Hoofdsponsor

1/48 APOLLO 11 : Translunar Injection (Schaal 1/48)[WIP]

airbus56

V.I.P.
V.I.P.
Lid geworden
5 mrt 2017
Berichten
947
APOLLO 11 : Translunar Injection

Beste modelbouwers.

Voor ons volgende verslag gaan we even over naar het thema ruimtevaart. Naast de burgerluchtvaart is dit immers mijn tweede geliefkoosd onderwerp in de modelbouw.
In mijn vitrinekast staan onder andere maquettes van een Ariane IV, een Saturnus V raket, een tweetal Space Shuttles (schaal 1/144 en 1/200) alsmede een maanlander (Lunar Module) op schaal 1/72 en de derde trap van de Saturnus V raket (CSM + LM + ontsnappingstoren) op schaal 1/48.

Vooral de vlucht van Apollo 11 welke tot op heden de belangrijkste mijlpaal vormde in de geschiedenis van de ruimtevaart heeft mij steeds sterk geboeid. Onlangs besloot ik om een van de fases van deze ruimtereis toe te voegen aan mijn verzameling. En aangezien het volgend jaar vijftig jaar geleden is dat de eerste mens op de maan landde is het gekozen onderwerp bijgevolg ook opnieuw actueel.

Het beoogde model -op schaal 1/48- betreft een combinatie van de “Command and Service Module” (CSM) met maanlander ( “Lunar Module” LM) tijdens de driedaagse reis naar de maan.
Van betrokken ruimtetuigen zijn in de loop der jaren verschillende modellen op verschillende schalen uitgebracht (Revell, Monogram, Airfix, Dragon…) waardoor er redelijk wat keuze is om deze fase van de vlucht van Apollo 11 uit te beelden.
De bouwdoos van Revell werd gekozen omdat de volledige combinatie op deze schaal terug te vinden is in één bouwdoos (bouwkit Nr 4808 en omdat ik van deze bouwdoos verschillende exemplaren in stock heb (maakte ooit het voorwerp uit van een zeer interessante actie bij BLOKKER :$ ).
Bijkomend argument vormt het feit dat de maanlander dient te worden gebouwd met opgevouwen landingsgestel en dat deze uitvoering te realiseren is met vermelde bouwkit.
Aangezien het model echter niet 100 % correct is (een aantal details kloppen niet met de combinatie die werd gebruikt bij de vlucht van Apollo 11) zullen een aantal aanpassingen dienen te worden uitgevoerd. Hiertoe zullen de update sets van New Ware (NW068 Lunar Module detail set + NW204 Apollo CSM Block II mission detail) worden gebruikt. Ook zullen enkele onderdelen uit de kit van Revell worden vervangen door onderdelen uit de kit van Dragon (Dragon Kit Nr 11007 Command/Service Module CSM)

Zoals in de branche wel meer gebeurt proberen fabrikanten van modelbouwkits kort op de bal te spelen en worden modellen voorbereid of op de markt gebracht terwijl het origineel nog niet eens op punt staat. De ruimtevaart kits van Revell zijn gebaseerd op de voorbereidingen en de eerste fases van het Apollo programma en niet alle secties van de Saturnus V raket of haar onderdelen (CSM, LM) zijn steeds even accuraat weergegeven.
Een en ander heeft te maken met het feit dat het origineel tal van wijzigingen onderging in de loop van het Apollo programma. Bij de bouw van elke nieuwe Saturnus V raket werden de ervaringen van de vorige lanceringen immers meegenomen naar de volgende fase en verbeterd.
De constructie van de bouwkit zal dus stap voor stap worden getoetst aan onze documentatie.
De plannetjes en bouwbeschrijvingen die deel uitmaken van de update sets van New Ware vormen daarbij reeds een zeer goede basis voor de uitvoering van ons project. Voor een verdere aanvulling doen we beroep op enkele interessante sites op het internet (vooral voor wat de foto’s betreft) en op enkele boeken die we in de loop der jaren hebben aangeschaft. De belangrijkste documentatie wordt gevormd door twee uitgaven van Apogee books, namelijk Virtual LM en Virtual Apollo, beiden geschreven door Scott P. Sullivan. Deze boeken vormen zo wat het beste wat ooit over de constructie van de maanlander en commando module werd gepubliceerd.

De update sets van New Ware werden zoveel mogelijk toegepast doch aangezien ze werden ontworpen voor de Monogram kit zijn niet alle onderdelen bruikbaar voor het model van Revell.

In het bouwverslag zullen steeds alle onderdelen uit de kit worden vermeld (onderdelen + bouwstappen op het plan) ten behoeve van volgers die eventueel eenzelfde project willen uitvoeren.
Ons bouwverslag zal naast de opbouw van ons model ook voorzien worden van de nodige toelichting. Het verloop van de missie van Apollo 11 en de verschillende onderdelen van de raket zullen worden beschreven zodat diegenen die niet vertrouwd zijn met de ruimtevaart zich toch iets kunnen voorstellen bij het verloop van de eerste maanlanding.

Aangezien er nogal wat wijzigingen aan de originele bouwkit zullen worden aangebracht zal ons project toch wel wat tijd in beslag nemen.

Hieronder vinden jullie enkele foto’s van de bouwkit, de detailleringssets en een deel van de gebruikte documentatie.

attachment.jpg --Foto Nr 1--

Foto Nr 1 : bouwdoos Revell Nr 4808

attachment.jpg --Foto Nr 2--

Foto Nr 2 : inhoud bouwdoos

attachment.jpg --Foto Nr 3--

Foto Nr 3 : detalleringsset CSM New Ware

attachment.jpg --Foto Nr 4--

Foto Nr 4 : detailleringsset LM New Ware

attachment.jpg --Foto Nr 5--

Foto Nr 5 : Een goede documentatie is onmisbaar bij het opstarten van een project

Tot de volgende voor het eerste vervolg aan dit verslag
 
Laatst bewerkt door een moderator:
Succes met de bouw van dit project.
 
Ruimtevaart, altijd spannend gevonden, heb zelf ooit de LM van Airfix gebouwd en de Saturnus raket van Revell. De LM is ooit naar een school verhuisd als docu maar de raket heb ik nog altijd.
Oh man, waar is de tijd naartoe, heb als kind nog de 1ste landing op de maan live bekeken op de z/w tv (mocht voor deze gelegenheid extra lang opblijven)
Memories.....
 
Dat lijkt me een mooie bouw, wel veel gepriegel met die PE, dat is me nog nooit gelukt om mooi te doen. Succes met de bouw.
 
Interessant om te kijken en beleven hoe zoiets ineen geraakt , zelf doen dat denk ik niet , toch heb ik wel een goede interesse
Suc6 met de bouw
Marc
 
Beste modelbouwers.
Hierbij het eerste vervolg aan het verslag van ons project “APOLLO 11 : Translunar Injection".

SITUERING VAN HET PROJECT.

Vooreerst een klein woordje uitleg bij het verloop van de vlucht van Apollo 11 en de fase die zal worden voorgesteld.

De eerste maanlanding werd uitgevoerd op 20 juli 1969 (20 juli voor VS; 21 juli voor Europa, rekening houdend met het tijdsverschil) door de bemanning van Apollo 11 bestaande uit Neil A. Armstrong (Commandant), Michael Collins (Piloot CSM) en Edwin E. Aldrin (Piloot LM). Deze bemanning werd in de ruimte gebracht met een Saturnus V drietrapsraket die op 16 juli 1969 werd gelanceerd van op het Kennedy Space Center (Cape Canaveral - Merrit Island Florida).

De Saturnus V raket was de zwaarste raket die ooit werd gebouwd en vond haar oorsprong in een ontwerp van Wernher von Braun en Arthur Rudolph.
Deze gigantische raket was 110 m hoog en had aan de basis een diameter van 10 meter. Het startgewicht bedroeg 3000 ton.

Bij de lancering werden de vijf F1- motoren van de eerste trap (S-IC) ontstoken.
Met een gezamenlijke stuwkracht van 3,5 miljoen kilogram en een verbruik van 12 ton brandstof per seconde (mengsel van vloeibare zuurstof en kerosine) maakte de raket zich los van de aarde.

Na 2 minuten en 42 seconden werd de eerste trap afgestoten (hoogte 66 km, snelheid 3 km/sec) en werden de vijf J2-motoren van de tweede trap (S-IIC) ontstoken. Bij de tweede trap werd vloeibare waterstof als brandstof gebruikt.
Na 3 minuten en 17 seconden werd de ontsnappingstoren afgeworpen (op een hoogte van 96 km en aan een snelheid van 3.5 km/sec).
Na 9 minuten en 12 seconden werd de tweede trap afgestoten (hoogte 186 km. Snelheid 7 km/sec) en werd de motor van de derde trap (S-IVb) ontstoken.
De derde trap had als enige een herstartbare motor van het J2-type. Met deze trap werd Apollo in een baan om de aarde gebracht.
Na 11 minuten en 40 seconden werd de motor van de derde trap uitgeschakeld. De raket bevond zich nu op 188 km hoogte aan een snelheid van 8 km/sec. De baan om de aarde was bereikt.

Verder verloop van de vlucht.
Na 17 uur 16 min en 21 seconden (na anderhalve omwenteling rond de aarde) werd de motor van de derde trap opnieuw ontstoken gedurende 5 minuten en 47 seconden. De raket bereikte hierdoor een snelheid van 11 km/sec of 40.000 km/h (voldoende om aan de zwaartekracht van de aarde te ontsnappen). Hiermee werd het definitieve startschot naar de maan gegeven, de zogenaamde TLI (translunar injection).
Na 17 uur 52 minuten maakte de Command and Service Module (CSM) genaamd “Columbia” zich los van de derde trap, draaide 180° om zich dan vast te koppelen aan de LM (genaamd “Eagle”) welke zich in de derde trap bevond. De LM werd uit zijn behuizing in de derde trap gehaald en de CSM en LM vormden nu één geheel. Deze combinatie zette nu zijn weg verder naar de maan.

Enkele definities.

“Ontsnappingstoren”.
Bovenop de Saturnus V raket bevindt zich de zogenaamde ontsnappingsraket (launch escape system). Dit is een systeem dat de apollo capsule (deel waarin de astronauten zich bevinden) in geval van een mislukte lancering in veiligheid moet brengen. Indien bijvoorbeeld de volgetankte raket om een of andere reden niet goed zou starten dan sleurt de 10 meter lange ontsnappingsraket de commandomodule naar een veilige hoogte waarna deze iets later met behulp van parachutes veilig in zee landt.

“Derde trap”, “Nuttige lading”.
De derde trap(S-IVb) heeft als enige een herstartbare motor van het J2-type. Met deze trap wordt Apollo in een baan om de aarde gebracht. Na anderhalve omwenteling wordt de motor opnieuw gestart om aan de zwaartekracht te ontsnappen en verder naar de maan te reizen.
Bovenop de derde trap zit een ring met besturingsapparatuur (Instrument Unit) en daarboven zit de “payload” of nuttige lading (CSM en LM). Deze payload heeft een eigen aandrijving en stuurraketten en kan dus in de ruimte volledig autonoom functioneren.
Wanneer de baan naar de maan is ingezet wordt ook de derde trap afgestoten. Het deel dat verder reist is de nuttige lading van de Saturnus V raket.
Deze nuttige lading bestaat uit 1. de Command Module (kegelvormige module waarin zich de astronauten bevinden en het enige onderdeel dat terugkeert naar de aarde), 2. de Service Module (cilindervormig deel waarin zich de aandrijving, elektriciteitsvoorziening en de opslag voor brandstof en zuurstof bevinden – kort voor het landingsmaneuver bij de terugkeer op de aarde wordt de Service Module afgeworpen om daarna in de dampkring te verbranden) en 3. de maanlander (LM) welke zich als een opgevouwen spin in een beschermende kap van de derde trap bevindt.
Bij het koppelingsmaneuver met de CSM wordt de LM uit deze beschermkap getrokken en vooraan de CSM geplaatst.

Volgende foto’s/schema’s ter verduidelijking.

attachment.jpg --Foto Nr 6--

Foto/schets Nr 6 : Schets van de configuratie voor de maanlanding

attachment.jpg --Foto Nr 7--

Foto/schets Nr 7 : CSM en Launch Escape System

attachment.jpg --Foto Nr 8--

Foto/schets Nr 8 : Schets schema CSM/LM met aanduiding van stijgtrap/daaltrap LM

attachment.jpg --Foto Nr 9--

Foto Nr 9 : Combinatie CSM + LM nabij de eindbestemming


Tot de volgende voor de start van de effectieve bouw van ons model
 
Laatst bewerkt:
knappe uitleg , ik kan me het nog voorstellen , de kleurentelevisie was dan juist aan zijn opmars bezig , ik weet nog ik was met mijn ouders in Duitsland en in een winkelstraat stond een menigte naar tv te staren in een vitrine van een elektroshop , mijn grootmoeder destijds wilde dat niet geloven
Ik ga deze lekker volgen
Suc6
Marc
 
Mooie raket, heb ooit die grote van Revell gebouwd. Koste toen 999 BF. Zal hem eens moeten opgraven en opnieuw in elkaar steken.
 
Interessante toelichting. Ruimtevaart heeft me ook altijd geboeid. Ik volg.
 
Ik herinner mij dit nog heel goed Zat op zee en in de radiohut van de Radio Officier zitten luisteren naar het verslag op de radio Heel spannend Heb deze ook nog een keer gebouwd Dacht van Revell Ook ik zal dit draadje gaan volgen

veel succes

Wim
 
Beste modelbouwers,
Vandaag beginnen we aan de eigenlijke bouw van ons model

Om een en ander te verduidelijken en het geheel voor de volgers overzichtelijk te houden volgen eerst nog enkele definities

“ Kwadrant”
Kwadrant of quadrant = cirkelsector, het vierde deel van een cirkeloppervlak waarbij het eerste kwadrant een hoek vormt tussen 0° en 90°. Worden meestal aangeduid in Romeinse cijfers en genummerd tegen de wijzers van de klok in.

“Kapton”
Polyimide film = zeer dun en flexibel materiaal dat stabiel blijft in een breed scala van temperaturen (-273°C tot +400°C) en over sterke fysische, elektrische en mechanische eigenschappen beschikt (smelt niet en is nagenoeg niet brandbaar). Kapton wordt onder andere ook gebruikt in de buitenste laag van ruimtepakken en in brandweerkledij.

“ALSEP deur”
= Apollo Lunar Scientific Experiments Package.
Bergplaats voor wetenschappelijke experimenten (bevindt zich in kwadrant II van de maanlander)

“MESA”
= Modular Equipment Stowage Assembly
Bergplaats waarin gereedschap, batterijen, TV camera’s en toebehoren waren opgeborgen (bevindt zich in kwadrant IV van de maanlander)

“Plume deflectors”
Dit zijn een soort van beschermingsplaten die ter hoogte van de stuurraketten van de Lunar Module werden aangebracht (tussen de straalpijp en de romp).
Het is pas op het laatste ogenblik (kort voor de lancering van Apollo 11) dat men zich realiseerde dat de straalpijpen van de stuurraketten van de LM mogelijk de thermische isolatie van de daaltrap zouden kunnen beschadigen. Om dit te voorkomen werden dus in laatste instantie aanpassingen aan de LM doorgevoerd en werden deze zogenaamde “plume deflectors” op de LM geplaatst


CONSTRUCTIE VAN HET MODEL

Bij de constructie van het model gaan we eerst over tot de bouw van de maanlander (LM).

De maanlander bestaat eigenlijk uit twee delen (zie foto/schets Nr acht). Enerzijds het bovenste gedeelte waarin zich de astronauten en de besturingssystemen bevinden (stijgtrap of ascent stage) en het onderste deel (daaltrap of descent stage). De daaltrap doet bij het verlaten van de maan dienst als lanceerplatform voor de stijgtrap en blijft dus na de maanwandeling achter op de maan. Nadat de stijgtrap bij het verlaten van de maan aan de CSM wordt gekoppeld (en de astronauten via het verbindingsluik terugkeren naar de CSM) wordt de stijgtrap afgestoten en valt deze te pletter op de maan.

1. Constructie daaltrap LM.

We slaan het grootste deel van het bouwplan over en gaan rechtstreeks naar stap 29.
De onderdelen 78/79/80 worden aan mekaar gekleefd zoals voorzien in het bouwplan.
Hierna gaan we over tot de eerste aanpassingen.

- Aanpassing 1 : Aanbrengen deksel van de heliumtank in kwadrant III. Hiervoor wordt het resin onderdeel van New Ware gebruikt (zie foto Nr 10).
- Aanpassing 2 : Aanpassing ALSEP deuren in het tweede kwadrant. Dit deel dient zelf geconstrueerd omdat het resin onderdeel van New Ware hier niet past. De ALSEP deur wordt op het model van Monogram iets anders gesitueerd dan bij het model van Revell. Het is in dit geval gemakkelijker om een nieuwe ALSEP deur te maken dan deze uit de detail set van New Ware te gebruiken (welke zoals reeds gezegd werd ontworpen voor de kit van Monogram). De aanpassing is vrij simpel uit te voeren met plasticard en dient aan te sluiten op het gedeelte van de ALSEP deur dat reeds deel uitmaakt van onderdeel Nr 80. In feite gaat het hier om een vergroting + een overkapping van de ALSEP deur die in een latere fase wordt voorzien van goudfolie. Deze goudfolie stelt de isolatie voor die in werkelijkheid is vervaardigd uit kapton (zie foto Nr 10).
- Aanpassing 3 : Aanbrengen MESA luik in kwadrant IV. Dit onderdeel wordt vervaardigd uit een stukje plasticard van 1 mm dik. Hieruit snijden we een rechthoekig stukje van 18 mm op 22 mm. Nadat de hoeken werden rond gevijld wordt het stukje plasticard aangebracht op de voorziene plaats (zie foto Nr 11).
- Aanpassing 4 : Aanpassingen van de details aan de bovenkant van het landingsgestel.
Het landingsgestel is bovenaan voorzien van drijvers die moeten toelaten om de benen van het landingsgestel te ontplooien. Het ontplooien van het landingsgestel gebeurt tijdens de omwenteling om de maan, zo’n uur voordat de LM van de CSM wordt losgekoppeld om aan het eigenlijke landingsmaneuver te beginnen.
Aangezien de drijvers van het landingsgestel te weinig zijn gedetailleerd worden ze op die plaats voorzien van stukjes styrene tube (evergreen) van verschillende dikte. Hierover worden dan stukjes zwartgeverfde aluminiumfolie aangebracht die de isolatie in kapton moeten voorstellen (zie foto Nr 10).
- Aanpassing 5 : Verven van de aansluitstukken van het landingsgestel in goudkleur.
- Aanpassing 6 : Boren van gaatjes voor de steunen van de plume deflectors. Deze gaatjes worden aangebracht op de bovenkant van de daaltrap in de hoeken tegenover de drijvers.
Noot : De steunen van de plume deflectors werden niet voorzien in de Revell Kit.
Het model is immers ontworpen op basis van de eerste ontwerpen van de Lunar Module (waarop nog geen plume deflectors aanwezig waren).
Tijdens het Apollo programma en de vlucht van Apollo 11 werden deze plume deflectors pas in laatste instantie (kort voor de lancering) aangebracht.
De steunen kunnen worden vervaardigd in sprue of ijzerdraad doch ik verkoos om de onderdelen uit een bouwdoos van Monogram te gebruiken.

attachment.jpg

--Foto Nr 10--

Aanpassingen van de drijvers bovenaan de daaltrap + verven van de aansluitstukken in goudverf. Merk links vooraan de constructie van de ALSEP deur en rechts vooraan het deksel van de heliumtank in resin. De gaatjes voor de plum deflectors bevinden zich in de hoeken nabij de drijvers.

attachment.jpg

--Foto Nr 11--

Onderzijde daaltrap LM. Links voor merk je het MESA luik. Rechts werd reeds een begin gemaakt van het aankleden van de benen van het landingsgestel.

Tot de volgende.
 
Beste modelbouwers.
Hierbij het vervolg aan ons bouwproject “APOLLO 11 : Translunar Injection.

Na de aanpassingen van de daaltrap van onze maanlander gaan we over tot het aanbrengen van de folie.

2. Aanbrengen van folie op de daaltrap.

Nagenoeg de volledige daaltrap van de originele maanlander is bedekt met een folie. Dit zijn de isolerende dekens die in werkelijkheid bestaan uit kapton (zie definitie in het vorige deel van ons verslag). Deze laag kapton bestaat uit verschillende diktes nl 1,2 mm, 2 mm of 5 mm (al naargelang van de onderdelen en de secties waarop zij is aangebracht). De dikte van de isolatie is eveneens bepalend voor de kleur (zilver, zwart, amber…)
Op het model worden deze isolatiedekens weergegeven in vier verschillende kleuren namelijk goudfolie, zilverfolie, oranje folie (amber) en zwart.

Voor de goudfolie werd gebruik gemaakt van de folie die zich in de bouwdoos bevindt.
Opm : Bij een vroeger model van de maanlander (model Airfix op schaal 1/72) had ik reeds gebruik gemaakt van de folie uit een bouwdoos van Revell. Ik stelde nu vast dat de goudfolie uit de kit welke ik momenteel aan het bouwen was sterk verschilde van de folie uit mijn vroegere project. De goudfolie die in de oudere bouwdozen van Revell zat was veel gemakkelijker te verwerken. De goudfolie van de recente bouwdozen oogt realistischer doch laat zich wel moeilijker behandelen.

De goudfolie wordt eerst op maat gesneden, indien nodig aangepast en pas dan vastgekleefd.
Eerst werden echter de delen tussen de kwadranten (tussensecties) op het model aangeduid zodat de verschillende zones (en de verschillende soorten folie) gemakkelijker konden worden gesitueerd.
Foto Nr 12 geeft een zicht op de tussensecties van de daaltrap.

attachment.jpg

Foto Nr 12

Aanduiding kwadranten/tussensecties op de daaltrap.
De kwadranten dienen als volgt te worden geïnterpreteerd (zie ook schets Paul Fjeld verder in ons verslag) : kwadrant I – tussensectie -Y – kwadrant II – tussensectie -Z – kwadrant III – tussensectie +Y - kwadrant IV – tussensectie +Z.


Het was een beetje zoeken naar de juiste lijm om de folie mee vast te kleven.
Bij het bouwen van mijn eerste maanlander (Lunar Module airfix op schaal 1/72) heb ik de folie vastgekleefd met Contacta Liquid Special lijm van Revell (op de centrale delen van de folie) en werden de randen vastgekleefd met Kristal Klear (product van Micro Scale).
Het gebruik van voormelde producten had wel enkele nadelen. Voor de Contacta was dit het probleem van de lijmdraden en het feit dat de lijm nogal dik is. Voor de Kristal Klear het feit dat het droogproces vrij lang duurde en dat de verlijming van de folie niet zo stevig was.
Voor het huidig project gebruik ik “COLLALL” vernislijm. Deze lijmsoort wordt onder andere gebruikt voor het beschermen van tekeningen en schilderwerkjes in verf, wasco, houtskool enz.
Vernislijm is dun en vrij vloeibaar, hecht op nagenoeg alle ondergronden en kan worden aangebracht met borstel, sponsje of rol.
Tot mijn tevredenheid ging het vastkleven met vernislijm veel vlotter dan het gebruik van Contacta Liquid of Kristal Klear. Bovendien ontstonden geen lijmdraden, droogde de vernislijm volledig transparant op en bleven er dus achteraf geen sporen van de lijm achter op de folie.
Het aandrukken van de vastgelijmde stukjes folie tijdens het droogproces gebeurde met een tandenstoker en/of pincet.

Noot I : Onlangs heb ik mij een product van Micro Scale aangeschaft dat speciaal werd op de markt gebracht voor het vastkleven van folie (Micro scale Metal foil adhesive).
Dit product zal later worden uitgetest wanneer ik de folie op de stijgtrap aanbreng.

Noot II, vraagje aan de collega-modelbouwers : Voor wat een verder gebruik van “Collall vernislijm” betreft rijst er een probleem. Ik heb het flesje dat ik momenteel gebruik reeds enkele jaren en de lijm is aan vervanging toe (wordt een beetje te dik). Ofschoon betrokken lijm nog in productie is (fabricage door de firma COLLALL BV 9500 AC Stadskanaal Nederland) wordt deze blijkbaar enkel verdeeld naar groothandels. Ik ben er afgelopen weken, ondanks een intensieve zoektocht, niet in geslaagd om een nieuw flesje van deze vernislijm aan te schaffen. Daarom een oproep; indien iemand van jullie weet hoe of waar je deze lijm kan aankopen en/of bestellen laat dan alsjeblieft iets weten. Ter info voeg ik een foto van de gezochte lijm. Met dank bij voorbaat.

attachment.jpg

COLLALL vernislijm 100 ml, fabricage door COLLALL BV 9500 AC Stadskanaal Nederland.

En dan nu verder met ons project.
De goudfolie uit de bouwdoos wordt enkel gebruikt voor de delen die geel zijn gekleurd. Voor de andere delen gebruikte ik gewone huishoudfolie. Voor de delen van de maanlander die in zilverfolie zijn gewikkeld werd gewoon een stukje huishoudfolie op maat gesneden en op het model aangebracht. Voor de andere delen (zwart en oranje) werden stukjes huishoudfolie gebruikt die zwart of oranje werden geverfd. Voor het zwart gebruikte ik Revell enamel zijdemat zwart (Nr 302). Voor het oranje gebruikte ik de transparante verf van Tamiya (Clear orange X-26).

Opm : Huishoudfolie bestaat in verschillende diktes en ook de kwaliteit kan sterk variëren. Ik gebruik steeds folie van een gemiddelde dikte. Te dunne folie is broos en scheurt te gemakkelijk. Te dikke folie verwerkt moeilijker (voor wat het kreuken betreft) en oogt minder realistisch.
De gekleurde stukken folie werden eerst zorgvuldig opgemeten, uitgesneden en indien nodig aangepast. Hierop werden zij op een stukje karton gelegd en reeds gedeeltelijk (aan de randen) geverfd (zie foto nr 13). Pas daarna werden zij op het model gekleefd. Ook hier werd gebruik gemaakt van COLLALL vernislijm.

attachment.jpg

Foto Nr 13
Aanbrengen zwarte folie.

Doordat de verschillende soorten folie nauwgezet dienen te worden aangebracht (per sectie en per kleur) en sommige soorten folie mekaar gedeeltelijk overlappen, kan men best een stappenplan uitwerken met de volgorde waarin de verschillende lagen op de daaltrap worden aangebracht. Als leidraad kan het schema van Paul Fjeld worden gebruikt ; site Lunar Module Coatings – by Paul Fjeld (zie foto Nr 14).

attachment.jpg
Foto Nr 14

Lunar Module Coatings Page by Paul FJELD.

Tot de volgende voor een gedetailleerd stappenplan bij het aanbrengen van de folie.
 
Laatst bewerkt:
Nog geen flauwe kul hier met zo'n start en mijn aandacht heb je zeker.
 
Dit is echt een bijzonder onderwerp en je pakt het op de jou kenmerkende gedegen, zeer weloverwogen wijze aan. Een genot om te volgen!
 
Beste modelbouwers.

Het is al een tijdje geleden dat ik nog een vervolg heb gepubliceerd aan de bouw van onze Apollo 11 “Translunar Injection”. Dit wil niet zeggen dat de bouw stilligt, wel integendeel. Het project is echter vrij complex waardoor ik nogal wat werk had om een en ander uit te zoeken en te toetsen aan mijn documentatie. Ook moesten een aantal voorbereidingen worden getroffen om de verschillende onderdelen voldoende op mekaar te kunnen afstemmen.
Ik heb het mezelf dan ook niet gemakkelijk gemaakt :(. De bouwkit van Revell dateert uit 1994, doch dit is een heruitgave van de oude kit (en de mal) van eind jaren 60 waardoor er heel wat plak- en schuurwerk nodig is om tot een aanvaardbaar resultaat te komen. Bovendien zitten er nogal wat fouten in het model (is waarschijnlijk ontworpen op basis van de vroegere vluchten van het Apollo programma en dus meer een prototype dan een getrouwe weergave van de raket die werd gebruikt bij de eerste maanlanding). Bijkomend is er dan nog het gebruik van twee update sets van New Ware (die voor een deel voor een andere kit zijn bedoeld), toevoegingen van onderdelen van twee andere bouwkits (delen van een bouwdoos van Monogram voor de LM en delen van een bouwdoos van Dragon voor de CSM). En dan zijn er nog heel wat eigen aanpassingen en toevoegingen... Jullie zullen wel begrijpen dat de bouw dus niet zo snel gaat en heel wat planning vraagt maar we zijn dus opnieuw vertrokken voor enkele updates.
Hopelijk haal ik voor dit project de vooropgestelde deadline want ik wil het model graag op de wedstrijdtafel van IPMS te Affligem (begin oktober) plaatsen.
De andere projecten blijven dus voorlopig “on hold” tot dit model klaar is.
Bepaalde delen van het project zijn nog in voorbereiding terwijl andere delen reeds volledig klaar zijn. Om alles een beetje overzichtelijk te houden probeer ik wel om de bouw zoals ik deze initieel voor ogen had verder te zetten. Bepaalde fases van de bouw zijn dus reeds klaar voor publicatie, voor andere delen zal het verslag iets langer op zich laten wachten zodat alles in een logische volgorde kan worden gepubliceerd.

Hier gaan we dan met het eerste vervolg namelijk het stappenplan voor het aanbrengen van de folie op de daaltrap van onze maanlander.
Zoals gezegd nemen we het schema van Paul FJELD als basis (foto/schets Nr 14 in het vorig deel van ons verslag).

Ik heb de folie als volgt op het model geplaatst.
Stap 1. Plaatsing goudfolie op de zijwanden (tussensecties).
Stap 2. Plaatsing goudfolie op bovenkant (in het midden, daar waar de motoruitlaat van de stijgtrap zich bevindt).
Stap 3. Plaatsing van de verschillende stukken zilverfolie op de bovenkant (deze komen gedeeltelijk over de goudfolie te liggen zie Foto Nr 15).
Stap 4. Plaatsing van kleine stukjes oranje folie (+ 5 mm x 16 mm) op de zijkant (secties -Z,
-Y, +Z, +Y). Deze stukjes folie dienen aan te sluiten op de oranje folie die op de bovenkant van de daaltrap zal komen (Foto Nr 15).
Stap 5. Plaatsing zwarte folie op de kwadranten. Deze stukjes folie werden eerst, nadat zij werden uitgesneden, aan de zijkanten geverfd alvorens zij op het model werden geplaatst (zie foto Nr 13). Eens de folie op zijn plaats zat werd de rest van het oppervlak in het zwart geverfd (foto Nr 16).
Stap 6. Plaatsing oranje folie op bovenkant (secties –Y, -Z, +Y, +Z).
Stap 7. Plaatsing van driehoekige stukken zwarte folie op bovenkant (tussen de verschillende secties –Y, -Z, +Y,+Z). Deze stukken zwarte folie sluiten aan op de oranje stukken (stap 6) en ook hier worden de randen eerst zwart geverfd alvorens zij op het model worden gelijmd.
Stap 8. Plaatsing oranje folie op onderkant daaltrap (buitenste rand + stuk opbouw – onderdeel Nr 79).
Dit gebeurt in verschillende fasen. Eerst worden de randen van de onderkant voorzien van een smalle strook oranje folie die nauw aansluit op de zijranden. Dan worden de hoeken van het middelste gedeelte (opbouw) met zilverfolie bedekt waarna de rest van de onderkant wordt afgewerkt (zie foto’s Nr 17, foto Nr 18 en Nr 19). Deze zilverfolie wordt dan achteraf oranje geverfd.
Opm: Alvorens de folie aan te brengen worden de scharnierpunten van het landingsgestel in goudverf gezet (foto Nr 10 en Foto Nr 11). Tevens dient vooraf op de onderkant van de daaltrap de plaats te worden aangeduid waar later de landingsradar zal worden geplaatst (kleine uitsparing in de folie voorzien; zie foto Nr 18 Links en foto Nr 19, onderkant ALSEP).
Stap 9. Plaatsing zilverfolie in het midden onderaan (= stuk opbouw, daar waar later de motor zal worden geplaatst – onderdeel Nr 79). Ook dit gedeelte wordt in verschillende fases afgewerkt. Vooreerst wordt de ligplaats van de motor afgewerkt. Deze is conisch en wordt dus bekleed met een zestal stukjes folie in trapeziumvorm die mekaar gedeeltelijk overlappen (foto Nr 18 en foto Nr 19). Daarna wordt de rest van de bodemplaat bekleed.
Stap 10. Plaatsing zilverfolie in het midden onderaan daaltrap.
In laatste instantie worden op de zwarte vlakken nog een aantal dunne strookjes folie aangebracht welke oranje werden geverfd. Deze stellen de sluitingen voor (soort velcro sluiting) die onder andere toegang geven tot de onderliggende ruimtes zoals de bergplaatsen voor filmmateriaal en gereedschap (MESA) en de bergplaats voor wetenschappelijke instrumenten (ALSEP).

Foto Nr 20 geeft een zicht op de afgewerkte bovenkant van de daaltrap.

Foto Nr 21 geeft een zicht op de onderkant van de afgewerkte daaltrap.

Foto Nr 22 toont de afgewerkte daaltrap naast het oorspronkelijk exemplaar uit de bouwkit.

attachment.jpg
--Foto Nr 15--


attachment.jpg
--Foto Nr 16--


attachment.jpg
--Foto Nr 17--


attachment.jpg
--Foto Nr 18--


attachment.jpg
--Foto Nr 19--

Foto Nr 15 t.e.m. Nr 19 : aanbrengen folie op daaltrap.
Op foto Nr 19 merk je links onder het ALSEP luik de uitsparing waar later de landingsradar zal worden geplaatst.


attachment.jpg
--Foto Nr 20--
Eindresultaat aanbrengen folie bovenkant daaltrap.

attachment.jpg
--Foto Nr 21--
Eindresultaat aanbrengen folie onderkant daaltrap.

attachment.jpg
--Foto Nr 22--
Afgewerkte daaltrap naast oorspronkelijk exemplaar uit de bouwkit.

Tot de volgende voor het vervolg van ons project…
 
Dat je te maken hebt met een hoop ‘papierwerk’ om het zo maar te noemen, kan ik me goed voorstellen. Hoe meer referentiemateriaal voorhanden is, des te kritischer wordt de welwillende bouwer ten opzichte van wat hem wordt voorgeschoteld, ik dit geval door (antiek-)Revell.

Het papierwerk is niet het enige waar je in op blijkt te gaan, getuige het kundige foliewerk.

Ga zo door met deze fascinerende bouw!
 

Users who are viewing this thread

Terug
Bovenaan