Hoofdsponsor

1/72 5,5cm Flakzwilling Gerät 58 auf Sfl PzKpfw V & Panther ausf.G (Kora + Italeri)

ERVARING
Redelijk wat ervaring
BOUWWIJZE
Out of the box met wat aftermarket en scratsh
BOUWBUDGET
Zo weinig mogelijk kopen, zo veel mogelijk zelf maken..
BOUWSTATUS
WIP
COMMENTAREN
Commentaar en tips zijn altijd welkom

Beyond

V.I.P.
V.I.P.
Lid geworden
27 jun 2008
Berichten
12.030
Omdat ik niet klaar ben geraakt binnen de tijdspanne van 12u om deze modellen af te werken, en omdat er eigenlijk geen echt bouwverslag was van gemaakt, ga ik hier in dit topic wat bijpraten en verder werken aan beide modellen.
Na getwijfeld te hebben tussen deze projecten om mee te doen aan de 12 uren van Modelbouw@be:

attachment.jpg

Is mijn oog gevallen op volgende AM set uit mijn voorraad:

attachment.jpg

Hiervoor had ik echter nog een donor nodig, en dat is volgende geworden:

attachment.jpg

De donorkit is een Alzo Zero uitgave van Italeri, wat betekend dat er zeer weinig onderdelen samen te voegen zijn. Ideaal voor een twaalf uren deadline :nowink:
De inhoud bevat 12 onderdelen per tankje (er zijn er twee aanwezig in de doos)
Wie weet bouw ik de tweede panter tegelijkertijd mee, dat zien we zaterdag wel ;)

attachment.jpg

De update set bestaat ook slechts uit 6 onderdelen, dus dit moet lukken.

attachment.jpg

Korte uitleg over het 1e model:

attachment.jpg
Bron: Internet; For reference purpose only
attachment.jpg
Bron: Internet; For reference purpose only

De 5,5cm Flak Gerät 58 was in '43 ontworpen, maar er zijn pas eind '44 drie prototypes van besteld (2 van Rheinmetall, 1 van Krupp).
Veel verder dan dit stadium is het niet gekomen door het einde van de oorlog.
Er zijn wel plannen gemaakt om deze als Flakzwilling op een Panther te monteren onder de naam 5,5cm Flakzwilling Gerät 58 auf Sfl PzKpfw V Ik zal het kort houden op FlakPanther. Klinkt iets makkelijker in de mond en scheelt typen :laugh:
M.a.w. is het een zogeheten Paperpanzer, wat wil zeggen dat deze enkel op papier heeft bestaan.

Wat meer uitleg over het 2e model:
Bron: wikipedia

attachment.jpg
Bron: Internet; For reference purpose only
attachment.jpg
Bron: Internet; For reference purpose only
attachment.jpg
Bron: Internet; For reference purpose only

De Panther werd gebouwd in verschillende versies, Ausführungen:
Ausf. D: De eerste hoofdversie heette verwarrend genoeg de D, zij werd gebouwd tussen januari 1943 en september 1943 in een aantal van 850. De enige overgebleven Panther Ausf. D is te vinden in het Wilhelminapark te Breda.
Ausf. A: de tweede versie heette de A; zij werd gebouwd van augustus 1943 tot mei 1944 in een aantal van 2000 en had een andere commandokoepel; gedurende de productie werden vele kleine wijzigingen doorgevoerd waaronder het gebruik van een balmantel voor het machinegeweer in de romp.

Ausf. G: de derde versie werd gebouwd vanaf maart 1944; minstens 3126 voertuigen zijn er gebouwd tot in april 1945. Bij deze versie werd de romp verwijd en de bepantsering aan de zijkant verhoogd van veertig naar vijftig millimeter. Ook bij deze versie werden er vele latere wijzigingen doorgevoerd, waaronder een verticale "kin" onder de mantel om te voorkomen dat treffers daar afgebogen werden naar de torenring.
De productie begon in januari 1943 met vier stuks. Alle 159 tanks die in periode januari-april gebouwd werden, bleken niet te voldoen en werden teruggezonden ter reparatie; hierdoor was er een extra grote levering van 324 stuks in mei. De aantallen waren daarna zeer wisselend en varieerden van 120 in augustus 1943 tot 299 in december 1943, voor een totaal van 1768 in 1943. Pas in april 1944 werd de 300 weer overschreden met 311 stuks, geleidelijk stijgend naar een piek van 380 in juli. Door de terugtocht uit Frankrijk werd het toen voor geallieerde bommenwerpers veel eenvoudiger om de Duitse industrie te treffen en de productie begon te dalen naar 285 in december, voor een totaal van 3777 in 1944. Het productiedoel van 600 per maand werd dus nooit ook maar benaderd. In 1945 stortte de fabricage ineen: 211 in januari, 126 in februari en 102 in maart 1945, de laatste maand waarover nog exacte gegevens beschikbaar zijn, voor een totaal van minstens 439 in 1945. De gehele productie bedroeg dus afgaande op de maandtotalen minstens 5984, inclusief acht Ausf. F's.

Beschrijving
De Panther had verscheidene goede eigenschappen. Om te beginnen was er het lange 7.5 cm KwK 42 L/70 dat gezien zijn geringere munitieafmetingen in anti-tank capaciteiten superieur was aan het 88mm / L56 kanon van de Tiger I. Het kanon vuurde granaten af met een hoge aanvangssnelheid wat resulteerde in de grote penetratiekracht van de granaat. Het kanon had net als vele Duitse tankontwerpen van WOII een nauwkeurig en snel te bedienen richtsysteem wat de kans op een treffer aanzienlijk groter maakte dan bij de Sovjettanks het geval was. Doordat de Panther een voor die tijd betrekkelijk ruime koepel had kon het kanon redelijk snel herladen worden (de koepel van de T-34 was bij de eerste versies zo klein dat de commandant ook het kanon moest laden).

Ook had de tank afgeschuinde bepantsering die men van de T-34 afgekeken had. Dit zorgde voor een extra sterke bepantsering wegens het afketsingseffect en het is een efficiëntere manier om een gegeven volume met pantser te omhullen. Ondanks een gewicht dat dertien ton lager lag, was de Panther zo beter beschermd dan de Tiger I. Althans voor de frontpantser. De transmissie zat zoals de meeste Duitse tanks uit die tijd aan de voorkant van de tank wat de kans dat de bemanning een treffer aan die kant kon overleven groter maakte. Hoewel de motor (dezelfde als die de Tiger I) last bleef houden van overmatige slijtage leverde de Panther betere prestaties op onverhard wegdek dan de meeste middelzware tanks van de Amerikanen en de Britten. De ophanging met de brede rupsbanden zorgde ervoor dat de Panther niet wegzakte in de Russische modder en sneeuw, of in de zachte Nederlandse bodem. Ze braken daardoor minder snel dan bijvoorbeeld de rupsbanden van de M4 Sherman. De overlappende wielen zorgden voor goede prestaties op onverharde grond en een extra-stabiel vuurplatform waardoor het kanon na het stoppen van de tank om een schot te lossen, sneller stil lag.

Dit ophangingsysteem was tegelijk ook de eerste van de zwakke punten van de Panther. Er kon gemakkelijk sneeuw en modder tussen de wielen gaan zitten, en dat bevroor snel in de Russische winter waardoor de tank niet meer kon bewegen. Het systeem was eigenlijk alleen aanvaard omdat het van heel grote wielen gebruik kon maken, zodat men een slechtere kwaliteit rubber kon toepassen. Een ander nadeel was dat de binnenste wielen moeilijk bereikt konden worden in geval van een defect; er moesten dan vijf wielen worden verwijderd. Ook het repareren van de motor gaf problemen; bij een ernstige storing moest hij meestal uit de tank getakeld worden. Ook kon de Panther net zoals de Tiger I door zijn hoge gewicht niet door de gewone sleepwagens weggesleept worden. De Duitsers ontwikkelden al gauw een speciale bergingstank hiervoor, die gebouwd werd op het chassis van vernietigde Panthertanks.

De zijkanten waren veel lichter bepantserd wegens gewichtsbesparing. Dit maakte de Panther in tegenstelling tot de Tiger I op de flanken ondanks zijn gewicht en afmetingen niet veel sterker bepantserd dan de vorige middelzware tanks, zoals type Panzerkampfwagen III en Panzerkampfwagen IV. Ook was de aandrijving van de koepel te zwak. Als de tank te veel slagzij maakte kon de schutter de koepel hierdoor niet meer laten draaien.

Het zwakste punt was de transmissie. De transmissie was ontwikkeld voor een 30 tons tank, maar de tank woog uiteindelijk boven de 45 ton. Deze bleef echter ongewijzigd ondanks de andere verbeteringen die gaandeweg doorgevoerd werden. Resultaat was een lager percentage aan operationele Panthers van de totale hoeveelheid voorhanden dan zelfs de veel zwaardere Tiger II.

Bepantsering
Romp:
Frontaal romp pantser:
Onderste helft: 60 mm op een hoek van 35°;
bovenste helft: 80 mm op 35°;
Zijkant van het romp:
Onderste helft: 40 mm vlak (0°);
Bovenste helft: 40 mm op 50° (de Ausf. G heeft 50 mm op 60°);
Achterzijde romp: 40 mm op 60°;
Geschutskoepel:
Voorkant koepel:
Ausf. D: 80 mm op 78°;
Ausf. A: 110 mm op 78°;

Ausf. G: 100 mm op 80°;
zijkant van de geschutskoepel: 45 mm op 65°;
Achterzijde van de koepel: 45 mm op 65°;
Bovenkant van de koepel:
Ausf. D en A: 16 mm op 5°;
Ausf. G: 30 mm op 5°;
Kanonmantel: 100 mm gebogen
Alle hoeken zijn vanaf een horizontaal punt genomen, waarbij 0° horizontaal is, en 90° verticaal.

Operationele geschiedenis
Toen de Panther tank aan Adolf Hitler gepresenteerd werd, was hij er ondanks de in feite grote technische onrijpheid zo van onder de indruk geweest dat hij het bevel gaf dat ze meteen zonder verdere test in productie genomen moesten worden. Hij stelde zelfs in 1943 het in het oosten in voorbereiding zijnde grote zomeroffensief (Operatie Zitadelle, beter bekend als de Slag om Koersk) uit, opdat er een aantal van de nieuwe Panther en Ferdinands aan mee konden doen. De constructeurs waarschuwden hem dat de tank nog grote technische mankementen had die opgelost moesten worden, maar dat legde Hitler naast zich neer. De 200 Panther, ingedeeld bij het aparte Pantherregiment von Lauchert, kwamen vlak voor het begin van het offensief aan, vaak met rokende transmissies, of een gebroken ophanging. Van de Panthertanks die deelnamen aan de slag om Koersk waren op de derde dag nog maar veertig inzetbaar. De meeste vielen uit door de hierboven genoemde problemen, maar ook kwam een eenheid Panthertanks meteen na de start van het offensief in een niet ontdekt Sovjetmijnenveld terecht. Ondanks het slechte begin hadden de Duitsers wel door dat ze iets goeds in handen hadden, en de constructeurs begonnen al gauw de technische gebreken van de tank op te lossen. De inzetbaarheid bleef echter lager dan bij de Tiger. Over het hele oostfront gemeten was in 1944 tussen de dertig en zestig procent van de voertuigen defect.

Vanaf de zomer van 1943 werd heel geleidelijk bij alle pantserdivisies een van de twee tankbataljons opnieuw uitgerust met 68 Panther in plaats van 88 PzKpfw IV. Dit was een zeer langzaam proces omdat het hiervoor nodig was dat het hele bataljon, dat de helft van de gevechtskracht van de pantserdivisie uitmaakte, ter omscholing voor twee maanden naar Duitsland werd teruggetrokken. Vaak stond de strategische situatie het niet toe deze cruciale eenheden zo te verzwakken. Hierom werden vooral eenheden die toch al bijna waren vernietigd of de divisies in Frankrijk voor de Invasie in Normandië vernieuwd.

Tot juli 1944 waren de verliezen lager dan de productie en het bestand was op dat moment uitgegroeid tot 2249. Die maand stegen de verliezen tot 373 en er was een eerste daling tot 2211. Op 1 augustus was het aantal beschikbare Panther echter alweer gegroeid naar een piek van 2304 voertuigen. In september piekte het aantal verliezen met 692 en op 1 november bereikte het aantal Panther een dieptepunt met 1898. Door gevechtspauzes aan de fronten steeg het aantal echter weer om 2133 te bereiken op 1 februari 1945, de laatste maand waarover gegevens beschikbaar zijn. De inzetbaarheid van deze voertuigen was toen echter al drastisch afgenomen, door gebrekkig onderhoud en brandstoftekorten.

Vlak na de oorlog werd nog een aantal zwaardere Duitse tanks, zoals de Panther- en Tigertanks, ingezet in het Franse leger. Zeventien Panther deden tot in 1951 dienst bij het 4e eskadron van het 503e Régiment de Chars de Combat. Toen de reserveonderdelen op waren, werd een klein aantal aan musea verkocht; de rest diende als schietdoel. De Panther werd na de oorlog nog eens uitgebreid door de geallieerden bestudeerd; deze analyses hebben een zekere invloed uitgeoefend op de verdere tankontwikkeling.

Panther II en Ausführung F
Al in 1943 werd besloten om naast de Tiger II ook een Panther II te ontwikkelen met sterker pantser. Men had ondertussen begrepen dat de productie en bevoorrading wel makkelijker zou worden als tanks zo veel mogelijk dezelfde onderdelen zouden hebben, daarom werd later besloten dat de Panther II zo veel mogelijk onderdelen gemeenschappelijk met de Tiger II tank zou hebben. Maybach zou wel een nieuwe motor ontwikkelen die 100 tot 200pk meer zou moeten leveren, maar het was de bedoeling dat deze motor dan ook in de Tiger II geplaatst zou worden. De Panther II zou min of meer hetzelfde chassis krijgen als de Tiger II had (dat chassis leek zeer veel op een groter en zwaarder bepantserde versie van het Panther I chassis), maar er zou een nieuwe versimpelde koepel op komen die naar voren taps toe liep (Schmalturm). Het was de bedoeling dat de Panther II aan het begin van 1945 in productie genomen zou worden. Door de situatie in de oorlog lag het moeilijk de productie te onderbreken en werd het project in de koelkast gezet. Bepaalde verbeteringen die voor de Panther II bedoeld waren, werden op de gewone Panthers gemonteerd. Zo werden acht Panthers tegen het eind van de oorlog uitgerust met Schmaltürme en een nieuw ophangingsysteem waarbij de wielen geen rubberen randen meer hadden. Dit noemde men de Ausführung F. Deze versie zou in maart 1945 in productie genomen worden maar het einde van de oorlog verhinderde dit.
Bron: Wikipedia

De voorbereidingen/planning:

Om enigszins iets van referentie te hebben heb ik volgende klaargelegd en eens doorgenomen:

attachment.jpg
 
Laatst bewerkt:
De rompen

Als eerste heb ik de Panther gebouwd.
Zo leer ik het model kennen, en zie ik al waar en hoe ik het volgende model moet en kan bewerken.

De onderdelen uit de doos:

attachment.jpg

De eerste Panther klaar op de uitlaten na. Deze wil ik een klein beetje accentueren..

attachment.jpg

attachment.jpg

De tweede hull had een andere koepel, waar er geen bevestiging nodig is voor de loop.
Deze er afgehaald en de lijnen met behulp van een scriber er terug in gekerfd.

attachment.jpg

attachment.jpg

De twee modellen naast elkaar :)
Op de roosters achteraan zie je een gaasje welke met een Punch&die uitgeklopt zijn.

attachment.jpg
 
Laatst bewerkt:
5,5cm flakzwilling koepel

De koepel is uit één stuk resin gegoten.
Enkel de lopen en de vuurmonden moeten aan elkaar gelijmd worden.
Normaal gezien had het echte project een open koepel moeten hebben, in model werd er een zeil over gespannen.
Het zeil mankeert echter de bevestigingsriemen. Deze wil ik met rigging draad maken, maar uit ondervinf-ding weet ik dat deze niet altijd makkelijk te verlijmen is :nowink:
Daarom de handboor ter hand genomen en kleine gaatjes geboord waar ik een stukje ijzerdraad kon in bevestigen. Eens bevestigd de ijzerdraadjes zo kort mogelijk afgevijld. Er is nog juist genoeg om de rigging draad er rond te doen haken :)

attachment.jpg

attachment.jpg

De lopen zijn dun gegoten (=fragiel), maar er is van de fabriek uit aan gedacht, en om deze reden is er koperdraad in de lopen bevestigd.
Tijdens het rechten is het natuurlijk niet evident om de reeds aanwezige bochten en plooien in de koperdraad recht te krijgen :@

attachment.jpg

Hier nog eens de roosters, de onderkant krijgt een laagje zwart, zodat er toch geen koper is dat eventueel kan gezien worden na bevestiging..

attachment.jpg

De roosters bevestigd en de onderdelen gescratcht voor de uitlaat

attachment.jpg

Bij de FlakPanther heb ik handgrepen gemaakt uit dun ijzerdraad, de blokjes plastic welke er moeten voor doorgaan zijn verwijderd (ga ik bij de Panther ook nog doen...)

attachment.jpg
 
Dit is het hoofdonderdeel van vandaag, de

5,5cm Flakzwilling Gerat 58:

Deze heeft twee kleuren gekregen, zodat het iets duidelijker wordt in het verhaal dat deze splinternieuw zou zijn (mocht hij ooit gemaakt geweest zijn ;) )...
Er zijn nog bepaalde onderdelen die moeten afgewerkt worden, maar met de deadline van de 12u van Modelbouwen.be was er geen tijd over om dit nog te doen (vandaar dit topic om het vervolg te kunnen delen ;) )

attachment.jpg

attachment.jpg

attachment.jpg

Panther ausf.G

Van hetzelfde laken een broek voor de Panther, hoewel er hier nog meer werk aan is qua details schilderen..

attachment.jpg

attachment.jpg

Beide samen

Tot hier ben ik geraakt binnen 12u bouwen.
Vanaf nu zal het iets langzamer gaan, beide tanks worden nu vervolledigd om samen op een dio gezet te worden.


attachment.jpg

attachment.jpg

De beide achterzijden even naast elkaar waar je de verschillen kan zien tussen beide tanks hun uitlaten.

attachment.jpg

Ik had wel eindfoto's beloofd in zonlicht, en dit is met het laatste beetje zonlicht genomen (niet ideaal -nono- )

attachment.jpg

attachment.jpg

attachment.jpg

attachment.jpg

attachment.jpg

attachment.jpg

attachment.jpg

En met een beetje onderdelen uit de onderdelen voorraad en een ouder probeersels, een idee voor de layout ;)

attachment.jpg

Intussen is de layout terug iets veranderd (lees groter geworden :8 )
De koepel van de Panther welke vervangen is door de Flakzwilling zal ook nog een rol spelen in dit verslag, maar das voor later...

Gelukkig voor mij zijn de wielen en de tracks uit één stuk gegoten, en kunnen deze er gewoon terug afgehaald worden.
Dit is nodig om beter passende modellen te hebben voor het verhaal dat ze gaan spelen op het dio...
Hopelijk zijn jullie terug mee in de draai van dit verhaal?
Tot de volgende update :wavey:
 
Leuk om achteraf te lezen hoe je te werk bent gegaan.
 
Waww wat een intro en een overvloed van interessante informatie die we hier krijgen en dit voor een bouw van slechts 12 uur 😉op zich een mooie presentatie om twee panzers op 12 uur te bouwen 👍 zelf altijd fan geweest van paperpanzer gedoe eigenlijk kan je hier je fantasie de loop laten 😉...
 
gelezen en helemaal mee grt.
 
Merci voor de interesse :)

Nu zit ik met een vraagje :06:
Ik heb onlangs ergens in een voetnoot gelezen, dat er op het einde van de oorlog een tekort aan 'Sandgelb' (Zandgeel)-verf was.(?)
In plaats daarvan zou er Olijfgroen gebruikt zijn?
Is er iemand die daar meer over weet?

Dit zou anders willen zeggen dat ik een tankje in een ander kleurtje kan/mag/moet(?) steken 8)
 
Bepaald de moeite amai ! Jij bent goed bezig geweest Xavier.
 

Users who are viewing this thread

Terug
Bovenaan