is vrij realistisch (zeker voor een acryl verf). Het was echter de bedoeling om na het verfwerk de volledige romp van de stijgtrap in een glanzende vernislaag te zetten omdat ik bepaalde gedeelten moet voorzien van een aluminiumfolie en ik ook nog een aantal decals moest plaatsen ( fijne strookjes zilveren decal die de verstevigingsribben tussen de verschillende panelen moeten voorstellen).
Omdat ik de acryl metallic verven van Vallejo hiervoor nog nooit had gebruikt (met uitzondering van het verven van de motor van de daaltrap – zie foto Nr 39 in een vorig deel van het verslag) heb ik voor alle zekerheid ook even de specificaties van de fabrikant erbij genomen. Hier had ik dus een probleem. Blijkbaar reageren de acryl metallic verven van Vallejo zeer slecht op vernis (omwille van de aluminium pigmenten die in de verf zijn verwerkt). Geen vernis op de metallic verf wil dus waarschijnlijk ook zeggen geen gebruik van maskol en geen decalsetting :zx11pissed:.
Aangezien de metallic verf reeds op het model staat dienen dus dringend enkele tests te worden uitgevoerd. In afwachting van het resultaat van deze tests worden de zones die in de aluminium verf werden gezet afgeplakt zodat ik toch met het verfwerk van de LM verder kan gaan.

Verftesten – aanbrengen vernis.

Voor de vernis testen werden enkele grote onderdelen uit de bouwkit genomen die niet worden gebruikt in mijn project TLI . In ons geval zijn dit de luiken van de derde trap van de raket (omhulsel waarin zich de LM bevindt). Deze delen werden in een laag witte primer gezet en daarna voorzien van een deklaag in aluminium metallic Vallejo (voor een eerste test) en een laag samengestelde verf (onze groene tint voor de panelen van de LM) voor een tweede test. Voor alle zekerheid werd nog een derde test uitgevoerd. Hier werden de verflagen primer en aluminium vrij dik aangebracht en dit met een minimum aan droogtijd tussen de twee aangebrachte kleuren.
Vervolgens werden op alle testvlakken verschillende laagjes glanzende enamel vernis van Revell gezet. Aangezien de fabrikant Vallejo zelf aangeeft dat zijn metallic verven slecht reageren met zijn acryl vernis moet ik dus voor een vernis van een totaal andere samenstelling gaan.
De vernis van Revell werd in verschillende zones op de testvlakken aangebracht.
1. Op enkele vlakken werd pure vernis (rechtstreeks uit het potje) aangebracht met een penseel. De vernislaag werd dus vrij dik op de onderliggende verflaag gezet.
2. Op enkele andere vlakken werd een sterk verdund mengsel (mengsel voor airbrush ; nl 60% vernis-40 % verdunning) aangebracht, eveneens met een penseel. Dus ook hier een vrij dikke laag. Bij deze tweede test was het vooral de bedoeling om na te gaan hoe de onderlaag reageert op een sterk verdunde laag vernis.
3. Op de laatste vlakken werd de vernislaag aangebracht met de airbrush (gedeelten werden voorzien van één enkele dunne laag vernis en andere delen werden voorzien van meerdere lagen vernis).
Tot mijn tevredenheid is er nergens een reactie merkbaar tussen de onderliggende verflaag van Vallejo (acryl) en de aangebrachte vernis van Revell (enamel). Ook niet voor wat de metallic verf betreft.
Ik wist reeds dat op een acryl verf een vernislaag in enamel kon worden gezet (dit had ik reeds dikwijls toegepast) doch met de metallic verven van Vallejo wou ik op zeker spelen en alles eerst eens grondig uittesten. Mijn probleem is dus opgelost. Na de verschillende verflagen van Vallejo zal een eindlaag in vernis van Revell worden gezet zodat ik ook mijn decals (verstevigingsribben tussen de verschillende panelen) kan aanbrengen.

Vervolg aan de bouw.

Na het intermezzo met de vernis testen gaan we over tot het aanbrengen van de tweede kleur op de LM.
Het was een beetje zoeken naar een kleur die een beetje aan mijn wensen voldeed. Als basis wilde ik er het metaalachtige van de aluminiumconstructie in weergeven doch tevens mocht ook de groene basiskleur niet ontbreken. Bovendien moesten er ook de grijstonen (weergave van de kleur in de ruimte) in terug te vinden zijn.
Na een aantal testen kwam ik op een mengsel van een vijftal verschillende verven die in volgende verhouding werden gemengd :
1 deel metallic Aluminium Nr 71.062 + 1 deel metallic Bright Brass Nr 71.067 (voor de weergave van de metaalstructuur van de LM)
1 deel Tank Green Nr 011 (voor de groene ondertoon van het mengsel)
3 delen Wit Nr 71.001 en 9 delen Radome Tan Nr 71.074 (voor het bekomen van een zachte bruingrijze tint).

Na het aanbrengen van de groene verf werden de overige zones in het zwart gezet (Vallejo Nr 71.057) namelijk een vrij groot deel van de voorkant, de onderkant, alsmede een aantal panelen die zich situeren op de verschillende zijden van de romp.
Nu volgde een laag glansvernis waarna de verstevigingsribben (bestaande uit dunne strookjes zilveren decal) werden geplaatst. De glansvernis werd aangebracht met een penseel zodat ik deze iets dikker op het model kon zetten. Enerzijds omdat ik zo de onderliggende verflagen beter kon beschermen tegen het werk met decalsetting (aanbrengen verstevigingsribben) en lijm (vastzetten aluminiumfolie). Anderzijds was het aanbrengen van de vernis met een penseel op het onregelmatig oppervlak van de LM eenvoudiger dan het aanbrengen met een airbrush, waarbij door het specifieke patroon er te veel risico was op overspray (wat een mooie, gelijkmatig glanzende vernislaag bemoeilijkte).
Na het retoucheren van de verflagen en het aanbrengen van de decals volgt dan een laag zijdematte vernis (mengsel van 80 % glansvernis Revell + 20 % matte vernis Revell + verdunning). Hierna werden op de specifieke zones stukjes aluminiumfolie geplaatst.
De achterkant van de romp en de consoles van de stuurraketten werden bekleed met aluminiumfolie (zilver) en zwarte folie. Op de zijwanden van het toegangsluik en op het toegangsluik zelf werden stukjes oranje folie geplaatst.
De aluminiumfolie werd op het model gekleefd met Collall vernislijm. Voor de kleinere stukjes werd secondelijm gebruikt.
Voor de stuurraketten werden de Resin stuurraketten uit de set van New Ware gebruikt. Deze werden in een laagje goudverf van Revell (Nr 94) gezet.
Voor het plaatsen van de stuurraketten zelf wachten we nog even tot de eindassemblage.

Foto’s Nr 55 tot en met Nr 64 tonen de afwerking van de stijgtrap

attachment.jpg
Foto Nr 55
Stap 1 : basislaag wit zijdemat Revell enamel Nr SM 301.

attachment.jpg
Foto Nr 56
Stap 2 : zones in aluminium Vallejo acryl Metallic Nr 71.062.

attachment.jpg
Foto Nr 57
Stap 3 : enkele uurtjes geduldig afplakken

attachment.jpg
Foto Nr 58
Stap 4 : zones met groene verf (mengsel van vijf verschillende soorten Vallejo acryl)

attachment.jpg
Foto Nr 59
Stap 5 : opnieuw enkele uurtjes geduldig afplakken

attachment.jpg
Foto Nr 60
Stap 6 : zwarte zones (Vallejo acryl zwart Nr 71.057).

attachment.jpg
Foto Nr 61
Stap 7 : resultaat na verwijderen plakband en aanbrengen glanzende vernislaag Revell enamel.

attachment.jpg
Foto Nr 62

attachment.jpg
Foto Nr 63
Stap 8 : Foto Nr 62 en 63. Retoucheren verflagen en aanbrengen verstevigingsribben (kleine stukjes zilveren decal).

attachment.jpg
Foto Nr 64
Stap 9 : Aanbrengen folie op de verschillende delen van de stijgtrap.


Tot de volgende voor de bouw van de CSM (Command and Service Module).
 
Als je Translunar Injection op de wedstrijdtafels stond in Affligem, dan heb jij goud behaald, juist?

Mooi en goed uitgelegd verslag opnieuw.
 
Het voltooide model ziet er bijzonder goed uit !

Evengoed blijf ik het verslag volgen vanwege duidelijke uitleg en interessante feitjes betreffende het echte vehikel.

O, en gefeliciteerd met het behaalde goud attachment.gif
 
Laatst bewerkt:
Proficiat met goud maar dat verwonderd mij niet bij wat ik hier steeds zie.
 
Alvast proficiat, blijft een onderhoudende build en een referentie voor mensen die zich ook hieraan willen wagen.
 
Bouwinstructies zijn zelden zaligmakend, zo zie je maar weer.

Om beschadiging / negatieve beïnvloeding van de ene laag (vernis/verf) op de andere te voorkomen, is het vaak een goed idee om twee of drie mistcoats aan te brengen en dan pas een wetcoat. Het is de natte laag die meestal agressief gaat inwerken op de ondergrond en met mistcoats zorg je voor bescherming.

Geweldig resultaat en leuk om iets van afwisseling te zien tussen de vliegtuigen, auto’s en tanks. Ik kan me honorering middels gouden plak goed voorstellen.
 
Beste modelbouwers,
Bedankt voor de reacties en de interesse,

Vandaag vervolgen we ons verslag met de constructie van de CSM (Command and Service Module).

6. Constructie CSM (Command and Service Module)

Stap 8 tot en met 20 van het bouwplan.

De CSM bestaat uit enerzijds de Command Module (CM) en anderzijds de Service Module (SM). In het kegelvormige gedeelte (CM) zijn de bemanningsleden ondergebracht terwijl de cilindervormige SM de opslag vormt voor de aandrijving, bevoorrading en energie.

Definitie “Umbilical Housing” .
De Umbilical Housing (ook wel navelstreng genoemd) is het verbindingsstuk tussen de SM en de CM. In de umbilical housing zijn de leidingen ondergebracht die de CM voorzien van de nodige bevoorradings- en overlevingssystemen die door de SM worden geleverd (elektriciteit, communicatie, zuurstof enz…).
We onderscheiden twee verschillende umbilicals, namelijk de vaste connectie (kast) tussen de SM en CM met daarin de leidingen en elektrische bedradingen (meer dan 1000) en de zogenaamde “flyaway umbilical” die op het lanceerplatform de verbinding vormt tussen de lanceertoren en de draagraket. Deze umbilical zorgt voor de toevoer van zuurstof en stikstof (nodig voor de cabinedruk), water-glycol (koelvloeistof) en elektrische stroom (welke door het grondstation wordt geleverd).


Eerste dry-fit van de CSM

In een eerste fase worden alle onderdelen van de CSM met tape even aan mekaar gezet zodat we kunnen overgaan tot een eerste dry-fit. De stukken worden nog niet verlijmd aangezien nog een aantal aanpassingen moeten gebeuren.
Het resultaat van deze bouwfase (foto Nr 65) wordt dan getoetst aan de schema’s uit het boek “Virtual Apollo” (Apogee books) en andere documentatie.

attachment.jpg
Foto Nr 65
Eerste dry-fit van de CSM

De bouwkit van Revell is verre van correct. Waarschijnlijk werd als basis voor het ontwerp van de kit een vroegere, verouderde versie van de Apollo draagraket gebruikt (met de zogenaamde Block I capsule die enkel dienst deed bij de vroegere vluchten).
Voor een correcte weergave van de Block II capsule dient nagenoeg het gehele detail op de romp van de CSM (inclusief klinknagels), met uitzondering van de basis voor de stuwraketten te worden verwijderd. Het gaat hier meer bepaald om de steunpunten van de ontsnappingsraket, het verwijderen van de “Umbilical Housing” en de roosters/arceringen op de diverse delen van de romp.
In een latere fase zullen dan verdere aanpassingen worden uitgevoerd en de PE onderdelen van New Ware worden toegevoegd.
De “umbilical housing” wordt verwijderd omdat zij op de verkeerde kant van de CSM is geplaatst (bevindt zich in werkelijkheid aan de achterkant).
Nadat de originele “umbilical housing” is verwijderd zal een nieuwe uit de kit van Dragon worden gebruikt.
Foto Nr 66 geeft een overzicht van de te verwijderen details (aangeduid met zwarte stift).

attachment.jpg
Foto Nr 66
Overzicht te verwijderen details op de romp van de CSM.

7. Constructie CM.

We beginnen eerst met de bouw van de Command Module CM (neuskegel).

Alvorens aan de constructie van de CM wordt begonnen dienen eerst enkele aanpassingen te worden uitgevoerd zodat het eindresultaat op een correcte manier kan worden voorgesteld.

Aanpassing 1 (aanpassing onderdeel 29).
Onderdeel 29 (= koppelingsstuk waarop de LM dient te worden bevestigd bij de eindmontage). Dit onderdeel is voorzien van een uitsparing (schroefkop) waarop de LM dient te worden vastgeschroefd. Dit gebeurt door de LM een kwartdraai naar rechts te schroeven zodat deze komt vast te zitten aan de CSM. Indien men het bouwplan van Revell hier volgt zal de LM echter in een verkeerde positie komen te zitten t.o.v. de CSM. Onderdeel 29 dient dus te worden aangepast. Aan de andere kant van de voorziene uitsparing/schroefdraad dient een zaagsnede te worden aangebracht waardoor de LM in de andere richting kan worden vastgeschroefd (dwz door de LM een kwartdraai naar links te schroeven i.p.v. rechts).
De zaagsnede wordt vervolgens nog iets wijder gemaakt met een vijltje en een beetje schuurpapier. Ook de uitsparingen waarin de taps van de LM komen te zitten, worden iets ruimer gemaakt (zie constructie van de stijgtrap LM in een vorig deel van ons verslag – Foto Nr 51). Nu kan een dry-fit worden uitgevoerd met de LM om te zien of alle delen correct in mekaar passen.
Foto Nr 67 toont hoe de LM aan de CSM is vastgekoppeld (zie positie landingsschijnwerper en docking lights LM t.o.v. toegangsluik CM).
Foto’s Nr 68 en 69 tonen hoe de zaagsnede werd aangebracht en hoe de bevestiging met de LM werd aangepast.
Foto Nr 70 toont de dry-fit van de LM met de CM. Beide onderdelen passen perfect en sluiten mooi aan.

attachment.jpg
Foto Nr 67
Positie LM t.o.v. CSM (zie positie landingsschijnwerper en docking lights LM t.o.v. toegangsluik CM).

attachment.jpg
Foto Nr 68
Uitvoeren zaagsnede op aansluiting met LM.

attachment.jpg
Foto Nr 69
De zaagsnede wordt iets wijder gemaakt. Ook de uitsparingen waarin de taps van de LM komen te zitten worden iets ruimer gemaakt.

attachment.jpg
Foto Nr 70
Dry-fit van de LM met de CM. De beide onderdelen sluiten mooi op mekaar aan. De positie van de CM t.o.v. de LM is hier correct.

Aanpassing 2 : aanpassing bevestigingspunten ontsnappingstoren (launch escape system).
De ontsnappingsraket is in werkelijkheid in deze fase van de vlucht reeds afgeworpen.
De bevestigingspunten van deze raket op het model zijn echter niet correct en veel te groot uitgevoerd en dienen te worden verwijderd. Hiervoor moet de ligplaats worden opgevuld, waarna nieuwe gaatjes worden geboord zodat meer realistische bevestigingspunten worden bekomen.
Zie Foto Nr 71 en 72.

attachment.jpg
Foto Nr 71
Originele bevestigingspunten Launch Escape System

attachment.jpg
Foto Nr 72
Nieuwe bevestigingspunten Launch Escape System.

Aanpassing 3 : verwijderen “Umbilical Housing”
De “Umbilical Housing” zoals door Revell werd voorzien staat op de verkeerde plaats en bevindt zich in werkelijkheid aan de andere kant van de CM.
Op foto Nr 73 is te zien hoe deze werd verwijderd. In een latere fase van de bouw zal een nieuw onderdeel (uit de bouwdoos van Dragon) worden aangebracht.

Na de aanpassingen kan de CM definitief in mekaar worden gezet (stap 11 van het bouwplan).
Enkel onderdelen 16 en 17 (stap 6), onderdelen 25 en 26 (stap 9), en 27 t.e.m. 31 worden gebruikt. De bouw van de instrumentenpanelen en de plaatsing van de astronauten (stap 6,7,8) werden achterwege gelaten omdat deze toch niet zichtbaar zijn in het eindresultaat.

attachment.jpg
Foto Nr 73
Aangepaste CM
Links de originele CM uit de kit, rechts de aangepaste CM met aangepast koppelingsstuk, aangepaste bevestigingspunten ontsnappingstoren (launch escape system), verwijdering van de “Umbilical Housing” en plaatsing van het toegangsluik CM waarop later nog een luik in PE zal worden aangebracht.

Tot de volgende ….
 
Laatst bewerkt:
geweldig verslag en dito model....

volg instilte en lees aandachtig mee.

grtz Ed
 
Echt adembenemend als men ziet hoe jij tewerk gaat ne dikke proficiat is hier zeker niet teveel
ik ken het alleen maar van de schaarse beelden op televisie maar hier kan ik goed volgen
Suc6 verder
Marc
 
Mooi wederom en .volg graag
 

Users who are viewing this thread

Terug
Bovenaan